Bijzonder aardig is ook dat de kwantitatieve
bewerking van de gegevens over vergaderingen,
bestuursleden, presentie en dergelijke kan
aantonen dat polderbesturen steeds uit dezelfde
kleine besloten groep grondbezitters bestonden,
dat bestuurders erg lang aanbleven en dat er
hooguit eenmaal per jaar werd vergaderd met de
ingelanden. Op grond van deze overzichten
kunnen er ook conclusies worden getrokken.
Zelfs het gekwantificeerde consumptieve
gedrag tijdens vergaderingen van ingelanden
biedt informatie, zij het van andere aard.22
Vergaderingen van ingelanden in het Hulster
ambacht tijdens de negentiende eeuw ademen
wellicht een heel ander sfeer dan die op
Noord-Beveiand in diezelfde periode.
Voorkomen moet worden dat gereconstrueerde
langlopende reeksen met uiteenlopende gegevens
in het luchtledige blijven hangen en geïsoleerd
worden geïnterpreteerd. Daarom is het steeds
nodig deze in het juiste tijdskader en in de juiste
geografische context te plaatsen. Bijkomende
gegevens van welke aard dan ook kunnen hierbij
een nuttige aanvulling zijn.
De verpakking van de onderzoeksresultaten
Wie aan geschiedbeoefening doet en uitgaat van
een centrale vraagstelling of van een specifieke
onderzoeksvraag, komt vanzelfsprekend tot
geschiedschrijving. De suggesties gedaan in
de voorgaande paragraaf, bieden een breed scala
aan mogelijkheden om de bevindingen onder
de aandacht van het publiek te brengen.
Hier beperken we ons echter tot het geschreven
woord in de vorm van boeken.
Geschiedkundige werken hebben een zeer uiteen
lopend karakteT. Zo is bijvoorbeeld Geschiedenis
van de Zeeuwse landbouw nauwelijks te
vergelijken met Versterckt Zeeland en ook
De Ramp is weer heel anders dan Landschap uit
Balans.23 Deze verschillen hebben uiteraard te
maken met het doel van de schrijver of samen
steller en met het beoogde lezerspubliek.
Een uitgever vraagt zich natuurlijk af wie zo'n
boek gaat kopen.
Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen
wetenschappelijke boeken en boeken die
bestemd zijn voor een geïnteresseerd publiek.
Het wetenschappelijke werk brengt duidelijk
nieuws, gaat van een nauwkeurig geformuleerde
vraagstelling uit en neemt alle wetenschappelijke
gebruiken in acht, zoals de opbouw van de
tekst, het trekken van conclusies, een samen
vatting, een notenapparaat en een uitgebreide
bibliografie. De vraag of dit nieuws gebaseerd
is op louter bronnenonderzoek of vooral op
literatuur, hangt sterk af van het onderwerp en
de vraagstelling. Met name bij onderzoek naar
de zestiende en zeventiende eeuw overheerst
in Nederland het literatuuronderzoek. Het is dan
ook niet verrassend dat de meest vernieuwende
boeken over die tijd geschreven zijn door
Engelsen, Amerikanen en Spanjaarden die voor
hun onderzoek de archieven zeer uitgebreid raad
pleegden. In deze vormen de vertegenwoordigers
van de Wageningse School een mijns inziens
gunstige uitzondering, maar zij hebben dan ook
een totaal ander onderzoeksonderwerp.
Wetenschappelijke werken worden voorts gekenmerkt
door hun moeilijke toegankelijkheid. Zij worden
overwegend door vakcollega's gelezen, terwijl
vooral het notenapparaat en de bibliografie als
rijke bron voor amateurvorsers kunnen fungeren.
We houden het er voorlopig op dat dit soort
wetenschappelijke geschiedkundige werken
primair verantwoordelijk is voor uitbreiding van
onze collectieve kennis over het verleden.
Niettemin worden volumineuze wetenschappelijke
werken steeds minder vaak geschreven en
gelezen. Collega's ontbreekt het veelal aan tijd
zo'n werk door te worstelen. Zij beperken zich
liever tot een 'summary', een of enkele artikelen
over eenzelfde onderwerp of een 'abstract' op
internet, waarbij tegelijkertijd de lange reeksen
cijfers en grafieken te downloaden zijn.
Het geschiedenisboek voor het geïnteresseerde
publiek biedt meestal weinig of geen nieuws.
Het vat bekende materie begrijpelijk en in een
prettig leesbare stijl samen en is voorzien van
de nodige passende afbeeldingen. Het mobiliseert
de lezende massa 'behind the intellectuals' of
nog beter 'behind the professionals'. Het vergroot
het algemeen bewustzijn, het besef van een brok
verleden, waaraan niet zomaar voorbij gegaan
kan worden. Voor deze lezers gaat in het
bijzonder op: 'Wie het verleden niet kent, zal het
heden maar moeilijk kunnen begrijpen, laat staan
wat de toekomst zal brengen.' Jammer alleen
dat veel van dit soort boeken al verouderd is,
voordat ze verschijnen. Helaas ook dat dit type
boek er vaak niet in slaagt het onderwerp
begrijpelijk, compact en correct weer te geven.
Dit ligt niet alleen aan het doel dat de schrijver
met zijn of haar boek nastreeft. Het is vaak ook
veel lastiger iets kort en helder weer te geven,
dan lange en diepgaande betogen te schrijven.
Geschiedschrijving in Zeeland
7