Vliegen in soorten en maten.
Het voorkomen van een aantal vliegenfamilies
(Diptera p.p.) in Zeeland, met bijzondere
aandacht voor specifiek 'Zeeuwse' soorten
Chiel Jacobusse
is verbonden aan
Stichting Het Zeeuwse Landschap
als Hoofd Externe Betrekkingen.
Daarnaast enthousiast amateur-bioloog
en publicist over de Zeeuwse natuur.
Over het voorkomen van planten en dieren
in Zeeland is waarschijnlijk meer informatie
beschikbaar dan ooit tevoren. De afgelopen
eeuw hebben regionale natuurbeschermings
verenigingen een enorme hoeveelheid lokale
gebiedsinventarisaties uitgevoerd.
Bovendien heeft de provincie Zeeland in
de jaren zeventig en tachtig van de vorige
eeuw provinciedekkende inventarisaties van
vogels en hogere planten verricht. Ging het
bij inventarisaties door amateurs aanvankelijk
uitsluitend om goed toegankelijke groepen,
de laatste decennia zijn er door (amateur-)
biologen ook veel gegevens verzameld over
minder gemakkelijk te bestuderen soortengroe-
pen als paddestoelen, mossen, nachtvlinders,
libellen, amfibieën en kleine zoogdieren.
Tevens hebben enkele vooraanstaande amateur
entomologen zich in Zeeland beziggehouden
met onderzoek naar kevers, zodat ook
over deze omvangrijke insectenorde redelijk
veel gegevens uit onze omgeving bekend zijn.
Twee omvangrijke insectenorden zijn echter
sterk onderbelicht gebleven. Het zijn de twee-
vleugeligen of Diptera en de vliesvleugeligen
of Hymenoptera. Voor delen van beide orden -
onder meer de zweefvliegen, bijen en
graafwespen - lopen momenteel landelijke
inventarisatieprojecten, waarbij de voorlopige
verspreidingskaartjes vaak grote witte vlekken
in Zeeland vertonen. Onderzoek toont
aan deze provincie niettemin voor een aantal
soorten van deze families, maar niet voor alle,
van eminent belang is. Zo is Zeeland voor dazen
een leefgebied bij uitstek, maar is de familie
van de roofvliegen in onze provincie maar
magertjes vertegenwoordigd. Dit artikel
gaat met name in op het voorkomen van
verschillende vliegensoorten en -families in
Zeeland. In een vervolgartikel zal ook
de situatie van de bijen en wespen worden
besproken, waaronder een soort die buiten
Zeeland nergens op de wereld (meer) voorkomt.
Daarbij zal tevens een karakteristiek worden
gegeven van de vliegen-, bijen- en wespen
fauna in de provincie Zeeland in vergelijking
met die in de rest van Nederland.
Het grote gebrek aan gegevens, maar zeker ook
het besef dat juist dergelijke grote insectenorden
een belangrijke bijdrage leveren aan de
biodiversiteit en daarmee aan de kwaliteit van
de levensgemeenschap, vormden voor
Het Zeeuwse Landschap aanleiding om vanaf
1998 een inventarisatieproject voor deze orden
op te zetten. Aanvankelijk vonden er slechts in
enkele gebieden inventarisaties plaats, maar
vanaf 2000 zijn reservaten verspreid over de hele
provincie onderzocht. Daarin zijn niet alle
families betrokken, daar er van beide orden
samen in Nederland zo'n 10.000 soorten
voorkomen. Het onderzoek naar de verspreiding
in Zeeland spitst zich vooral toe op de soorten
waarvoor redelijk toegankelijke determinatie
literatuur beschikbaar is. Dit criterium is niet
willekeurig. Juist van de vertegenwoordigers van
de meer bekende groepen zijn gegevens bekend
over de verspreiding, de biologie en hun ecologie.
Dat maakt het ook gemakkelijker om voor
bijzondere soorten speciale beschermingsmaat
regelen te nemen. Bovendien kunnen zij een
belangrijke rol spelen bij de beoordeling van de
ecologische kwaliteiten en potenties van een
gebied.
In tabel 1 wordt weergegeven welke groepen vliegen
zijn bestudeerd en hoeveel soorten uit een
familie in Nederland bekend zijn. Voorts zijn
gegevens opgenomen over het aantal soorten dat
er voor de aanvang van het project in Zeeland
bekend was, en over de hoeveelheid soorten
die is waargenomen gedurende de periode
1997-2001. Naast de vertegenwoordigers van
de in de tabel genoemde families zijn ook veel
gegevens verzameld over de volgende families:
de viltvliegen (Therevidae), de snavelvliegen
(Rhagionidae), de slakkendodende vliegen
(Sciomyzidae) en de sluipvliegen (Tachinidae).
Er zijn echter niet voldoende gegevens
bijeengebracht om een (voorlopige) totaallijst
te kunnen opstellen. Dat geldt in nog sterkere
mate voor groepen waarvan slechts incidentele
waarnemingen zijn verzameld, zoals de echte
vliegen (Muscidae), de wolzwevers (Bombylidae),
de bromvliegen (Calliphoridae), de dambord-
24
Vliegen in soorten en maten