Tabel 1
Het voorkomen van vertegenwoordigers van de belangrijkste
vliegenfamilies in Nederland en in Zeeland.
Nederland
excl. zz en
Zeeland
Zeeland
totaal
uitgestorven
voor
1997-2001
soorten
project
Stratiomyidae
wapenvliegen
44
30
23
25
Solvidae
2
1
1
1
Tabanidae
dazen
32
24
12
15
Asilidae
roofvliegen
34
23
12
13
Conopidae
blaaskopvliegen
29
23
6
8
Syrphidae
zweefvliegen
341
255
102
138
Tephritidae
boorvliegen
74
64
30
42
Otitidae
prachtvliegen
13
11
5
6
vliegen (Sarcophagidae) en voor tal van kleinere
families, zoals de wortelvliegen (Psilidae),
de spillebeenvliegen (Micropezidae) en de
steltvliegen (Calobatidae).
De doelstellingen van het 'project insect'
Het 'project insect' heeft een meervoudige
doelstelling. Centraal staat echter de bijdrage
aan de kennis en de bescherming van de
Zeeuwse natuur. Als provinciaal georiënteerde
natuurbeschermingsorganisatie richt Het Zeeuwse
Landschap de aandacht speciaal op die soorten
waarvoor Zeeland een belangrijke rol vervult.
Een van de beoogde doelen van het 'project
insect' is het opstellen van een checklist
van alle in Zeeland voorkomende soorten van de
onderzochte diergroepen. Er is bovendien een
(voorlopige) lijst opgesteld van soorten waarvan -
voorzover nu valt te beoordelen - minstens een
kwart van de Nederlandse populatie in Zeeland
leeft. Deze moet niet beschouwd worden als een
chauvinistische rariteit, maar als een belangrijk
werkdocument om bij de bescherming van
ongewervelden de juiste prioriteiten te kunnen
stellen. Uit het onderzoek dat tot nu toe is
verricht, is gebleken dat van enkele soorten een
percentage van tientallen procenten van de
wereldpopulatie in Zeeland leeft. Er is zelfs
een Zeeuwse endeem, dat wil zeggen een tot
onze provincie beperkte soort die verder over de
hele wereld niet voorkomt.
Het opstellen van soortenlijsten op zichzelf is echter
niet voldoende. Een andere doelstelling van het
project is daarom het in kaart brengen van de
insectenfauna van de verschillende (Zeeuwse)
landschapstypen. Net als vogels en planten
hebben insecten binding aan een bepaald
terreintype. Op een akker leven bijvoorbeeld
andere soorten dan in een bos. Deze specialisatie
blijkt bij nader onderzoek echter veel verder
te gaan. Zo herbergen de brakke tot zilte kreken
en welen die overal in Zeeland voorkomen,
een totaal andere fauna dan bijvoorbeeld de
zoete Zuid-Hollandse laagveenplassen en
vertoont de insectenwereld van onze schorren -
naast tal van overeenkomsten - duidelijk andere
aspecten dan die van de meer zandige kwelders
in het Waddengebied.
Het genoemde onderzoek is voorts van wezenlijk
belang voor de Zeeuwse bijdrage aan
een aantal landelijke inventarisatieprojecten.
Van verschillende insectengroepen zijn nieuwe
verspreidingsatlassen in voorbereiding en de
Zeeuwse inbreng is daarbij vaak uitgesproken
mager, onder meer door de lage bevolkingsdicht
heid en het ontbreken van een universiteit.
Natuurlijk is het frustrerend dat de eigen
provincie in verspreidingsatlassen steeds weer als
een witte vlek uit de bus komt. Dit is echter niet
het belangrijkste motief om een substantiële
bijdrage te leveren aan landelijke inventarisatie
projecten. Zwaarwegender is dat goede
landdekkende inventarisaties een belangrijke
bron vormen voor het samenstellen van
beleidsdocumenten, zoals een rode lijst en diverse
soorten beschermingsplannen. Het Zeeuwse
Landschap voelt zich als provinciale organisatie
verantwoordelijk voor een evenredige, Zeeuwse
inbreng in deze landelijke projecten.
Vliegen in soorten en maten
25