activiteit in het badplaatsje haar hoogtepunt.
In 1911 werd de eerste tentoonstelling gehouden
in het door Toorop ontworpen tentoonstellings
gebouwtje. Dank zij de neutraliteit van Nederland
konden tijdens de Eerste Wereldoorlog de
tentoonstellingen gewoon doorgaan, maar toen
het tentoonstellingsgebouw in 1921 omwaaide
en niet werd hersteld, was het met de
kunstenaarskolonie snel gedaan. Domburg was
zijn exclusieve karakter als badplaats kwijtgeraakt.
We mogen dus concluderen dat Domburg zijn
succes als kunstenaarskolonie niet in de eerste
plaats te danken heeft gehad aan zijn ongerepte
natuur en zijn landelijke bevolking, maar aan de
aanwezigheid van een bemiddelde klantenkring.
Voor de rustzoekers was er trouwens een
alternatief: die gingen 's zomers naar het veel
stillere Zoutelande, zoals Graadt van Roggen en
Hart Nibbrig. Zij namen wel aan de tentoon
stellingen in Domburg deel.
en Engelsen kwamen in groten getale langs.
Ook dit was weer te danken aan de stoom:
Veere had weliswaar geen tramverbinding,
maar was wel stopplaats van de stoombootdienst
van Middelburg naar Zierikzee. Verscheidene
kunstenaars bezochten Veere trouwens met hun
eigen jacht, zoals de Nederlander Willem Tholen,
de Belgen Rudolf Schönberg, Walter Vaes en
Maurice Seghers en de Britten Arthur Briscoe en
James McBey. Vooral voor de Britse bezoekers
was het museum-annex-kunsthandel 'De Schotse
Huizen', gedreven door miss Alma Oakes,
een trefpunt. Veere heeft het lang volgehouden
als kunstenaarskolonie, zelfs tot na de Tweede
Wereldoorlog. Bekende namen waren in
die tijd de familie Vaarzon Morel, Dirk Koets,
Figuur 5.
Dirk van Gelder, (1907-1990). 'Veere'. 1951. Houtgravure
13 x 22.5 cm. ZA, KZGW, Zei 111. 11-2778.
Veere was een heel ander geval. Rond 1900 was
het een doodstil en vervallen vissersplaatsje.
De kunstenaars die zich hier rond de eeuw
wisseling vestigden, kwamen wel degelijk op de
rust, de fraaie omgeving en de traditionele
vissersbevolking af. Omdat het stadje zo vervallen
was, waren de huizen er ook goedkoop.
Een groot aantal kunstenaars heeft dan ook
kortere of langere tijd in Veere gewoond. Het was
tevens een aantrekkelijke stopplaats voor buiten
landse kunstenaars op doorreis. Vooral Belgen
Philip ten Klooster, Dirk van Gelder, Claire
Bonebakker en Anneke van der Feer. Rond 1960
zijn de meeste kunstenaars echter vertrokken.
Met bet verdwijnen van het getij en de vissers
was de aardigheid eraf.
De minst bekende kunstenaarskolonie in Zeeland
was die van Sint Anna ter Muiden. Deze bestond
dan ook bijna geheel uit Duitsers en had geen
relaties met de Nederlandse kunstenaarswereld.
De drijvende kracht was de schilder Paul Baum,
Kunstenaarskolonies
51