Figuur 3.
De grashommel. Minstens 70°/o van de recente Nederlandse
waarnemingen is afkomstig uit Zeeland.
i
aangetoond dat de soort nog veelvuldiger
voorkomt dan op grond van de beschikbare data
werd aangenomen. Ook diverse andere hommels
scoren qua aantal waarnemingen in Zeeland
ruim boven de 25°/o van het Nederlandse totaal.
Vooralsnog wordt er echter van uitgegaan
dat het hier gaat om een onderzoekseffect en
niet om een reële oververtegenwoordiging.
De waarneming in 1998 van een Limburgse
hommel (Bombus pomorum) langs de oevers van
de Westerschelde is slechts een rariteit zonder
ecologische betekenis, omdat het kennelijk ging
om een zwerver. De soort is evenwel in de
rest van Nederland al enkele decennia niet meer
waargenomen.
schorviltbij. Enerzijds moet daarbij in aanmerking
genomen worden dat Zeeland momenteel een
van de best onderzochte provincies is. Anderzijds
zijn de aantallen van deze soorten in Zeeland
dermate hoog dat het wel om specifiek Zeeuwse
soorten moet gaan. De drie eerstgenoemde
soorten hebben een voorkeur voor bloemrijke
vegetaties en in Zeeland hebben ze hun
zwaartepunt op de bloemdijken. De lathyrusbij
(Megachile ericetorum) is met name veel
op bloeiende aardaker (Lathyrus tuberosus) en
kattedoorn (Ononis spinosa) waargenomen,
maar ook in tuinen op de pronkerwt. De zwart-
sprietwespbij (Nomada flavopicta) is een
nestparasiet van een andere bij, de klaverdikpoot
(Melitta leporina). De gastheer leeft uitsluitend
op klavers, maar het merkwaardige is dat de
zwartsprietwespbij vooral veel gevangen is op
enkele kruiskruidsoorten (Senecio erucifolius en
Senecio jacobaea), een onopgehelderd verband.
Van de grashommel is meer dan 70°/o van de
recente waarnemingen afkomstig uit Zeeland
en aanvullend onderzoek heeft inmiddels
Figuur 4.
Dc schorzijdebij leeft met honderdduizenden in de uitge
strekte schorren van Saeftinghe. Het betreft waarschijnlijk
de grootste populatie ter wereld.
Intermezzo
Schorzijdebij en schorviltbij
De meest spectaculaire bijenwaarnemingen van
de afgelopen jaren betreffen ongetwijfeld twee
kustsoorten, namelijk de schorzijdebij (Colletes
halophilus) en de schorviltbij (Epeolus tarsalis
ssp rozenburgensis). De eerstgenoemde nestelt
met honderdduizenden in het Verdronken Land
van Saeftinghe, met name op de gasdam en
het gasplateau, maar ook wel elders, zelfs op
een hoge oeverwal midden in het uitgestrekte
schor. Het is een bij met een zeer beperkt
verspreidingsgebied, waarvoor Nederland van
internationaal belang is. Waarschijnlijk is de
56 Alarmfase 1 voor Zeeuwse bijen en wespen