Plooivleugelwespen (Vespidae) Mierwespen (Mutillidae) Plooivleugelwespen danken hun naam aan het feit dat ze in rusthouding de voorvleugels overlangs gevouwen hebben. Van de 29 soorten die uit Zeeland bekend zijn, zijn er tien soorten na 1980 niet meer waargenomen. Deze achteruitgang is waarschijnlijk reëel, want als natuurlijke vijanden van bijvoorbeeld vliegen en muggen hebben ze ongetwijfeld zwaar te lijden gehad van het gebruik van insecticiden. Daarnaast spelen zaken als het verlies van overhoekjes en een te keurig onder houd van boerenerven zeker ook een rol. Tot de plooivleugelwespen behoren de zogenaamde limonadewespen, de geelzwarte wespen die terrassen en attractieparken onveilig maken. Dit zijn zogenaamde sociale soorten die onder aanvoering van een koningin in een kolonie leven. Zo'n kolonie kan zich zowel ondergronds als bovengronds bevinden. Er zijn uit Zeeland acht soorten sociale wespen bekend. De grootste is de hoornaar (Vespa crabro), die in onze omgeving de laatste jaren een opmerkelijke toename vertoont. Naast de sociale limonadewespen worden ook de (solitair levende) metselwespen tot de plooivleugelwespen gerekend. De bekende urntjeswespen, die vaak in of aan gebouwen nestelen, behoren daartoe. Opmerkelijk is het voorkomen van de behangerswesp (Discoelius zonalis) op de eendenkooi in Anna Jacobapolder. Het is een soort die in heel Nederland zeldzaam geworden is. Een andere bijzonderheid betreft de vangst van een veldwesp (Polistes dominulus) in Breskens. Tot op heden waren veldwespen in Nederland uitsluitend in Zuid-Limburg gevangen. Tiphiidae De vertegenwoordigers van de familie Tiphiidae worden wel keverdoders genoemd, omdat de bekendste soorten parasiteren op keverlarven. Uit Zeeland zijn twee soorten bekend, namelijk de keverdoder (Tiphia femorata) en de zandloopkeverdoder (Methoca ichneumonides). Alleen de eerstgenoemde is nog na 1980 waargenomen, ook tijdens het onderzoek van Het Zeeuwse Landschap. In ons onderzoek is de zandloopkeverdoder tot nu toe aan de aandacht ontsnapt, maar het is niet onwaarschijnlijk dat deze nog voorkomt, gezien de talrijkheid van zijn prooidieren. De kleine familie van de mierwespen of Mutillen omvat in Nederland slechts twee soorten die beide in Zeeland voorkomen. Het zijn parasieten, waarvan de vrouwtjes ongevleugeld zijn, waardoor ze vrij sterk op een mier kunnen lijken. Ze leven als parasieten in de nesten van hommels en graafwespen, waar ze de volwassen larven infecteren met een ei. De larve van de mierwesp leeft in het inwendige van een geïnfecteerde, maar nog levende larve van zijn slachtoffer. Mierwespen leven graag op een zandige bodem en in Zeeland zijn ze vooral te vinden in de duinen en in het pleistocene deel van de grensstreek. Mierwespen zijn echter ook gevonden in enkele zandige terreinen in de polders. Knotswespen (Sapygidae) Knotswespen leven als parasiet in de nesten van metselbijen van het geslacht Osmia. Uit Zeeland is slechts één soort bekend, maar ook elders in Nederland zijn knotswespen uitgesproken zeldzaam. Goudwespen (Chrysididae) De vertegenwoordigers van de familie van de goudwespen zijn veelal juweeltjes om te zien. Ze vertonen metaalglanzende blauwe, groene en rode tinten en daardoor zijn ze bijzonder opvallend. Omdat ze als parasiet rusteloos allerlei holletjes en gaatjes inspecteren op zoek naar het nest van een potentiële gastheer, zijn goud wespen niet moeilijk te ontdekken. Ze leven als parasiet in de nesten van onder meer de bijenwolf, verschillende metselbijen, enkele plooivleugelwespen en tal van andere Aculeaten. Er zijn geen specifiek Zeeuwse soorten bekend. Dat een substantieel deel van de uit Zeeland bekende goudwespen verdwenen is, zal voor een deel te wijten zijn aan het verdwijnen van andere soorten bijen en wespen. Als parasiet zijn goudwespen extra gevoelig voor veranderingen in de omgeving. Deze werken niet alleen rechtstreeks door, maar ook via het verdwijnen van gastheersoorten. Figuur 6. De bijenwolf, een in Zeeland algemene graafwesp die de honingbij als prooi kiest. 58 Alarmfase 1 voor Zeeuwse bijen en wespen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2002 | | pagina 20