rcxi vuor/r: o terug naar Aardenburg. Ze trok in bij haar zuster Adriana en diens echtgenoot; toen haar zwager overgeplaatst werd naar Den Haag, ging ze met de familie mee. Nadat de geliefde zus in 1818 was gestorven, heeft Petronella de grote stap gewaagd om zelfstandig in Utrecht te gaan wonen, waar zij tot haar dood is gebleven, bijgestaan door een 'schrijfjuffrouw' annex gezelschapsdame. In de nacht van 3 op 4 januari 1843 is zij in Utrecht gestorven. Zij werd in dezelfde plaats begraven. Het graf van de schrijf ster is in 1895 geruimd; ter plaatse herinnert niets meer aan haar. Werk ln haar politieke geschriften toont Moens zich een voorstandster van vrijheid van drukpers. Haar politieke leermeester, dominee Bernardus Bosch, heeft ongetwijfeld grote invloed op haar gehad; evenals hij was ze lid van de patriottenpartij. Tal van patriottische geschriften zijn van haar hand verschenen, onder andere in het tijdschrift De Menschenvriend. ln 1798 werd zelfs de uitgave van een nieuw weekblad aangekondigd, De Vriendin van 't Vaderland, door Petronella Moens alleen geredigeerd en volgeschreven. Hierin kon zij al haar ideeën over politiek, opvoeding en godsdienst kwijt, de drie pijlers waarop haar werk steunt. Tot in 1778 de Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen van Hiëronymus van Alphen uitkwam, was er geen baanbrekend werk op het gebied van kinderlectuur verschenen. Moens lijkt een ware navolger van Van Alphen te zijn, zowel in de keuze van haar onderwerpen als in de vorm van haar gedichtjes. Ze plaatst goed en kwaad tegenover elkaar om uit te laten komen dat het goede toch altijd beloond zal worden. Het gehele oeuvre van Moens is doortrokken van haar godsdienstige opvattingen. Zij was een groot voorstandster van scheiding van staat en kerk en één heersende kerk wees ze absoluut af. Uit haar werk blijkt duidelijk dat ze tot de meer verlichte christenen behoorde. Ze hield er oecumenische gedachten op na, hoewel ze enige moeite had met de rooms-katholieke kerk. Ze toonde respect voor de joden en vertoefde in kringen van vrijmetselaars. Toch lijkt zij in haar geschriften als algemeen overkoepelend geheel het protestantisme als het ware geloof te beschouwen. Beoordeling Tijdens haar leven genoot Petronella Moens een overvloedige belangstelling. Haar werk werd zeer nuttig gevonden, onder andere omdat ze vaak Verlichtingsdenkbeelden voor het grote publiek op een begrijpelijke manier bracht. Haar blindheid of slechtziendheid speelde vast een rol in de beoordeling, in elk geval werd die bij bijna elke bespreking als een criterium gebruikt. Dienstbaarheid aan het algemeen belang stond bij Moens hoog in het vaandel en dat was zeker in de achttiende eeuw een positief punt bij recensies, ln de negentiende eeuw ging men meer expressieve literatuur verlangen, waarna Moens in de vergetelheid raakte, ln letterkundige handboeken wordt ze slechts zijdelings genoemd.2 De brieven in de handschriftencollectie van het Zeeuws Genootschap De bewaard gebleven brieven in de hand schriftencollectie van het Genootschap zijn door Petronella Moens aan J. van Dam Th-zoon geschreven in de jaren 1832 tot halverwege 1840.3 Van Dam was een jonge onderwijzer, die achtereenvolgens in Naarden, Nijmegen, Hoorn en Woerden woonde. Kennelijk heeft hij als aankomend dichter vooral belangstelling voor haar gevorderd schrijverschap, want uit de correspondentie is niet te merken dat hij veel schrijft over zijn werk in het onderwijs; in elk geval wordt er door Moens nauwelijks op gereageerd. M,m Figuur 2. Petronella Moens dicteerde haar brieven en teksten aan een 'schrijfjuffrouw'. Haar handtekening zette zij echter zelf. ZB, KZGW, handschriftenverzameling, nr. 4448 (brief van april 1834 aan J. van Dam). 62 Genootschapsverzamelingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2002 | | pagina 24