Aanwinsten ruilverkeer G.G. Trimpe Burger-Mekking Holland, Archeologische Kroniek (33c jaargang 2001) is uitgegeven door de Historische Vereniging Holland. Het boekje begint met een inleiding en geeft daarna de 'Archeologische kroniek Noord-Holland 2000' door W. Blazer, waarin de archeologische vondsten en opgravingen genoemd worden van de plaatsen Alkmaar tot en met Zwaag. Vervolgens komt de 'Archeologische kroniek Zuid-Holland 2000' door R. Proos, met Alblasserdam tot en met Zwijndrecht. De laatste jaren zijn er grote veranderingen tot stand gekomen in de Nederlandse oudheidkunde. Archeologen praten nu met projectontwikkelaars en wegenbouwers, ze participeren in de vorm geving van het nieuwe Nederlandse landschap en ontwikkelen cultuurhistorische beleidskaarten. Aan de universiteiten wordt het vak 'maat schappelijke archeologie' onderwezen. Een belangrijke rol bij de totstandkoming van deze ontwikkelingen is vervuld door de ondertekening van het verdrag van Malta door Nederland in 1992. Dit verdrag regelt hoe partijen dienen om te gaan met archeologische waarden. Enerzijds hebben we te maken met behoud ter plekke, het in situ bewaren, anderzijds, als behoud geen reële optie is, moet een opgraving uitgevoerd worden waarbij de informatie uit de bodem zo goed mogelijk wordt vastgelegd. Naast behoud en beheer van het archeologisch erfgoed is het uitdragen van kennis daarover steeds belangrijker geworden. Deze publicatie, Holland, Archeologische Kroniek, kan daarbij een rol vervullen. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur geeft het driemaandelijks verschijnende tijdschrift Traditie uit. In Traditie 2002, eerste aflevering, worden tradities omschreven als het culturele cement van een samenleving. Pas in een snel veranderende wereld worden mensen zich ervan bewust dat ze een verleden hebben. Tradities worden dan ook nergens zo gecultiveerd als in de moderne geïndustrialiseerde samenleving. Dit wordt gedemonstreerd in het artikel 'Hongerdoeken weer in zwang' van Everhard Jans. Hongerdoeken komen sinds de elfde eeuw voor. Ze werden in de vastentijd opgehangen tussen het schip en het koor van de kerk, om het altaar aan het oog van de gelovigen te onttrekken, en moeten in verband gebracht worden met de opvatting dat de mens onwaardig was om het altaar te betreden. De hongerdoeken, ook vastengordijnen of smachtlappen genoemd, zijn het symbool van vasten en boete voor de kruisdood van Christus. In de late Middeleeuwen ging men het vastengordijn versieren met voorstellingen uit het lijdensverhaal. Na de Reformatie is dit gebruik in Nederland verdwenen, in Duitsland werd de hongerdoek in ere gehouden. In de Grote Kerk in Almelo is in 1998 weer een hongerdoek opgehangen en daarna heeft de moderne versie van de doek haar plaats in de kerk van nu veroverd. Naast Traditie verzorgt het Nederlands Centrum voor Volkscultuur het nieuwsblad Alledaagse Dingen. Er zijn veel ontwikkelingen in de volkscultuur wereld. Vooral de laatste jaren wordt steeds meer ingezien dat materieel en immaterieel erfgoed onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, en het ligt dan voor de hand dat er naast monumenten zorg ook volkscultuurzorg komt. Unesco vestigde in 1989 tijdens een algemene conferentie in Parijs de aandacht op 'het belang van het immateriële erfgoed voor de culturele identiteit van elke natie en voor de diversiteit van de mensheid in zijn totaliteit'. Regelmatig worden over dit onderwerp nu internationale conferenties gehouden, waarbij vertegenwoordigers van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur aanwezig zijn: dit orgaan is namelijk door de Nederlandse overheid aangewezen als aanspreekpunt op het terrein van de volkscultuur. In het nummer 2002, 1 van Alledaagse Dingen wordt duidelijk gemaakt dat de traditionele folklore gedocumen teerd dient te worden, en verzameld en bewaard in speciaal daarvoor gecreëerde archieven of musea. Daarnaast is het belangrijk folklore door te geven aan jonge mensen en te promoten voor een breder publiek. 68 Aanwinsten ruilverkeer

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2002 | | pagina 30