Bij de berekening kunnen vraagtekens worden
gezet. Er zijn drie bepalende componenten in de
berekening van de balans tussen kosten en
baten, te weten de hoogte van de investering,
de hoogte en groei van de toekomstige inkomsten,
en de discontovoet waarmee de toekomstige
inkomsten contant worden gemaakt. Ik beperk
mij tot het laatste element, de discontovoet.
Zou het project een puur bedrijfsmatig project zijn,
dan weeg je de investering af tegen de toe
komstige inkomsten door deze 'contant te
maken' tegen een rentefactor (discontovoet).
Deze discontovoet moet een goede weerspiege
ling zijn van het risico van het project en het
rendement dat daarbij wordt verlangd. Ook in de
mer wordt deze berekeningswijze gehanteerd,
maar wordt een discontovoet van 6% gekozen,
een niveau dat past bij staatsobligaties. Impliciet
betekent deze keuze dat de toekomstige stroom
van haven- en kadegelden als '100°/o zeker' wordt
verondersteld. En dan nog is het qua rendement
een marginaal project, waaraan impliciet een
'eenmalige subsidie' ter grootte van 6 miljoen
wordt geschonken."
Grosso modo worden in het bedrijfsleven echter
discontovoeten van 12-15% gehanteerd.
Dit is een gewogen gemiddelde van 'marktrente
van vreemd vermogen' en vereist 'rendement
op eigen vermogen'. Een herberekening met een
dergelijke discontovoet resulteert in een 'een
malige subsidie' van 180 tot 210 miljoen,
waarbij ik gemakshalve blind vaar op de overige
aannamen van het rapport. Stel datje deze
subsidie op een andere manier zou besteden,
bijvoorbeeld aan 100% gesubsidieerde arbeids
plaatsen, dan zou je hiermee grosso modo
7000 tot 8500 mensjaren arbeidsplaatsen kunnen
betalen - gemeten over de levensduur van
30 jaar, die in de berekening is verondersteld,
komt dat dus neer op globaal 230 tot 280
arbeidsplaatsen structureel. Dat is een zeer hoge
prijs die niet tot uiting komt in de mer en een
ander licht werpt op het project.
Werkgelegenheid en uitstralingseffecten
De wct levert volgens de mer in 201 5 uiteindelijk
800 directe arbeidsplaatsen op en 1400 tot
1900 indirecte arbeidsplaatsen. Vooral de laatste
berekening is - naar mijn overtuiging -
een sterke overschatting van het werkelijke effect.
Beginnend met de directe werkgelegenheid (800
arbeidsplaatsen), is de eerste constatering dat
hiermee huidige kencijfers van Hesse-Noord
Natie uit Antwerpen worden geprojecteerd op
Vlissingen in 201 5. Hesse-Noord Natie heeft nu
reeds een tamelijk arbeidsintensieve werkwijze
in vergelijking met andere containerterminals.
Verondersteld mag worden dat in 1 5 jaar tijd
technologische vooruitgang zal leiden tot een
stijging van de arbeidsproductiviteit en dus
tot een kleiner aantal directe arbeidsplaatsen.
Een tweede kanttekening betreft de samen
stelling van de directe werkgelegenheid, waarvan
bijna een kwart van de arbeidsplaatsen middel
baar/hoger opgeleid zou zijn. Een dergelijke
verdeling hoort eerder bij een hoofdkantoor van
een mondiale transportonderneming dan bij
een operationele sublocatie van een dergelijke
onderneming.
Voor wat betreft de indirecte werkgelegenheids
effecten, heeft de mer hoge verwachtingen over
de 'spinoff die de komst van de WCT zal hebben.
Tot op heden is de haven van Vlissingen een
lokale haven voor de lokaal gevestigde industrie
en handel, met andere woorden slechts het
begin- en eindpunt van vervoersstromen en niet
een overslagpunt. De komst van de WCT gaat
hierin verandering brengen en maakt van Zeeland
een logistiek knooppunt. In het kielzog daarvan
zullen allerlei logistieke dienstverleners zich
in de onmiddellijke omgeving vestigen met grote
werkgelegenheidseffecten.
Naar mijn inschatting is dit perspectief onjuist.
Zeeland is niet de eindbestemming van de
aangelande containers. De Zeeuwse haven wordt
evenmin de plaats waar de containers 'gede-
consolideerd' worden (in stukjes deellading
opgesplitst) om daarna fijndistributie naar de
eindbestemming van de goederen te krijgen.
Daarvoor ligt Vlissingen simpelweg op een plaats
die te ver is afgelegen van de eindbestemmingen
van de vracht.
Een analogie met de markt voor verzending van
postpakketten is illustratief, tpg Post en
Van Gend Et Loos zijn de marktleiders op het
gebied van de fijndistributie van pakjes.
Zij zoeken voor de overslagfunctie van deze zeer
grote goederenstromen landelijk en regionaal
strategisch gelegen locaties middenin de drukkere
bevolkingsgebieden, waar de vervoersstromen
92
De Westerschelde Container Terminal