Slavernijverleden:
herdenken of vergeten?
Cynthia McLeod
(Paramaribo, 1936) is auteur van diverse romans over de
geschiedenis van Suriname en van (historische) studies.
Zij is de dochter van Joh an Ferrier
die de eerste president van Suriname was.
Op 15 juni 2002 organiseerde het Humanistisch
Verbond in samenwerking met het Zeeuws
Archief en het COS Zeeland een discussiemiddag
over Zeeland en het slavernijverleden.
Onderstaande tekst is die middag door Cynthia
McLeod uitgesproken.
Het thema van deze dag gooit al meteen de
knuppel in het hoenderhok, want volgens mij
kan deze vraag niet eens gesteld worden.
Het antwoord moet zijn: herdenken.
En waarom? Er zijn twee belangrijke redenen:
1. Als Nederland het slavernijverleden zou
willen vergeten, dan moet men consequent zijn
en alles van die tijd vergeten; dus geen musea
meer met werken van de grote meesters,
nooit meer praten over de Gouden Eeuw,
geen Middelnederlandse literatuur, etc.,
want dat was dezelfde tijd als de slavernij.
Dat kan natuurlijk niet, het mooie uit de
geschiedenis mag best geëtaleerd worden.
Maar evenzo kun je van een bepaalde tijd niet
een aspect benadrukken en een ander vergeten.
2. Als de Middelburgse Commercie Compagnie
stenen of boomstammetjes had vervoerd,
dan had men dat misschien kunnen vergeten,
maar bij de slavenhandel ging het om mensen.
Een derde van die mensen overleefde die
vreselijke overtocht niet, maar diegenen die
wel overleefden, hebben nazaten en een
deel van die nazaten zijn nu Nederlanders.
Zij, die Nederlanders met een donkere
huidskleur, zouden graag wat meer begrip
willen hebben van de blanke Nederlanders voor
het feit dat ze in Nederland wonen en menen
dat ze vanwege hun achtergrond, en daartoe
hoort ook dat slavernijverleden, het volste recht
hebben om hier te zijn en te profiteren van de
weldaden van deze welvaartsstaat. Sommige
mensen zullen naar voren brengen dat de
slavernij 139 jaar geleden al is afgeschaft.
Waarom moet men dan nu nog bezig zijn hier
mee? Het is eigenlijk niet 'nu nog' maar het is
'pas nu'. Waarom wordt er nu wel over slavernij
gesproken, maar hoorde je in Nederland twintig
jaar geleden nauwelijks iets hierover en veertig
jaar geleden helemaal niets. Dat zou ik in dit
praatje graag aan u duidelijk willen maken.
Op 1 juli 1863 klonken 21 kanonschoten in
Paramaribo. Het plein voor het gouvernement
spaleis was stampvol mensen in witte kleding
en met schoenen aan, die luisterden naar
de speech van gouverneur Van Landsberge.
De speech begon met: 'U zijt nu allen vrij!'
En verder ging de gouverneur met: "Weest u ook
recht dankbaar en vergeet u nimmer wat uw
meesters voor u gedaan hebben.' Dit nu is het
aspect dat aldoor benadrukt werd door de
koloniale overheid: 'Je bent vrij, wees dankbaar'.
In 1913, het overgrote deel van de Surinaamse
bevolking was heel arm, werd bij de herdenking
van 50 jaar afschaffing van de slavernij een groot
metalen medaillon met het hoofd van Koning
Willem lil onthuld in de voorgevel van het
gebouw van Financiën op het gouvernements
plein. Op allerlei manieren was de bevolking
bijgebracht dat ze vooral deze koning dankbaar
heid verschuldigd waren. Het geld voor dat
medaillon (het bestaat nog) was door de arme
bevolking bijeengebracht met centen en stuivers.
Het Hollands offensief
ln de tijd van slavernij waren er heel wat
geboden en verboden voor slaven. Zo moest
een slaaf altijd heel nederig zijn tegenover zijn
meester, hij mocht nooit tegenspreken,
mocht nooit de meester in de ogen kijken.
Slaven mochten zich niet Europees kleden,
mochten geen schoenen dragen, mochten geen
christenen worden, geen onderwijs krijgen en
geen Nederlands kennen. Maar nadat de slavernij
was afgeschaft, was Nederland van mening dat
er goed algemeen onderwijs in Suriname moest
komen om de mensen op te voeden tot
verantwoordelijke burgers; dat gebeurde ook.
Suriname kreeg reeds in 1876 de leerplicht
(16 jaar vóór Nederland). Er werd ook beslist
dat in Suriname, een Nederlandse kolonie,
maar één soort onderwijs mogelijk was en dat
was het Nederlandse onderwijs. De Surinaamse
kinderen kregen dus precies hetzelfde onderwijs
als kinderen in Nederland. Het ging nog veel
verder; de koloniale overheid, de Hollanders dus,
had de intentie om van Suriname te maken een
echte Hollandse volksplanting, 'de Nederlandse
102 Slavernijverleden: herdenken of vergeten?