Maar het probleem is dat veel historische weten
schappers - Arie de Kraker ontpopte zich in zijn
bijdrage als hun woordvoerder - helemaal geen
zin hebben om mooi of boeiend te schrijven.
Ik heb het gevoel dat in zijn visie een historisch
werk, datje vanaf pagina een 'pakt' en je in een
ruk meeneemt naar het slot, alleen daardoor al
verdacht is. Boeiend schrijven lijkt welhaast per
definitie onwetenschappelijk. Hoe saaier hoe
wetenschappelijker en - dus! - hoe belangrijker.
Wat een onzin!
Je vindt dat de Zeeuwse historische boeken niet
goed geschreven zijn?
Ik vind inderdaad dat de meeste niet uitnodigen
tot verder lezen. Ik heb een proef gedaan door
een stuk of tien proefschriften van de laatste
jaren op een willekeurige pagina open te slaan en
daar te gaan zoeken naar een paar boeiend
geschreven alinea's of desnoods een sprankelende
zin. Het was in de meeste gevallen treurigheid
troef. De tekst is bijna steeds te dor, te duf en te
detaillistisch. Bijna nooit heb je het gevoel dat
de historicus zich er tijdens het schrijven bewust
van was dat er ook nog zoiets als een lezer is.
Maar een wetenschappelijke studie is soms te
ingewikkeld om er een makkelijk verhaal voor
het grote publiek van te maken.
Dat zou kunnen, hoewel dat zeker niet voor
alle proefschriften geldt die ik zie. Bovendien
pleit ik hier niet voor makkelijk geschreven werk,
ik pleit voor boeken met een eigen herkenbare
stijl, boeken die met intelligentie geschreven
zijn, boeken met een ziel.
Niet iedereen kan datook al zou hij willen.
Ik heb de indruk dat het meestal niet eens
geprobeerd wordt. En toch liggen al die boeken
wel in de boekwinkel en richten zich dus op het
grote publiek. Wie schrijft met de instelling
dat alleen de kleine parochie van vakbroeders het
maar hoeft te kunnen volgen, moet geen forse
subsidies opeisen. Gemeenschapsgeld vragen
voor een luxueus uitgevoerd werk dat zo
onleesbaar geschreven is dat de meeste 'gewone'
mensen er niet doorheen kunnen komen,
vind ik schaamteloos. Zo'n prachtwerk oogt
misschien interessant op de salontafel,
maar het hoort in een kleine oplage in een
sobere wetenschappelijke serie te verschijnen.
Als we jouw zin zouden doen, komen er in de
toekomst veel minder historische boeken
in de boekwinkel terecht.
Ik hoop juist dat er veel historische boeken op de
markt blijven komen. Maar de historici moeten
eens hun best gaan doen om boeken te schrijven,
waarin over elke zin is nagedacht. Niet alleen
inhoudelijk, maar ook qua vorm en stijl.
Het is toch niet teveel gevraagd om bij het begin
van elk hoofdstuk goed na te denken over een
beeldende beginzin, waarmee je de lezer kunt
'pakken' en verder meenemen in hun verhaal
over het Zeeuwse verleden. Wie dat niet kan,
wie de lezer niet van alinea naar alinea weet mee
te voeren, moet inzien dat hij als schrijver is
mislukt.
Ook als geschiedschrijver?
Ja, een historische studie voltooien is een, er een
goed boek over schrijven is twee. Als je jezelf
geschiedschrijver wilt noemen, zul je meer uit de
kast moeten halen dan domweg zinnen achter
elkaar zetten. Schrijven is een vak dat energie
en inspiratie vraagt. En er zijn genoeg bewijzen
dat het kan. Ik heb me bijvoorbeeld door
A. van Deursen laten meeslepen in zijn studie
over het dorp Graft in de zeventiende eeuw
[Een dorp in de polder) en ik heb in Rituele
Repertoires van Gerard Rooijakkers gezien hoe je
een studie over de volkscultuur in Oost-Noord-
Brabant in een goed lopend verhaal kunt vangen.
Terug naar de inhoud. Je had het over relevante
geschiedschrijving, maar je hebt nog niet verteld
wat jij eigenlijk relevant vindt.
Dat is de zoektocht naar informatie over het
verleden die ons heden ten dage de ogen kan
openen. Dat is het brengen van historische
informatie die kan voorkomen dat we in de
toekomst dezelfde fouten maken als die vroeger
al eens werden gemaakt, informatie ook die ons
doet inzien dat er nog zaken uit het verleden zijn
waarmee we als samenleving - of groep binnen
de samenleving - nooit in het reine zijn gekomen.
Daarom vind ik het ook goed dat historici de
zaak Srebrenica hebben onderzocht. Zo'n onder
zoek levert het effect op van 'de steen in de
vijver'. Zoals ook de boeken van Loe de Jong en
van Presser over de Tweede Wereldoorlog meteen
voor discussie in de samenleving zorgden.
Dat zou ik ook in Zeeland willen zien gebeuren.
Geschiedschrijving in Zeeland (3)
83