Figuur 5. Een werk van Ko de Jonge voor Birds en Borders. Foto: Tien Heestermans. reputatie van de organisator en of te verwachten valt dat de organisator zich zal houden aan de ongeschreven regels van het netwerk. Het is een beetje lachwekkend, maar mailart, ontstaan in de woelige jaren zestig, is gebonden aan enkele strakke regels, die natuurlijk vervolgens op allerlei manieren worden overtreden. Die regels gelden voornamelijk de projecten. Zo verplicht de organisator zich een tentoonstelling te houden van al het ontvangen werk. De tentoonstelling wordt meestal gehouden in een ruimte buiten het 'reguliere' kunstcircuit, zoals boekhandels, bibliotheken, postkantoren, treinstations, jongerencentra en scholen. Mailart is niet te koop en er wordt dus eigenlijk door niemand geld aan verdiend. Er vindt geen selectie plaats. Soms zien organisatoren zich gedwongen de regels aan hun laars te lappen. Alle ingezonden werken zijn dan op de tentoon stelling aanwezig, maar niet alles is ook zichtbaar. Gefrustreerde uitingen op seksueel gebied en fascistoïde beeldmateriaal blijken vaak afkomstig van onbekende, onervaren deelnemers die gewoonlijk binnen korte tijd weer uit het netwerk verdwenen zijn. Selectie kan natuurlijk ook gebeuren vanuit kwalitatief oogpunt. 'Jeder Menseh ist ein Künstler', zei Joseph Beuys. Een uitspraak die door velen gebruikt en misbruikt is en zich goed leent om het niet- toepassen van selectie te rechtvaardigen. Jaren later viel op een enveloppe de reactie te lezen van Ben Vautier: 'Who the Hell said everybody is an artist?'. In principe geldt de uitnodiging voor iedereen, mailartist of niet. Vaak wordt op de uitnodiging het verzoek vermeld om de uitnodiging door te sturen en zo breidt men het eigen netwerk uit. Rigide netwerkers reageren niet op een uitnodiging waarvan ze weten dat die is verstuurd naar vooraf geselecteerde mailartists. De organisator zorgt voor documentatie door middel van een catalogus, die zeer luxe kan worden uitgevoerd. De mailartregel zegt echter slechts dat de deelnemers documentatie ontvangen. Het organiseren van een project staat dus open voor iedere beurs, want één A-viertje met de namen van alle deelnemers en een kleine toevoeging volstaat al. Ik herinner mij mijn ergernis toen ik voor de eerste keer een museumzaal betrad waar vermeld stond welke firma de betreffende tentoonstelling had mogelijk gemaakt. Zoiets went kennelijk, maar de vermelding dat zonder één of ander bedrijf de tentoonstelling niet mogelijk was geweest gaat mij nog steeds te ver. Bij mailart- projecten zien we dezelfde ontwikkeling en sommige organisatoren proberen met hulp van bijvoorbeeld de plaatselijke bank een glossy catalogus te fabriceren. Soit! Ik bewaar goede herinneringen aan het knip- en plakwerk tijdens de vervaardiging van de catalogi bij mijn eigen projecten. Naast de adressenlijst kunnen in een catalogus afbeeldingen opgenomen worden van ingezon den werken. Afhankelijk van het onderwerp zijn vaak ook relevante artikelen opgenomen of ontvangt men het laatste nieuws over mailart en het netwerk. Het ligt voor de hand dat het organiseren van een project zonder afsluiting door middel van een catalogus in welke vorm dan ook tot gevolg zal hebben dat individuele mailartists bij een volgende oproep naar zo'n organisator geen werk meer sturen. Mailart 131

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2002 | | pagina 13