In de loop der eeuwen legde men in en rond de Mariakapel een aantal malen tomben en skeletten bloot. Onder meer in 1679 werden beenderen opgegraven. Een toen gemaakte schets is verloren gegaan, zodat de vindplaats onbekend is. Aangenomen werd dat de botten van de heren en vrouwen van Veere afkomstig waren.41 In december 1822 kwamen naast de fundamenten van het koor ook de grafzerk van kanunnik Willem Janszone Baerde naar boven. In 1956 werden, buiten de kapel, op enige afstand van de koorafsluiting, zeven skeletten aangetroffen.42 Waarschijnlijk behoorden de beenderen aan leden van de hofhouding die buiten de kapel werden begraven. De tomben en skeletten die in de loop der jaren aan het licht kwamen, liggen nog steeds onder de grond. Er zijn geen afbeeldingen van bekend. De verwoesting van de Mariakapel Na de dood van de laatste heer van Veere, Maximiliaan van Bourgondië, in 1 558, verviel het kasteel aan zijn minderjarige neef Maximiliaan van Hennin-Liétard. Toen Van Hennin-Liétard eenmaal meerderjarig was, deed hij afstand van de erfenis. In 1 565 werd de boedel in verschillende percelen verdeeld en geveild. Koning Philips li kocht in 1567 een groot aantal percelen, waaronder Veere. De koop ging niet door omdat de koopsom nooit werd betaald en vanwege de opstand tegen Spanje verviel de overdracht definitief. In 1581 werd het markizaat voor een tweede keer verkocht en ditmaal aan prins Willem van Oranje. Het kasteel had al kort na 1 558 te lijden onder achterstallig onderhoud en raakte in verval. Waarschijnlijk was dit ook het geval met de kapel. In 1572 legerden Franse soldaten op het kasteel die de kapel verwoestten en in brand staken.43 Tot dan toe was het kapittel blijven bestaan. Jan Frisque, beheerder van de geldmiddelen van het kapittel, ontving tot en met 1 572 geld van de stad voor aankopen voor de kapel, zoals waslicht, hosties en miswijn. Daarnaast kreeg hij jaarlijks een bedrag aan rente uitgekeerd zoals gebruikelijk was.44 De kanunniken moesten na de verwoesting van hun kapel vluchten, maar het is niet bekend waar ze heen zijn gegaan. Volgens Ermerins namen zij rekeningen, charters en andere belangrijke papieren mee, hoewel het ook mogelijk is dat deze zaken in 1565 al in veiligheid waren gebracht in de kerk van Veere. In de achttiende eeuw waren ze in ieder geval verdwenen.45 In 1 573 was de kapel volledig afgebroken, want in de inmiddels verloren gegane stads rekening van dat jaar komen geen uitgaven voor met betrekking tot de kapel. De bezittingen van de kosterij en het kapittel werden in Veere verkocht.46 In het Zeeuws Archief is weinig archiefmateriaal bewaard gebleven met betrekking tot de heren van Veere. Mogelijk duiken er in de toekomst elders nog archiefstukken op die interessante, nieuwe gegevens bevatten. Conclusie Uit mijn onderzoek blijkt dat adellijke families, zoals de heren van Veere, in de late Middel eeuwen een grote rol speelden in het cultureel- religieus leven in de heerlijkheden die zij bezaten. Er ging namelijk een grote stimulans uit van de relatie die een heer had met de kerkelijke instellingen binnen zijn heerlijkheden. Hij had een duidelijke, en vaak langdurige, juridische relatie met de parochiekerken daar en woonde geregeld diensten bij. Bovendien stelde de Kerk rijke particulieren, zoals de heren van Veere in staat zelf missen te stichten om zo bij te dragen aan hun zielenheil en om God te eren. Ze besteedden dus niet alleen aandacht aan de verfraaiing van het kerkgebouw, maar ook aan de vermeerdering van de kerkelijke diensten. Het cultureel-religieus leven van de heren van Veere speelde zich voornamelijk af in de Mariakapel van kasteel Sandenburgh. Hier vonden belangrijke gebeurtenissen in hun leven plaats: doop, huwelijk en begraven. De heren waren er zowel tijdens hun leven aanwezig, bijvoorbeeld via schenkingen, als na hun overlijden, via memorie diensten en de wapenschilden op glas-in- loodramen. De kapel fungeerde als grafkerk en kon bovendien worden bezocht door de plaatselijke bevolking. De huiskapel binnen de kasteelmuren was meer bedoeld voor de privé-devotie van de familie Van Borsele. De heren van Veere vormden met deze invulling van hun cultureel-religieus leven zeker geen uitzondering in het Zeeland van voor de refor matie. De samenleving was immers voor een groot deel afgestemd op het beeld dat men had van het hiernamaals. Daarnaast speelde ook het aardse motief om de macht en rijkdom van de familie te tonen een grote rol bij de stichtingen en schenkingen. 142 De heren van Veere en de Mariakapel

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2002 | | pagina 24