Boekbesprekingen
A.P. de Klerk (eindred.),
Werken met Zeeuwse kaarten. Handleiding
bij het gebruik van oude topografische kaarten.
Utrecht 2002. 128 blz., gebrocheerd.
Prijs: 17,95.
Zeeland kent een lange traditie op het gebied
van de kaartbeschrijving. Zij begint in 1874
met het eerste deel van Van Visvliets Inventaris
van het Oud-Archief der provincie Zeeland,
weldra gevolgd door het eerste deel van Zelandia
Illustrata van Lantsheer en Nagtglas (1879)
en reikt via De Waards Inventaris van Kaarten
en Tekeningen in het Rijksarchief (1915) via
deel I van Ungers Catalogus van den Historisch-
Topographischen Atlas van het Zeeuwsch
Genootschap Gedrukte kaarten en plattegronden
(1931) tot aan het in 1983 door Gittenberger
en Weiss verzorgde Zeeland in oude kaarten.
Onlangs werd aan deze indrukwekkende serie
inventarissen en beschrijvingen de hier besproken
systematische en analytische handleiding
voor het gebruik van oude topografische kaarten,
getiteld Werken met Zeeuwse kaarten toege
voegd. Maar liefst een 27-tal ter zake kundige
auteurs gaat in op 34 kaartvoorbeelden.
Kaarten die volgens de in 1995 door Marijke
Donkersloot-de Vrij - die zelf meewerkte
aan de beide inleidende hoofdstukken -
ontworpen typologie in elf klassen zijn verdeeld.
Een classificatie die bewust weinig eer doet aan
de chronologie, maar des te meer aan het doel
waarvoor de kaarten ooit werden vervaardigd
alsook aan hun huidige gebruiksmogelijkheden
als hulpmiddelen voor (amateur-)historici,
genealogen, (historisch-)geografen, stedenbouw
kundigen en planologen. Voor hen is het
nadrukkelijk als handleiding aangeprezen boek
dan ook bedoeld.
Al even uitdrukkelijk is de keuze die de redactie heeft
gemaakt voor topografische kaarten, dat wil
zeggen kaarten die informatie bieden over
de natuurlijke en kunstmatige objecten in het
landschap. Wie thematische kaarten zoekt of
historische kaarten die een reconstructie geven
van ruimtelijk kenbare fenomenen in het
verleden zal in dit werk tevergeefs zoeken.
Zoals eindredacteur Aad de Klerk terecht
opmerkt, 'deze gids moet niet worden opgevat
als een handboek voor de cartografie van
Zeeland'. Wij zouden daaraan willen toevoegen
'en evenmin voor de historische geografie van
deze waterrijke provincie'. Het is voorts opmerk
elijk dat men heeft afgezien van plaatsing van
Zeeuwse kaarten die buiten Zeeland worden
bewaard.
Dat neemt niet weg dat beroeps en amateurs op
het terrein van de historische geografie veel
van hun gading vinden. Meer dan elders in de
Nederlanden weerspiegelt de cartografie van
Zeeland immers zowel de strijd tegen het water
als die tegen de Spaanse of Franse vijand.
Waarbij een kaart als het uit circa 1750 date
rende Plan der Stad Hulst van de hand van
David W.C. Hattinga aangeeft hoezeer datzelfde
water op zijn beurt de verdedigers van het
Republikeins patrimonium te stade kwam.
Activiteiten kortom, die tonnen gelds kostten
en waarvan verschillende kaarten in Werken
met Zeeuwse kaarten een afspiegeling vormen.
Zo valt het relatief grote aantal waterbouwkun
dig-civiele en militaire kaarten op. Geen wonder
waar het thans tot Zeeland behorende voormalige
Staats-Vlaanderen eeuwenlang frontlijn was en
deze provincie verreweg de langste kustlijn had.
Typisch Zeeuws (en Vlaams) zijn de vele kaarten
die ten behoeve van de ommelopers, ook wel
overlopers of everingboeken genoemd (dat zijn
beschrijvingen van de gronden ten behoeve
van de polderbelasting), werden vervaardigd.
Ze dateren merendeels uit de zeventiende
en achttiende eeuw en ze vormen een jaloers
makende schat aan kostelijke gedetailleerde
pre-kadastrale kaarten. Ook deze kaarten hielden
verband met de strijd tegen het water, want op
basis van de ommelopers werden de polderlasten
vastgesteld.
In zijn uit maart 1772 daterende Memorie over
het verval der welvaart van Zeeland brak de
latere raadpensionaris van Zeeland en Holland,
162
Boekbesprekingen