5)
Gezondheidscommissies alles telden wat leefde
of doodging, maar waaruit geen conclusie
werd getrokken. Ondanks alle verbeteringen,
de drinkwaterleiding en de riolering, gebeurde
het in Dordrecht in de jaren dertig van de
twintigste eeuw nog dat in de arme arbeiders
buurten de ratten in huis over de kinderbedjes
liepen en zelfs lezen wij in een bericht dat
de ratten een baby in zijn wieg zo hadden
aangevreten dat het kind aan zijn verwondingen
overleed.
Ingezonden.
Door ile Vereniging lot bevordering der volksgezondheid
alhier is een onderzoek ingesteld omtrent de deugdelijkheid
van Melk* welke hier ter stede wordt verkocht. Do uit
komst daarvan was als volgt
Naam van ilcn Yerkoopcr.
Woonplaats.
Bijgevoegd
Water*
(volgens de tabel
van Klencke).
11. Peeters
Dub.bc ld am.
J. Becourt
30
W. Tol
29
A. Sciienk
28
G. Tol
26
Wed. van" Krimpen
26
•T. in 't Veld
20
II. in 't Veld
19
L. van deii Linden
13
1'. Kuipers
13
•Tan Vetii
Papendree Ut.
36
K. Ooms
25
.T. Kraal
24
W. van Dalen
23
Wed. Kraal
22
es J,
G. Bezemer
21
P. Kraal
21
van Wingerden
20
L. Vetii
H
A. Dekker
13
C. Verheul
13
11
A. Vetii
7
C. Mqokhoek
Dordrecht.
20
Vtouw Brand, mclkwinkcl.
47
M. den Broeder,
25
Vrouw de Jong,
19
Uit bovenstaande tabel blijkt dat do melk, welke hier ter
stedo verkocht wordt, in meerdere of mindere mate met wa
ter vermengd of door afrooming gedeeltelijk van hare voe
dende bestanddeclcn beroofd wordt. Jntusschcn is het niet
altijd met juistheid tc bepalen in hoeverre er afrooming of
toevoeging van water heeft plaats gehad, en het spreekt dus
van zelf dat in bovenstaande tabel do aangegeven hoeveel
heid bijgevoegd water" in sommige gevallen niet de juiste zijn
zal, hetgeen echter in den aard der zaak geen verschil op
levert.
Figuur 1.
Water bij de melk te Dordrecht, eind negentiende eeuw.
Tellen deed men dus al vanaf de achttiende eeuw,
maar het duurde nog tot de Franse school van de
Annales die onder Braudel en Emanuel be Roy
Ladurie de lange-termijnstructuren - in reeksen
vertaald - ging gebruiken voor de verklaring van
de gebeurtenissen op microniveau. Onder de
historici wordt aan de comparatieve analyse in
de geschiedbeoefening absoluut grote waarde
toegekend, met name omdat deze methode een
zekere objectiviteit heeft ingebracht in een
tak van wetenschap die erg gevoelig is voor het
persoonlijk oordeel van de geschiedschrijver.
Soms verwarde men dat met die methode als
'wetenschappelijk' te kwalificeren. In Zeeland ligt
er nog een groot terrein braak dat met behulp
van vergelijkende tellingen bewerkt kan worden.
Ik zou dan ook graag zien dat de vele vrij
willigers die zich met de Zeeuwse geschiedenis
bezighouden, zich op de telling en statistieken
van mensen, materialen en middelen van
bestaan gaan richten. Pas bij een overvloed aan
materiaal op dit vlak, kan met het middel van
de comparatieve analyse gewerkt worden aan een
beschrijving van de lange-termijnstructuren.
Kenterend tij
Maar de kwantitatief-comparatieve methode
heeft zijn langste tijd gehad, of beter gezegd,
het heeft zijn dominantie verloren. Zoals ik
hierboven al aangaf, het tij is langzamerhand
gekeerd. De mode richt zich meer op het
verhalende, niet meer alleen op de grafieken en
statistieken, maar op het menselijke element in
de lange lijn van gebeurtenissen en golfbewe
gingen. Het sociologische jargon, de tabellen en
grafieken, de wiskundige bewerkingen spreken
niet erg tot de verbeelding en het gaat in
de geschiedschrijving nu juist ook om die
'verbeelding' van het verleden. Daarom zou ik
toch ook een lans willen breken voor de petite
histoire, de geschiedenis van het evenement,
de menselijke maat in het verleden, de rol van
individuen en het werk van de gewone man.
Dat is natuurlijk een beetje gevaarlijk, want een
halve eeuw lang heeft men het evenement in de
geschiedenis verguisd en als onwetenschappelijk
afgedaan, als iets dat toevallig op dat moment
gebeurde, maar waaraan geen grote betekenis
werd toegekend, immers het evenement is maar
een stipje op de lijn van de longue durée.
Nu stopt het verhaal natuurlijk ook niet bij alleen
die kleine, afzonderlijke evenementjes. Het idee
dat de historicus die evenementen, al die feitjes
samen, als een kralensnoer aan elkaar zou
124
Geschiedschrijving in Zeeland (4)