Aanwinsten ruilverkeer G.G. Trimpe Burger-Mekking Publicaties uit onze provincie worden meestal in Zeeuwse tijdschriften gesignaleerd of besproken. We nemen die aanwinsten daarom gewoonlijk niet op in deze rubriek. Toch dit keer een uitzondering voor een prachtig jaarboek: Aaneengeregen tijdankers (Bijdragen tot de geschiedenis van West-Zeeuws-Vlaanderen, nr. 30), uitgegeven door de Heemkundige kring West-Zeeuws-Vlaanderen. Het boek opent met het artikel 'Historische geografie van de Zwinstreek. Een stand van zaken', door W. Witstein. Hoewel er veel is geschreven over de Zwinstreek en het ontstaan ervan zijn er nieuwe elementen bekend die het traditionele historisch-geografische verhaal moeten corrigeren en aanvullen volgens de auteur. De ontstaansgeschiedenis ziet hij als een proces van beïnvloeding van de getijdenwerking van de zee, waarbij al in een vroeg stadium mensen hun invloed deden gelden. Een aantal min of meer bekende personen wordt behandeld in verschillende bijdragen. Het gezeg de 'praten als Brugman' herinnert ons nog aan de middeleeuwse volksprediker Jan Brugman, die ongeveer van 1454 tot 1458 in Sluis gewoond en gewerkt heeft: 'Brugman en de breuk. Een grote ommekeer in denken en doen van een bekend Sluizenaar in de 1 5de eeuw' door F.A.H. van den Hombergh. In 'Het wangedrag van twee binnenvaders van de burgerweeshuizen van Aardenburg en Sluis: Johannes de Knegt en Marinus Boogert' door A.R. Bauwens wordt de handelwijze van dagelijkse leiders van twee weeshuizen belicht. Johannes de Knegt, vooral aangesteld omdat hij schoolmeester was, waar Aardenburg gebrek aan had in 1735 ten tijde van de benoeming, liet zijn schooltje al spoedig versloffen en gaf de laatste twee jaar van zijn verblijf zelfs geen les meer aan de weeskinderen; hij kreeg ontslag in 1741 toen het weeshuis werd opgeheven. Marinus Boogert, die bijna twintig jaar de leiding had over het Sluise weeshuis maakte het zo bont dat hij zelfs het eten voor de weeskinderen stal. Heel vreemd lijkt het dat regenten en regentessen weinig of niets ondernamen tegen de wantoe standen in de weeshuizen. Zolang zij maar met respect werden benaderd door de binnenvaders werd er kennelijk veel geduld. De wezen waren echter wel de dupe van deze wantoestanden en velen zullen daar hun leven lang de gevolgen van hebben moeten meedragen. Zeeuws-Vlaanderen heeft meer opmerkelijke figuren gekend, zo tonen ons de artikelen in dit boeiende boek. Een paar voorbeelden hiervan zijn: 'De Sluise dienstmaagd Barbara Jobs in het licht van haar testamenten' door W.J. op 't Hof; en 'Hendrik Anthonie Callenfels (1791-1860), een bijzondere schoolopziener' door C. Visser. Het laatste artikel heet 'Van fort Napoléon tot camping Napoleon Hoeve', door R.H.M. van Immerzeel. De geschiedenis van het fort wordt uitgebreid behandeld, gebed in de geschiedenis van de Franse Tijd, alsook de bouw, het onder houd en de sloop. Het fort was geen op zichzelf staand fort maar maakte deel uit van de stelling van Breskens, die weer een onderdeel was van de gehele Zeeuwse kustverdediging. Na de sloop is op het vrijgekomen terrein in 1875 door A. Luteijn de Napoleon Hoeve gebouwd. Vanaf 1952 is de Napoleon Hoeve een bekende camping in West-Zeeuws-Vlaanderen. Het Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 2002, 2 geeft het artikel: 'Problemen en oplossingen bij de restauratie van de Kleine Zaal van Concertgebouw "De Vereeniging" te Nijmegen', door W.J. Pantus. Concertzalen uit het begin van de vorige eeuw met een zo rijk decoratieprogramma als dat van de Kleine Zaal zijn in Nederland elders onbekend. De bekoring van de herboren Kleine Zaal komt voort uit een samenspel van architectuur, stucwerk, wandschilderingen en nieuw ontwor pen verlichting. De kunsten in de twintigste eeuw maakten een stormachtige ontwikkeling door, van Jugendstil via Nieuwe Zakelijkheid tot Postmodernisme, en daardoor verouderde de 'Vereeniging' na de opening in 1915 snel. Het eerst zo rijk gedecoreerde gebouw was na veel verbouwingen begin jaren tachtig van de vorige eeuw tot een leeg omhulsel geworden. Aanwinsten ruilverkeer 157

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2002 | | pagina 39