||Uum*Eflu en achterstevens aan elkaar gekoppeld - direct boven de bezinking worden gevaren en tot zinken worden gebracht waardoor zij de dwars- stroom afdamden.'14 De wederopbouw van de woningvoorraad bleek een groter probleem. Op Schouwen-Duiveland was nog slechts 27°/o van het woningbestand bewoonbaar. De overheid zag een mogelijkheid voor snelle wederopbouw in de aanschaf van houten prefab-woningen uit Scandinavië - die daar overigens ook reeds door het Rode Kruis waren besteld. Die woningen moesten echter wel voldoen aan de in de geteisterde gebieden gangbare maatstaven van kwaliteit, uiterlijk en afmeting; kortom, zij moesten in overeenstem ming zijn met de plaatselijke bouwverordeningen. Nadat architecten en aannemers met het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting overeenstemming hadden bereikt, werden enkele typen ontworpen die aan de gestelde eisen voldeden. De adjunct-directeur van de door een noodwet in het leven geroepen Centrale Dienst voor bouw-, woning- en welstandstoezicht voor Noord-Zeeland bracht de voortvarendheid waarmee men te werk ging, als volgt onder woorden: 'De bouw van de prefab-woningen verliep razend snel. Er was geen tijd om ons teveel aan procedures gelegen te laten liggen. Veel mensen die waren geëvacueerd wilden zo snel mogelijk terug. Via een speciale noodwet werd de grond onteigend. Met de natte vinger werd er een bestemmingsplan opgesteld. Vervolgens werd er gebouwd. Aannemers uit het hele land werkten mee. De goedkeuring kwam later wel, zo dachten we. Alles moest zo snel dat we bijvoorbeeld een definitieve fundering aanbrachten, maar pas daarna de rioleringen legden.'15 De herverkaveling van de Zeeuwse landbouwgronden werd meer verantwoord en derhalve veel plan matiger aangepakt. Door middel van kostbare technieken, zoals het diepspitten, werd getracht de vruchtbaarheid van de bodem te herstellen. Een geheel nieuw stelsel van waterlopen moest zorgdragen voor een goede drainage van de regio en een nieuw wegennet diende voorheen geheel van de buitenwereld afgesloten dorpen uit hun isolement te verlossen. De plannen voor de herverkaveling kwamen ongeveer tegelijk met het door de Provinciale Planologische Dienst opgestelde Reconstructieplan gereed. Daarmee was de toon gezet voor een volstrekt andere benadering van de problematiek. Op basis van technisch en wetenschappelijk onderzoek werden nieuwe plannen gesmeed. De Drie- en Viereilandenplannen werden geboren, maar de grote impuls kwam van het Deltaplan, dat veilig heid en nieuwe verkeersverbindingen zou brengen.16 In 1959 werd Zeeland eindelijk door het Rijk als een stimuleringsgebied aangewezen. Daardoor werd het mogelijk ook de economische mogelijkheden van het Deltaplan te benutten. Het provinciale bestuur reageerde op deze nieuwe perspectieven met de oprichting van de Werkgroep Deltawerken Zeeland. Deze groep bestond uit de directeuren van de Planologische Dienst, het eti, de Provinciale Waterstaat en het Opbouworgaan. Ooit werden de leden van de werkgroep door de toenmalige commissaris van de koningin in Zeeland, De Casembroot, aan koningin Juliana voorgesteld als de 'Deltaboys'. Deze hadden contact met de Rijksplanologische Dienst, het Ministerie van Economische Zaken, Rijkswaterstaat en het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Dit netwerk heeft door de functionele, categoriale en personele aanpak en coördinatie niet nagelaten zijn positieve uitwerking op de Zeeuwse economie uit te oefenen. De essentie van het Deltaplan in economische zin was gelegen in het feit dat het de traditionele verkeersverbindingen van de provincie Zeeland met de rest van Nederland een principieel andere richting gaf. De oost-westverbinding (zoals die reeds in de jaren zeventig van de negentiende eeuw gestalte had gekregen in de vorm van de spoorlijn Bergen op Zoom-Vlissingen) werd door de verkeerstechnische mogelijkheden die het Deltaplan bood gecomplementeerd met nieuwe noord-zuidverbindingen." Overigens zal Zeeuws- Vlaanderen hiervan eerst optimaal profiteren als de Westerscheldeoeververbinding (wov) in de vorm van de Westerscheldetunnel is gerealiseerd. Het verkeer over de Oosterschelde heeft zich ten gevolge van de realisatie van het Deltaplan namelijk veel sterker kunnen ontwikkelen dan het verkeer over de Westerschelde, dat gebruik moest maken van de veerdiensten. De verkeerstechnische verbeteringen vormden evenzovele positieve factoren voor de vestiging van industrie in de regio. De in het Rijnmond gebied en in de regio van Antwerpen werkende deglomererende krachten en het tegen de overcongestie gerichte havenbeleid van de gemeente Rotterdam versterkten de aantrekkings kracht van de Westerscheldeoevers als vestigings- De ontwikkeling van de Zeeuwse economie 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 34