bleef. Mogelijk waren dit zieken van eerdere schepen geweest die weer uit het hospitaal waren ontslagen. De Tafelbaai verlaten bleek evenwel lastig. Nadat de Raadhuis van Middelburg samen met de voc-schepen Cats (580 ton, vertrokken uit Zeeland op 19 februari) en Huis ten Donck op 30 juli uit was gevaren, ging men één dag later, door de 'frisse koelte' en de harde val winden uit het noordwesten, opnieuw in de Tafelbaai voor anker. Eén dag later was de wind naar zuidoostelijke richting gedraaid en konden de schepen eindelijk op weg naar Batavia. Figuur 3. Schepen van de voc anno 1781. za, kzgvv. Zei. 111. m 233. bijzonder voorval plaats. In het scheepsjournaal werd vermeld dat de heren fiscaal (aanklager) en justitie (rechter) aan boord kwamen om recht te spreken. Doorgaans was de scheepsraad bevoegd om straffen op te leggen jegens opvarenden, die overtredingen hadden begaan. Bij zware misdrij ven moest de rechtszaak echter worden gevoerd door de dienaren van de Raden van Justitie uit een voc-vestiging. Uit het scheepsjournaal wordt niet duidelijk wat zich had voorgedaan. Buijs meldde hierover niet meer dan dat twee matro zen een andere verwond ('gequetst') hadden. Het vonnis was evenwel zeer zwaar. Ten eerste werden de overtreders veroordeeld tot driemaal 'van de ra te vallen'. In deze variant van het bekende kielhalen werden de gestraften aan de circa vijftien meter hoge ra opgehesen en ver volgens in het water gegooid. Daarna werden de twee matrozen met hun mes door hun hand gestoken 'aan de mast gezet'. Deze straf werd met name toegepast als zeelui hun mes hadden getrokken in ruzies met andere opvarenden. Ten slotte werden ze allebei voor vijfjaar naar het Robbeneiland verbannen. Dit eiland voor de kust van de Kaapkolonie werd door de voc gebruikt als gevangenis voor dwangarbeiders.14 De voc-bewindhebbers hadden voorgeschreven dat hun schepen na acht dagen de Kaapkolonie weer moesten verlaten. De meeste Oost-lndiëvaarders bleven echter vier weken in de Tafelbaai liggen. Ook de Raadhuis van Middelburg maakte weinig aanstalten om snel door te reizen. Op I 5 juli schreef Buijs dat de gehele bemanning aan boord was en dat er geen 'absenten' waren. Volgens het monsterboek was echter konstabelmaat Jan van Tongeren uit Rotterdam 'achterzeiler' en bleven nog eens twee matrozen, waarschijnlijk de veroordeelden, en vier soldaten in de 'herberg van twee zeeën' achter. Als 'opstappers' kreeg de Raadhuis van Middelburg vier matrozen en drie soldaten mee, zodat het aantal opvarenden gelijk De reis naar Batavia Op 3 augustus 1717 zette de Raadhuis van Middelburg het grootzeil bij en voer het schip 15 mijl in zuidwestelijke richting. Vijf dagen later kon Buijs nog altijd de Tafelberg zien liggen op 12a 13 mijl afstand. De drie schepen volgden de verplichte 'Brouwerroute', vernoemd naar de voc-schipper en latere gouverneur-generaal Hendrik Brouwer. In 1611 had deze ontdekt dat de snelste vaarweg naar Batavia tussen de dertigste en veertigste breedtegraad liep, waar de westenwinden heersen. Op 12 augustus legde de Raadhuis van Middelburg in sneeuwbuien een afstand van 28 mijl af. Eén dag later waren de Cats en de Huis ten Donck nog steeds in de buurt, ondanks het feit dat zij kleiner en dus langzamer waren. In acht dagen tijd verloor Buijs opnieuw twee opvarenden. Op 23 augustus sloeg matroos Pieter van Stave uit Middelburg overboord en verdronk. Soldaat Jan de Jonge uit (Zalt)Bommel overkwam op 31 augustus een zelfde lot. Die dag legde de Raadhuis van Middelburg maar liefst 49 mijl af bij een pal oostelijke koers. Het meten van de juiste snelheid was echter zeer moeilijk. Toen het voc-schip op 4 september de onbewoonde eilanden Amsterdam en Sint-Paul passeerde, noteerde Buijs in het scheepsjournaal dat ze zich 92 mijl oostelijker bevonden dan hij had vermoed. De Raadhuis van Middelburg kwam tussen 7 en 9 september in een zware storm terecht. Op 13 september besloot Buijs de koers naar het noorden te verleggen. De schipper schreef dat hij boven de Cocos Eilanden (ten zuiden van Sumatra) om naar Batavia wilde zeilen. Buijs wist waarschijnlijk dat, wanneer hij nog langer op de gunstige westenwinden pal naar het oosten zou varen, zijn schip het gevaar liep op de westkust van Australië te stranden. Het tragische lot van de Batavia in 1629 is zeer bekend. In totaal 60 De reis van de Raadhuis van Middelburg

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 22