Figuur 1. Kaft van besproken boek. De natuur van de Westerschelde wordt behandeld door Peter Maas. Zoals we van hem gewend zijn doet hij dat deskundig en enthousiast, met grote persoonlijke betrokkenheid. Toch laat ook hij wel eens een steekje vallen. Zo beweert hij op bladzijde 204, dat de zeeaster tegenwoordig 'heen' moet worden genoemd. Dat klopt niet; zeeaster is zulte, en heen is de nieuwe, maar historisch verantwoorde naam voor de zeebies. Het is inderdaad even wennen. Al met al is De Westerschelde. Een water zonder weerga een verzamelbundel van wisselende kwaliteit. Het is mooi uitgevoerd en over het algemeen goed geïllustreerd. Maar het Grote en Definitieve Boek over de Westerschelde is het nog niet. Ad Beenhakker Redacteur Adrie de Kraker heeft zelf de hoofdstukken over de historische geografie en aanverwante zaken voor zijn rekening genomen. Hij is hier in zijn element. Waardevol is de kleurenkatern met oude Scheldekaarten van de dertiende tot de zestiende eeuw, al was een beschouwing over de betrouwbaarheid van de zogenaamde Dampierre- kaarten hier wel op zijn plaats geweest. Nieuw is zijn bijdrage over verdedigingswerken langs de Westerschelde. In de Napoleontische tijd, waar over hij belangrijk materiaal ontdekte in het archief van het Franse leger in het kasteel van Vincennes. Andere bijdragen betreffen onder meer verdronken nederzettingen, handel, scheepvaart, visserij, scheepsrampen en de luchtstrijd tijdens de Tweede Wereldoorlog; het zijn grotendeels deel studies. Zo beperkt Victor Enthoven zich tot de handel rondom 1600; W.A.l. de Meester behandelt alleen de strijd in de lucht en niet de andere aspecten van de krijgsgeschiedenis. De artikelen van Heijkoop over scheepsrampen en veiligheid en van Van Houte over de Vaste Oeververbinding zijn bewerkingen van eerdere publicaties. P. Stuart, Nehalennia - Documenten in steen. Goes 2003. 120 blz., ISBN 90-76815-12-7. Prijs: 12,50. Na het verschijnen van het magnum opus van dr. P. Stuart (en de inmiddels overleden prof. dr. J.E. Bogaers), de wetenschappelijke uitgave van alle Nehalenniavondsten uit de Oosterschelde getiteld Nehalennia, Römische Steindenkmdler aus der Oosterschelde bei Colijnsplaat (Leiden 2001), had eerstgenoemde welverdiend op zijn lauweren kunnen rusten. Ook na diverse artikelen, onder meer in Zeeland 6/2 (1997) en in de Encyclopedie van Zeeland (deel n, p. 377—381) was toch immers alles over deze godin gezegd. Maar nee, de nog altijd actieve dr. Stuart (oud conservator van het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden, het RMo) trakteert ons opnieuw op een - wederom - interessant werkje over Nehalennia. Het eerste exemplaar is op 28 maart aangeboden aan de voorzitter van ons Genootschap. Het Zeeuws Genootschap heeft van oudsher een nauwe band gehad met Nehalennia. In januari 1647 legden stormen voor het eerst Nehalennia- Boekbesprekingen 77

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 43