Figuur 1. Christelijke Lagere School te Meliskerke, november 1941. In cirkel de auteur. Part. coll. richtte hij samen met een zoon van de burge meester een damvereniging op. Ze vergaderden een keer per week van acht tot elf. Later trad de club toe tot de Zeeuwse Dambond en gingen ze meedoen met de competitie. Toen er ook nog damproblemen verschenen in de krant, waren ze vaak de hele week met dammen bezig - tot zijn vreugde. Er was op Aagtekerke wel een muziek vereniging en een zangvereniging. Maar pas na 1934 richtte een jonge hervormde predikant daar het hele scala aan jeugdverenigingen op. Een oudere man had kritiek: hij haalt de jeugd niet van de straat, hij brengt ze erop! Als de meisjes vereniging uitging, waren de jongens altijd in de buurt. In de Gereformeerde Kerk waren toen al allerlei jeugdorganisaties en ook wel elders bij de hervormden, maar in de Gereformeerde Gemeente hield men er niet zo van. Afgezien van het bezoek aan deze verenigingen viel er 's avonds niet veel te doen. De vrouwen en meisjes waren meestal druk met breien, naaien en sokken stoppen. Soms moesten er bonen worden uitgezocht. Dat was gezellig, zei men, want dat gebeurde met het hele gezin op de vloer. De inrichting van de huizen was eenvoudig: houten vloer, weinig meubels. Lag er een kleed, dan werd dat opgerold. Gelezen werd er ook wel: de krant en boeken uit een particuliere uitleenbibliotheek, vrijdagsavonds open, een cent per boek, in Meliskerke kon men een jaarabonnement nemen. De bibliotheekhouder verzorgde meestal ook een leesportefeuille. De Gereformeerde Gemeenten van Aagtekerke en Meliskerke hadden een eigen verzameling boeken. Al die bibliotheekjes bevatten godsdienstige werken - die van de Gereformeerde Gemeente onder andere een rij prekenbundels van 'oude schrijvers' - maar daarnaast ook romans, vooral afkomstig van christelijke series. Gelukkig voor de jeugd stonden er ook de spannende boeken van Penning over de helden van de Boerenoorlog. Die werden vanwege het onderwerp en de christelijke inhoud toegelaten, ook in de kasten van de Gerefor meerde Gemeente; andere avonturenverhalen, zoals die van Karl May, waren overal taboe. De radio speelde in deze jaren nog nauwelijks een rol; de - weinige - toestellen verschenen pas aan het eind van de jaren dertig en de kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente was fel tegen het bezit van een radio. Het was overdag stil in de dorpen. In 1934 keek in Aagtekerke op de maandagmiddag na zijn intrede - zijn gasten waren vertrokken - de hervormde predikant uit het raam en zag niemand. Alleen op de zaterdag van de Westkap- pelse kermis was het druk: geitenmarkt. De 42 Walchenaars over hun verleden

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 4