De vondsten Tijdens de opgraving zijn talloze aardewerk- en baksteenfragmenten aan het licht gekomen. Ook is botmateriaal en zijn lederresten geborgen. Ten slotte is een houten schaaltje gevonden. Gelet op het voorlopige karakter van dit artikel, wordt verder alleen ingegaan op enkele opvallende vondsten. Botmateriaal Zowel menselijk als dierlijk botmateriaal is aange troffen. Het dierlijk botmateriaal, dat sterk in de meerderheid was, is al onderzocht door de Universiteit van Gent (A. Gautier). Daarbij is vast gesteld dat vooral het rund sterk overheerste.4 Bij deze botten zat ook een mammoettand, die tus sen de funderingsresten werd aangetroffen. Kennelijk een uit zee opgevist fossiel. De mam moettand versterkte de fundering, of was deze daar om speciale redenen gelegd? Leder Het aangetroffen leder bestaat uitsluitend uit schoeisel. Het gaat om een tiental fragmenten van schoenen, waaronder zich een zooifragment van een kinderschoentje bevindt. De andere frag menten bestaan eveneens uit zolen. Ook is er een volledige bovenzijde van een schoen bij. Aardewerk De aardewerkresten uit de grote proefsleuf (vlak a-b-c-d) waren vooral afkomstig van grijsgebakken aardewerk. Het betrof fragmenten van randen, bodems (zogenaamde lobvoetjes) en oren. Na inspectie bleek dat deze fragmenten niet duidelijk van één of enkele potten afkomstig waren of uit een duidelijke periode. Omdat de Figuur 4. Fragment van een voetschaal met vogelmotief in sg'rafitto. fragmenten op de breukrand niet afgesleten zijn, duidt dit op een afvalhoop en niet op verspoelde resten. Bij één fragment gaat het om een hals stukje van een kogelpotje van Paffrath-aardewerk uit de twaalfde eeuw. Een zogenaamd 'Christuskindje' van pijpaarde vormt een van de meest opmerkelijke vondsten. Van het beeldje ontbreekt het hoofdje, evenals de been tjes vanaf de knieën. Het is 42 mm lang en van elleboog tot elleboog 38 mm breed. Het beeldje is versierd met een kettinkje om de hals, wellicht een rozenkrans. In de linkerhand houdt het kind een kruis in een voorwerp dat een ronde vorm heeft. Op de achterzijde van het beeldje bevinden zich hoog in de beide schouderbladen twee gaat jes, wellicht de plaatsen waarop het op de schoot van zijn moeder Maria is bevestigd geweest. Figuur 5. Christusbeeldje van pijpaarde, voor- en achterzijde. Een vrij unieke vondst vormen de fragmenten van zogenaamde voetschalen, zo genoemd omdat ze op een voet staan. Het gaat om fragmenten van meer dan vijf stuks. Een van de schalen heeft een Figuur 6. Fragment van een voetschaal met bloemmotief en versiering van duimindrukken. Het verdronken dorp Aendijeke

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2004 | | pagina 17