13.1
eikenbladmotief in het midden. Het is een exem
plaar waarvan het voetstuk ontbreekt. De schaal
is van binnen groen geglazuurd met een bruine
rand. Van eenzelfde type schaal, met een afbeel
ding van een vogel, is slechts de helft terugge
vonden. Ook hier ontbreekt het voetstuk. De
schaal is een voorbeeld van sgraffitoversiering,
d.w.z. de afbeelding is in het glazuur ingekrast
en heeft de kleur gekregen van de ondergrond.
Het betreft hier vier in het lichtgeel-groene gla
zuur ingetekende identieke vogels. De schaal
heeft een smal bruin geglazuurd randje. De
meest opvallende voetschaal is er een met ver
sieringen in de vorm van duimindrukken. In het
midden bevindt zich een bloemmotief in groenig
glazuur tegen een bruingeglazuurde achtergrond.
De licht opstaande rand van de schaal is voorzien
van een versiering met nagelindrukken, kennelijk
van een duim, die aan de schaal een bijzonder
karakter geven.
Ten slotte werden 45 speelschijfjes aangetroffen. Op
enkele na zijn deze schijfjes onbeschadigd. Ze
zijn afkomstig van daktegels, vloertegels of platte
bakstenen en geheel rond geslepen. Ze hebben
een dikte van 15 a 18 mm. De kleinste heeft een
diameter van 28 mm, de grootste een van 88
mm. Ze hebben een verschillende dikte en vorm.
Zo zijn er twee wat groter en bolvormig; het zou
kunnen dat deze voorwerpen te maken hebben
met een middeleeuwse variant van het bolspel,
maar dat is vooralsnog niet duidelijk. Tussen deze
voorwerpen bevonden zich ook kleine vierkante
tegeltjes (60 x 55 mm). Hoogstwaarschijnlijk wer
den die gebruikt om er speelschijfjes van te
maken. Tevens is hier ook een fragment gevon
den dat dienst deed als steentje om messen te
slijpen.
Figuur 7.
SpeelschijQcs.
Belang van de vondsten
De fragmenten van voetschalen zijn bijzondere
fenomenen die tijdens opgravingen in Zeeland
maar zelden worden gevonden. Opvallend is dat
de vrij grote fragmenten van dit soort schalen
rijkelijk versierd zijn. Dit duidt mogelijk op afval
uit een voornaam huishouden. Kunnen deze
schalen in de kerk hebben gediend of in het
huishouden van de pastoor? Het Christuskindje
duidt ook op de aanwezigheid van een klooster
of kerk, evenals de randfragmenten van borden
of schalen met daarin delen van teksten.
Tenslotte wijst de vondst van de speelschijfjes
erop dat het dagelijkse leven voor de plaatselijke
samenleving uit meer bestond dan alleen het
bewerken van het land in de Aendijckepolder.
Besluit en conclusies
Het eerste doel van de proefopgraving in 1980
was om vast te stellen of de steenresten bij
Poonhaven inderdaad van het dorpje Aendijcke
afkomstig zijn. Uit het historisch-geografische
onderzoek werd dit sterke vermoeden bevestigd.
Daarmee kon het tweede doel van de opgraving
worden gerealiseerd, namelijk het lokaliseren van
de plaats van de parochiekerk. Vanwege de
beperkte tijd om de opgraving uit te voeren en
het verkennende karakter ervan, werd door mid
del van het uitzetten van proefputjes van amper
60 tot 100 cm diepte de ligging van het kerkhof
globaal vastgesteld. Vervolgens werd een grotere
proefsleuf uitgezet om dieper te graven en wer
den horizontale vlakken gemaakt om de nodige
vondsten in hun context te kunnen interpreteren.
Zo werd een brede funderingsmuur blootgelegd
op 1,70 m onder het maaiveld en werden aarde
werkfragmenten, lederresten en dierlijk botmate-
riaal geborgen. Uit het noordelijke deel van de
grote proefsleuf bleken de grijskleurige aarde
werkfragmenten te duiden op een periode van
14de- en 15de-eeuwse bewoning met sporadisch
wat ouder aardewerk dat teruggaat tot de 12de
en 13de eeuw. Het oudste materiaal zat tussen
diverse verspoelde lagen, boven de veenresten. In
het zuidelijke deel van de proefsleuf werd het
muurrestant aangetroffen met daarboven laat-
15de- en vooral veel 16de-eeuws aardewerk,
uiteenlopend van sgraffitoborden en -schalen, tot
kruiken en allerhande potterie. Dit rijkelijk ver
sierd aardewerk duidt op de aanwezigheid van
een voornaam huishouden en/of gebouw. Ook
botmateriaal, een pijpaarden Christuskindje en
veel kinderspelvoorwerpen werden waargenomen.
De brede funderingsrest werd gesteund door een
Het verdronken dorp Aendijcke
17