JJHiI.MUI
14 Voor de eigenaren in de 18de eeuw: F. Nagtglas,
Catalogus der Bibliotheek van het Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen. Middelburg 1883, 400. Zie ook
Proceedings Massachusetts Historical Society 1874, 309.
15 Over Willemsen: F. Nagtglas, Levensberigten van Zeeuwen,
954-958, H. de Jong, 'Jacobus Willemsen (1698-1780),
lampeaans godgeleerde in het "dierbaar" Middelburg'.
In: Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen 1991, 33-122. Het
detail over de karos met twee paarden is afkomstig
van W. Dirksen, die dat vond in Kohieren van het karos-,
wagen- en paardgeld; Zeeuws Archief.
16 Dit portret in Archief 1991, 54.
17 Arnold Wiggers, Nagelaten banden. Uit de hoogtijdagen
van de Middelburgse boekbinder en boekverkoper Jan
Dane. Middelburg 2001, 8.
18 In de verkoopcatalogus van Gillissen, Middelburg 1781, 14
staat over de band 'in rood moroq. verg. op snee en plat',
in die van Luchtmans, Leiden 1781, 17: 'in maroq. verguld
op plat en snee/met Satyn ingeleid', in De NavorscherX
(1860), 191: 'met groene zijde versierden prachtband', in
Proceedings Massachusetts Historical Society 1874, 308:
'elegantly bound in red morocco, with green silk on the
inner covers, and tooled with gilt edges', en in Cat. Bibl.
Zeeuwsch Genootsch., 400, 'sat. prachtb. verg. op snee'.
19 Wilberforce Eames, Bibliographic Notes on Eliot's Indian
Bible. Washington 1890 beschreef zeven varianten van
de uitgaven van 1663 en de hem bekende eigenaren.
Dit exemplaar hoorde tot de tweede variant, waarvan
Eames er drie telde. Het exemplaar dat nu nog in het
bezit is van het Genootschap hoorde tot de zevende
variant. Daarvan waren er 21.
20 Vgl. aantekening van F. Nagtglas in Handschrift 6152; ZB.
21 De NavorscherX (1860), 191.
22 Handschrift 6152, 838; zb, vgl. F. Nagtglas, 'Mijn leven'.
In: Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen 1977, 110.
23 Handschrift 1909, Brief van Frederik Muller d.d. 9-4-1879.
24 In 1894 bleek dit werk verkocht te zijn samen met
bekende reisbeschrijvingen (de Bry) uit de bibliotheek van
Colbert. De beide werken brachten samen f5447, 67 op.
Het geld kwam binnen via een bekende Londense
antiquaar; za, Archief Zeeuws Genootschap, inv. nr. 309.
In de buitengewone vergadering van het genootschap van
10 juni 1893 werd tot de verkoop besloten 'ter versterking
van onze financiën'. De opbrengst mocht niet minder dan
f3850 zijn. De argumenten voor de verkoop van de beide
werken zijn niet overtuigend: van de reisbeschrijvingen
waren meer exemplaren in Nederlandse bibliotheken,
er was geen sprake van betekenis voor Zeeland, niemand
verstond 'de taal der Roodhuiden' en er was trouwens
nog een exemplaar. Bovendien was er een aantekening
van Nagtglas in de indiaanse bijbel, waarbij hij een
Amerikaanse instelling als koper suggereerde. Saillant
detail is dat het geld voor een deel ging naar de finan
ciering van Nagtglas' Levensberigten van Zeeuwen. De
conclusie van de vergadering was 'dat het kapitaal in die
boeken belegd, beter kan gebezigd worden voor specifiek
Zeeuwsche doeleinden, dan om een paar boeken te
behouden, waarvan niemand eenig nut had'. Dit geeft blijk
van een benauwende verenging van denken binnen het
genootschap in die jaren. Vae venditoribus! Zie za, Archief
Zeeuws Genootschap, inv. nr. 78. De gegevens voor deze
noot zijn verzameld niet zonder een zekere stimulerende
stelligheid in de opmerkingen van W. Dirksen en A.C.
Meijer.
25 Archief. Vroegere en latere Mededeelingen voornamelijk
in betrekking tot Zeeland 1923, II, deed daarvan melding.
Het genootschap kwam toen in het bezit van het onder
noot 19 vermelde werk als onderdeel van J.C. Pilling,
Bibliography of the Algonquian languages.
26 Van deze indiaanse bijbel, Cambridge 1663, ontbreekt de
titelpagina, maar zo had Danckaerts hem ook gekregen.
Het Oude Testament is compleet met de katernen van
acht bladzijden die de signatuur abcdefghiklmnopqrstuxyz
AaBbCcDdEe enz. t/m Mmmmm dragen. De metrische
psalmen lopen van signatuur A t/m N d.i. Psalm 147:12.
De rest ontbreekt. Psalm 144 is ernstig beschadigd.
Katern a ontbreekt, wellicht al vanaf de 17de eeuw.
De letter r ontbreekt erin, behalve bij eigennamen.
Dat wist men ook in het genootschap.
Van de in 1890 door Wilberforce Eames beschreven
exemplaren waren er nogal wat incompleet. In zijn
Bibliographic Notes, 25, wordt dit exemplaar besproken
onder nr. 39.
In Amerika is voor Eliots indiaanse bijbel altijd veel
belangstelling geweest. Opmerkelijk is ook, dat een
Algonquian woord, namelijk mugwump, een woord dat
Eliot gebruikte voor oudtestamentische leiders als Jozua
en Gideon, in het Amerikaans-Engels is doorgedrongen
in de jaren tachtig van de 19de eeuw. Het staat nu voor
1. hoge 'ome', 2. eigenzinnig, onafhankelijk politicus.
Is het boek nog wat waard en hoeveel? In februari 1989
is bij Christie's in New York een indiaanse bijbel, met
het Oude en Nieuwe Testament, Cambridge 1663-1661
geveild voor 330.000! (Vriendelijke mededeling van
A.D. Renting, bibliothecaris/conservator van Paleis Het
Loo, Nationaal Museum. De stadhouderlijke bibliotheek
had tot 1795 ook een exemplaar van de complete bijbel,
maar dit is bij de komst van de Fransen meegenomen
om het voor plundering te redden door een Engels officier.
Dit exemplaar bevindt zich nu in Amerika). Een eerste
druk is in het algemeen kostbaar en ook typografisch
beter dan de tweede, vgl. J.l. Doedes, 'Iets over John
Eliot's Nipmoeksche Bijbelvertaling (enz.)', 9.
Genootschapsverzamelingen
29