munt komt uit Friesland en heeft het stempel
Frisia. Het boek is voor de numismatisch ge-
interesseerde leden waardevol omdat de munten
verzameling van het Zeeuws Genootschap ook
merovingische munten bevat. Hierover hield
C.A. Rethaan Macaré in 1837 voor het Genoot
schap een voordracht, die in 1838 gedrukt is:
Verhandeling over de bij Domburg gevonden
Romeinsche, Frankische, Brittannische,
Noordsche en andere Munten. In het Archief
1856-1-2 volgde een tweede verhandeling
van Rethaan Macaré over hetzelfde onderwerp
(beide verhandelingen zijn in 1992 herdrukt in de
reeks Zeeuwse Studiën). In het Tijdschrift van
het Nederlandsch Genootschap voor Munt- en
Penningkunde uit 1899 schreef M. G. A. de Man
'Que sait-on de la plage de Dombourg?' en in
het Archief van 1936 heeft zij over de munten
het artikel geschreven: 'De munten, tot nu toe op
en in het strand bij Domburg gevonden, geven
slechts bij benadering licht over de toenmalige
bevolking en over den tijd, dat de kuststreken
zijn bewoond geweest'. In al deze artikelen
krijgen merovingische munten aandacht.
Een tweede standaardwerk van de Bayerische Aka-
demie bestaat uit twee delen (Band 1 en 2, samen
1000 pagina's), met de titel: Frühe Kirchen im
östlichen Alpengebiet. Von der Spiitantike bis in
ottonische Zeit (München 2003). Het oostelijk
Alpengebied wordt hier in de volgende regio's
verdeeld: Chur met aangrenzende streken, Tirol
en Vorarlberg, Südtirol en Trentino. Dit gebied is
gekozen omdat de bouwwijze in de eerste
eeuwen van christelijke bouwkunst hier goed met
elkaar te vergelijken valt. Vroeger werden meer de
grote bouwwerken uit de vroege Middeleeuwen
onderzocht, nu komt er steeds meer aandacht
voor kleine landelijke kerkjes, zelfs als die nauwe
lijks uit schriftelijke bronnen bekend zijn. De
mening dat intensieve bestudering van eenvoudi
ge bouwwerken niet nodig is - sonrs sprak men
zelfs van 'seriebouw' - is herzien. Hoe intensiever
zulke 'eenvoudige' plattegronden opgegraven
worden, hoe gecompliceerder ze vaak blijken te
zijn. In deel 1 wordt de bouwgeschiedenis van de
kerken in de genoemde gebieden behandeld, in
alfabetische volgorde van stad of dorp. Na elke
beschreven kerk volgt een literatuurlijst. In deel 2
komen kerken in aangrenzende gebieden aan de
beurt (Land Salzburg, Karnten, Altbayern,
Alpenvorland en Slovenië). Na de bouwkundige
aspecten komt een gedeelte met historische,
cultuurhistorische of kunsthistorische gegevens.
Ten slotte volgt nog een gedeelte met een
overzicht van typen, vormen en tendensen in
de vroege kerkenbouw van het hele gebied.
De stapel publicaties van de Steiermarkischen
Landesbibliothek van Graz in Oostenrijk was,
zoals elk jaar, weer enorm. Het leven van een
bekend architect wordt door verscheidene
auteurs belicht in Ander Klippe. Flenvig lllmaier,
architekt. 1957-2001. G. Cerwinka e.a. schreven
Die Steiermark im Jahre 1848/49. Quellen
und Literatur. Verder kregen wij het Ftistorisches
Jahrbuch der Stadt Graz 2002 (Band 32),
het Zeitschrift des Historischen Vereins für
Steiermark (Jahrgang 93, 2002) en Blcitterfür
Heimatkunde (Heft 1, 2, 3/4). Een bijzonder
boek is Protokoll mit Zeremoniell und Etikette
door K. Urschitz. Zondigen tegen de omgangs
vormen kan vooral bij officiële gebeurtenissen
hinderlijke gevolgen hebben. De auteur onder
scheidt etiquette, ceremonieel en protocol.
De etiquette geeft regels voor omgangsvormen
onder elkaar, het ceremonieel geldt bij officiële
gelegenheden als diners, plechtigheden in de kerk
of bij militaire bijeenkomsten. Het protocol
regelt vooral de omgangsvormen bij het verkeer
tussen gezagsdragers van verschillende landen.
Het grootste gedeelte van het boek gaat over
protocollaire zaken: de volgorde bij begroetingen
en bij toespraken, de rangorde van de hoge
gasten bij staatsbanketten, de juiste plaats en de
juiste maat van elk glas of bestekonderdeel.
Ook het gebruik van vlaggen blijkt zeer nauw
te luisteren. De wijze van aanspreken, de titels
en de volgorde daarvan, niets mag over het
hoofd gezien worden. Zelfs aan de manier van
het vouwen van servetten kunnen voetangels en
klemmen kleven. Vast een zeer interessant boek,
dat echter weinigen onder ons dagelijks zullen
raadplegen.
Aanwinsten ruilverkeer
35