toewijzing gevraagd van landarbeiders. Hoe
breder de rekrutering, des te groter de kans werd
'ongewensten' binnen te halen. Dat was het
geval met arbeiders gestuurd door het Arbeids
bureau, afkomstig van 'uitgekamde' bedrijven,
maar afgekeurd voor werk in Duitsland. De
Schelde had ze liever niet. Volgens een verde
digingsnota omdat ze toch niet het risico liepen
naar Duitsland te worden gestuurd. Verderop
wordt een andere verklaring gegeven. Er kwamen
op de werf veel arbeiders die er niet thuishoor
den. Ze veroorzaakten onrust en deden er alles
aan om te worden ontslagen.
Dit gebrek aan werkwilligheid had meerdere oor
zaken. Een ervan was het gevaar dat verbonden
was aan werken bij De Schelde wegens de
bombardementen. In 1942 meldde de werf dat
verschillende arbeiders om die reden weg wilden.
De bombardementen waren gericht op de werf,
maar richtten ook schade aan burgerdoelen aan.
Huizen werden vernield en er vielen verscheidene
doden en gewonden. Duizenden inwoners ver
lieten de stad op zoek naar veiliger oorden, onder
meer ook arbeiders van De Schelde. Een ander
probleem in dezelfde sfeer betrof de arbeiders
die van buiten Walcheren kwamen en bij het
uitbreken van de oorlog teruggekeerd waren naar
hun oorspronkelijke woonplaats. Dit leidde tot
een verlies van 300 arbeiders. Ook de lonen die
bij De Schelde werden uitbetaald speelden een
rol. Deze vaststelling werd al gedaan door de
commissie-Bloemers, maar V. wees het aan als
een van de oorzaken van het rekruteringspro
bleem. De moeilijkheden van de loonpolitiek
werden nog verscherpt door de andere mogelijk
heden om een inkomen te verwerven in deze
grensregio: 'Men had hierbij de meeste moeite
met menschen die door het Arbeidsbureau op
De Schelde waren tewerkgesteld. Deze lieden,
veelal uit Zuid-Beveland afkomstig voelden niets
voor het fabriekswerk en voor een verblijf in het
bedreigde Vlissingen. Het daar verdiende loon
was een bagatel vergeleken bij de inkomsten die
zij zich op een andere wijze konden verwerven.
Bijvoorbeeld een boerenbrood werd op de fabriek
grif verkocht voor vier gulden; een extra-
voedingskaart voor zwaren arbeid werd door
deze plattelanders direct na uitreiking verkocht
voor veertig gulden, om nog te zwijgen van
het voordeel dat de handel in Belgische shag
aan de op De Schelde tewerkgestelde Zeeuwsch-
Vlamingen opleverde'. De lonen werden ook door
de chef-bemiddelaar van het Arbeidsbureau
genoemd als een reden die de arbeiders ertoe
aanzette de werf te verlaten.
Kortom, omdat enerzijds de behoefte aan arbeids
kracht steeg ten gevolge van de Duitse opdrach
ten en er anderzijds arbeiders om uiteenlopende
redenen de werf wensten te verlaten, moest een
beroep worden gedaan op minder geschikte en
minder gemotiveerde arbeiders. Dit leidde tot
disciplineproblemen. Die konden op verschillende
manieren worden opgelost. Ten eerste kon in
een financiële compensatie worden voorzien.
Bepaalde Belgische ondernemers betaalden
bijvoorbeeld systematisch "zwarte' lonen. Een
andere mogelijkheid was een beroep te doen
op de Duitsers. In december 1940 hadden 60
specialisten ontslag genomen. De Schelde vroeg
aan de Werftbeauftragte het ontslag van vaklui
afhankelijk te maken van een voorafgaande
toelating. In 1942 herhaalde dit scenario zich,
vanwege de bombardementen. Het is in die
context dat de directie zich ertegen verzette dat
de arbeiders hun arbeidsovereenkomst verbraken.
De directie had het ontslag geweigerd, maar
was daartoe niet gerechtigd en vroeg alsnog de
tussenkomst van de Werftbeauftragte: und
bitten Sie daher in dieser Sache Stellung zu neh-
men. Vielleicht könnten Sie die Arbeiter die auf
eigenem Wunsch entlassen werden, zurückführen
mittels eines Verpflichtungsbescheides'. Hetgeen
met lasser Van H. gebeurde en het verhaal met
de rode kruisjes duiden op hetzelfde fenomeen
om via de Duitse diensten de arbeiders aan het
bedrijf te binden. De door bepaalde arbeiders
nagestreefde 'anti-egalitaire' loonpolitiek is in
deze specifieke arbeidsmarktcontext eveneens
beter te begrijpen. Eerder dan iedereen te laten
delen in de baten, gaf men er de voorkeur aan
uit de massa arbeiders die op de werf waren
binnengekomen de besten te belonen en trachten
te behouden. Dat was overigens in overeen
stemming met de vooroorlogse politiek.
De Schelde zat als het ware gevangen door de
inschakeling in de Duitse oorlogsproductie. Nadat
hiertoe besloten was, rezen de moeilijkheden,
ten gevolge van een overspannen arbeidsmarkt
die voortvloeide uit een gestegen vraag; samen
werking met de Duitse diensten was onvermij
delijk om de discipline te handhaven en tegelijk
de exploitatie zo rendabel mogelijk te laten
verlopen. Bij de verschillende pogingen hiertoe
valt het op dat De Schelde vooral in contact
stond met Duitse militaire instanties. De werf
stond weliswaar onder toezicht van Duitse
militairen maar, zoals een van de beklaagden
op het proces opmerkte: 'Doordat ik gebruik
gemaakt heb van de tegenstellingen tussen
de Duitse militairen en de Duitse nationaal-
8
De Schelde in de Tweede Wereldoorlog