En met denzelven vervolgens gecohabiteert
[samengewoond] te hebben tot den 6. Feb. 1746.
Zonder dat dezelve immer den huwelyks pligt
aan haar heeft afgelegt, of kunnen afleggen
Uit oorzaake van zyne imbecilliteit [onmacht]
ten volslaagen natuurlyke onvermoogen tot
het afleggen en volbrengen van het debitum
conjugale [de huwelijkse plicht],
Uat of dan wel de suppliante al over lang alle-
zints bevoegt was geweest omme te conten-
deeren [eisen] tot nul verklaaring ab initio
[vanaf het begin] van 't voorsch. uitterlyk gecon
traheerde [gesloten] huwelyk,
Zy niet te min uit een aangeboore timiditeit en
ingetoogenheid de voorsch. impotentie van den
voorn. Mr. Willem Schorer heeft gedissimuleert
[door de vingers gezien],
En nog langen gedissimuleert zoude gehad
hebben,
Ten waare de voorn. Mr. Willem Schorer zelve
tot die buitenspoorigheid was vervallen.
Om in 't begin van den voorschreeven Jaare
1746 zig te adresseeren [vervoegen] aan den
Gerechte der voornoemde Stad Middelburg [,..]'31
Het laatste woord
Omdat Willem Schorer impotent was en jegens
zijn vrouw bovendien geweld had gebruikt,
werd het huwelijk wederom nietig verklaard.
Voor hem was dit voldoende om een paar jaar
nadien zich te verweren door alle processtukken
in de openbaarheid te brengen. Niet omdat hij
de rechters van partijdigheid beschuldigde,
zo stelde hij in het voorwoord, maar omdat hij
gerechtigheid wenste.
Waarom Schorer zijn processtukken bij Luzac uitgaf
en niet bij zijn latere vaste uitgever uit
Middelburg, Pieter Gillissen, heeft wellicht te
maken met het feit dat Schorer in Leiden had
gestudeerd, Leidse hoogleraren als getuigen in
het proces waren opgetreden en het hoger
beroep voor de Hoge Raad in Den Haag diende.
Een Leidse uitgever, zo moet hij gedacht hebben,
is beter in staat zorg te dragen voor een snelle
distributie binnen de hele Republiek. Dat was in
ieder geval de bedoeling: niet alleen in Zeeland
moest zijn reputatie hersteld worden, ook ver
daarbuiten.32 Schorer en Luzac waren elkaar
Figuur 3.
Kopie van twee verklaringen uit het proces.
ZA, familiearchief Schorer, 157.1, nr. 1123.
wellicht op de Leidse Academie tegengekomen,
omdat ook Luzac daar rechten heeft gestu
deerd.33 Misschien was er geen enkele andere
boekverkoper die zijn persen wilde gebruiken
voor een uitgave waarin het seksuele leven van
een Zeeuws bestuurder uit de doeken werd
gedaan, zelfs niet wanneer deze bestuurder een
belangrijk aandeel had in de totstandkoming
van het boek. Van Luzac was bekend dat hij
er geen been in zag controversiële werken op
de markt te brengen, zeker niet wanneer ze een
goede verkoop in het vooruitzicht stelden.34
Een gunstig debiet moeten de processtukken van
Willem Schorer beslist hebben beloofd. Helaas
weten we weinig van de opschudding die het
geding tussen hem en Anna Elisabeth Eversdijk
teweegbracht,35 maar dat het een spraakmakend
proces was, staat buiten kijf. Hier stonden
immers de telgen van twee zeer vooraanstaande
Zeeuwse families tegenover elkaar die elkaar
ervan beschuldigden niets te kunnen presteren in
bed. Niet zozeer het feit dat het om een echt
scheidingszaak ging - echtscheidingen kwamen
dankzij de liberale wetgeving in dezen in Zeeland
net als in de rest van de Republiek veelvuldig
voor - als wel dat het een nietigverklaring
van het huwelijk betrof, bracht de tongen in
beroering. Van deze manier om een huwelijk
te ontbinden werd in de tweede helft van de
achttiende eeuw nog maar weinig gebruik
gemaakt, in tegenstelling tot de zeventiende
eeuw, toen nietigverklaring op grond van het
canonieke recht voor echtparen van adel en
gegoede burgerij een probaat middel was om
van elkaar af te komen.36 Maar anders dan
destijds dikwijls het geval was, toen men in
nietigverklaring vooral een snelle manier zag om
het huwelijk te ontbinden, werd de impotentie
van Schorer nu als serieus bedoeld argument
aangevoerd. De toch al smakelijke kost werd
extra gekruid doordat de jonge Schorer lid was
van de Raad van Vlaanderen: een raadsheer van
hoge komaf zien vallen door de aanklacht van
een onschuldig meisje moet voor het grote
publiek een ware smulpartij zijn geweest. En
onschuldig, naïef, zal Anna Elisabeth Eversdijk
geweest zijn. Aangezien Susanna van Buuren
haar dochter ogenblikkelijk onder haar hoede
nam nadat deze Schorers huis was ontvlucht,
is het vermoeden gerechtvaardigd dat Anna
Elisabeth in een zeer beschermd milieu is groot
gebracht. Het is giswerk, maar wie neemt het de
moeder kwalijk, die voor de geboorte van Anna
Elisabeth reeds drie kinderen begraven had?37
Impotentie en frigiditeit
99