De doorslaggevende fase aan de Zeeuws-Vlaamse
zijde was de Tachtigjarige Oorlog.6 Tussen
1583 en 1621 verdween meer dan 80% van alle
cultuurgrond onder water. Alleen tussen Hulst en
Ossenisse, rondom Terneuzen, bij Sas van Gent
en tussen Sluis en Cadzand bleven oude polder
gebieden droog.
Wat voor Zeeuws-Vlaanderen geldt, gaat ook voor
het westen van de huidige provincie Noord-
Brabant op.6 Ook hier werden uitgestrekte
gebieden onder water gezet. Bergen op Zoom als
vestingplaats verwisselde ook diverse malen van
bezetter. Dorpen en nederzettingen verdronken
tot aan de Brabantse zoom, dat is een gebied dat
vanaf Zandvliet tot aan Bergen op Zoom loopt
en alles wat ten westen daarvan ligt. Ook in een
uitgestrekt gebied rondom Halsteren en Steen
bergen tot aan de Moerdijk verdronken dorpen.
De Groote Waard daarentegen is verdronken
tijdens de stormvloeden aan het begin van de
15de eeuw.7
Het verdrinken van land betekende het systematisch
door erosie en afbraak verdwijnen van de bebou
wing, in feite van elke bebouwing. Niet alleen
dorpen, ook boerderijen, kastelen en kloosters
verdronken; zelfs wegen ontrokken zich aan het
zicht door afzetting van slib of uitschuring, en
dat gold ook voor waterlopen. Sluizen, vooral
houten sluizen en heulen waren na verloop van
tijd onzichtbaar geworden. Eigenlijk is het een
te enge omschrijving alleen maar van verdronken
dorpen te spreken. De aanduiding verdronken
sites en structuren zou beter zijn. Maar - zoals
is betoogd - deze sites en structuren zijn niet
alleen door verdrinking verdwenen. Geleidelijke
afbraak en systematische verlating zou een betere
omschrijving zijn. Een van de meest karakteris
tieke voorbeelden is de geleidelijke teloorgang
van de stad Reimerswaal in Zuid-Beveland.
De stad bleef tot ver in de 17de eeuw bestaan als
eiland. Vlakbij Terneuzen lag het middeleeuwse
stadje Huughersluus. Dit geraakte in 1488
geleidelijk onder water. Nog decennialang traden
er officieel schepenen van de stad Huughersluus
op. Ten slotte waren er dorpen die verdwenen,
maar herrezen op dezelfde plek of even verderop.
Zo is het dorpje Berendrecht, nabij Ossendrecht,
eind 13de eeuw verplaatst en is het huidige
Zaamslag in 1650 op de resten van het middel
eeuwse Zaamslag gebouwd. Aardenburg is ook
op een oudere nederzetting gebouwd, namelijk
op het Romeinse castellum, terwijl het 17de-
eeuwse Aardenburg een andere vorm heeft gekre
gen dan de grotere middeleeuwse stad. Kortom,
in vele gevallen is het beter van geleidelijke
afbraak, verlating of verplaatsing te spreken dan
van louter verdrinking. De weinige artefacten en
structuren die werkelijk tijdens de stormvloed van
hun oorspronkelijke plaats konden verdwijnen,
waren grote houten boerenschuren. Reeds tijdens
de stormvloeden van 1682 en 1715 zijn daar
getuigenissen van opgetekend.
Verdronken dorpen in kaart gebracht
Op menig oude kaart wordt de plaats van ver
dronken dorpen gesitueerd. Reeds de befaamde
zestiende-eeuwse provinciekaarten van Jacob
van Deventer en Chr. sGrooten laten de uitge
strekte overstroomde gebieden van Zuid-Beveland
aan de oostzijde en rondom Borsele zien. In
het algemeen kan worden gesteld, dat de wat
algemene kaarten die daarna zijn verschenen
als onderdeel van atlassen of als los gedrukte
kaarten hooguit een globaal beeld van het ver
dronken gebied geven.8 De kaarten zijn over het
algemeen fraai. Gelden deze algemene opmer
kingen ook voor de twee exemplaren uit de
verzameling Zelandia lllustrata van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen?
We bekijken eerst nr. 1-751. Dit is de gedrukte en
ingekleurde kaart van Nicolaum Visscher, die
45,5 cm hoog is en 54,5 cm lang is. Nicolaes
Visscher 1 leefde van 1618 tot 1679. De kaart is
niet gedateerd en draagt als titel
Nieuwe Kaerte van
T LAND VAN WAES
ende
Hulster Ambacht,
vertoonende oock de Stroomen
van de Ooster ende Wester
SCHELDE.
Er is een dubbele schaal aangegeven: de bovenste
in Vlaamse mijlen; de onderste in Rijnlandse of
Duitse mijlen. Tweeduizend roeden gaan er in
een Duitse mijl, dat is 7,4 km; 1.600 Rijnlandse
roeden met een lengte van 5,9 km waren een uur
gaans.
De cartouche verbergt allerlei gereedschap van een
visser en enkele handwerktuigen in een krui
wagen. Op de kaart, waarvan de bovenzijde het
oosten is, treffen we rompgedeelten aan van
het verdronken land van het vroegere Hulster
ambacht, het Waasland aan de rechterzijde en
delen van Zuid-Beveland. Vermeld wordt dat de
Stoppeldijkepolder in 1644 is drooggelegd. De
Genootschapsverzamelingen
107