13.3 gebied heeft weergegeven zonder fortificatie. Het centrum van de plaats is zonder noemens waardige lange hiaten steeds bewoond gebleven. Bekijken we echter het gebied dan heeft de kaart- maker blijkbaar twee periodes door elkaar gehaald. De vorm van het landschap duidt op de situatie voor 1 584, toen er nog geen dijken waren doorgestoken. De vorm van Axel met de overdadig vele bastions, berust op fantasie. In het verdronken landschap van de Braakman, het oostelijke deel verdronken sedert 1488, tekende hij de verdronken plaatsen: Peerboom, Ertinghe (Hertinghe), Steelandt en Westdorpe. Kennelijk heeft hij voor dit gebied gebruik gemaakt van de kaarten van Franchoys van Velde van omstreeks 1 550.9 Tot overmaat van ramp weet hij zich geen raad met twee dorpen met de naam Westdorpe, dus geeft hij de landvariant het bijschrift 'Reliquie van'. Een nadere analyse van het polder gebied ten westen van Terneuzen laat zien dat er bij Vremdycke een soort inham is getekend. Ongetwijfeld stelt dit het nog niet bedijkte schor van de Lovenpolder (1548) voor.10 Hoe nu verder? Wat het belang van de twee besproken kaarten voor een dieper inzicht van de locatie van de ver dronken dorpen en sites betreft, kunnen we kort zijn. Dit belang is gering! Dit wordt vooral ver oorzaakt door het feit dat de kaartmakers geen opmetingen en andere waarnemingen ter plaatse hebben gedaan. Hun doel was een mooie kaart uit te geven. Kaarten van beëdigde landmeters echter, geven meestal een beeld van een klein gebied, zoals een of meerdere polders. Zij hebben die gemaakt in opdracht van waterschappen of andere grondeigenaren met het doel de ligging, grootte en verdeling van het grondbezit zo getrouw mogelijk weer te geven. Voor ons onder werp van de verdronken dorpen en sites zijn dit soort 'polderkaarten' van uitermate groot belang. Daarnaast zijn ook de zogeheten 'ommelopers' of veldboeken van belang, waarin het grondbezit perceelsgewijs is geïnventariseerd. Dit soort bronnen geeft niet zelden bijzonderheden prijs over de aard van de percelen, oude waterlopen en landwegen of opvallende steenhoogten in het landschap. Omdat archeologisch onderzoek nog te vaak op toeval berust - er worden overwegend noodopgravingen gedaan - is een gedegen voor bereiding door historisch-geografisch onderzoek van onmisbaar belang. Daarnaast kan er ook veel voorbereidend werk worden verricht door prospectie (veldonderzoek), met name door remote sensiny. Dit laatste geschiedt door te fotograferen vanuit een vliegtuig of gebruik te maken van satellietfoto's. Helaas is de remote sensing de laatste jaren in Zeeland naar de achtergrond verdwenen, hoewel er tijdens de Figuur 2. KZGW, Zel.Ill. 1-640. s j tv/rv jtv G e n oot s c hap s v e r z a m e ÏTn g eTT

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2004 | | pagina 27