De laatste jaren is de biodiversiteit in zee erbij
gekomen als belangrijk onderwerp. Een moni-
toring-groep houdt zich bezig met het ieder
jaar vaststellen van de biodiversiteit in de Delta.
Zo ontdekten ze dat in het Grevelingenmeer de
bodembevolking de afgelopen tien jaar sterk
veranderd is. Eerst waren er veel schelpdieren,
nu domineren de wormen. De afsluiting van
de Grevelingen heeft dertig jaar later dus nog
grote gevolgen. Het ceme is ook coördinator
van het marbef-netwerk van 56 instituten voor
Figuur 6.
Cyanobacteriën zijn beter bekend onder de naam blauwalg'en.
Ze lijken sterk op algen, maar toch zijn het bacteriën.
De 'cyano's' behoren tot de oudste organismen op aarde en
komen in groten getale voor in zee, maar ook elders. Bepaalde
soorten zijn giftig, andere vormen de basis van een voedsel
keten. Hun belangrijke rol in zee maakt ze tot een interessant
onderwerp van studie voor het instituut. Welke soorten komen
waar voor, welke eigenschappen hebben ze, waar worden ze
door beïnvloed en wanneer zijn of worden ze giftig?
Figuur 7.
Deze plastic strips spelen voor schorrenplant. Voor experimen
ten met waterstroming maakten de onderzoekers verschillende
van deze 'matten'. Ze kwamen daarna in een stroomgoot
te liggen (zie fig". 9). Plantensoorten kunnen stijf zijn,
of juist heel slap... Met deze experimenten kontje erachter
welk effect dat heeft op de waterstroming. De sterkte van
de stroming werkt door op de bodem van het schor.
de relatie tussen functies zoals fotosynthese
of stikstoffixatie en de diversiteit van soorten.
Een voorbeeld van de andere kant van het spectrum
is het vanuit de lucht bestuderen van 'kiezelwier-
matten': waar vormen de kiezelwieren een
beschermende laag op het zand, en hoe actief
zijn ze daar. De techniek heet remote sensing.
Deze piepkleine kiezelwieren kunnen erosie van
grote, belangrijke slikplaten in het kustgebied
(tijdelijk) voorkómen. De suikers die ze afscheiden
zee-onderzoek uit alle Europese landen. Samen
gaan zij de komende jaren meer gegevens over
de biodiversiteit in zee 'boven water halen'.
En dat gaat verder dan het aanleggen van een
'postzegelverzameling'. De komende vijfjaar
zal het CEME hierdoor als middelpunt van het
mariene biodiversiteitsonderzoek in Europa
functioneren.
De werkgroep Mariene Microbiologie bestudeert
voornamelijk cyanobacteriën - beter bekend als
blauwalgen - en kiezelwieren of diatomeeën.
De microbiologen kijken zowel op de schaal van
moleculen als op die van het landschap. Onder
de eerste schaal valt het achterhalen van het
mechanisme van het vastleggen van stikstofgas (n2).
Nieuw daarbij is 'functionele biodiversiteit':
zorgen voor een stevige 'biofilm' boven op de
modder.
De derde werkgroep, Ruimtelijke Ecologie, is de
jongste. Sinds 2002 richt zij zich op patronen in
het landschap. Dit mondt uit in experimenteel en
theoretisch onderzoek van biologische structuren
zoals mosselbanken en zeegrasvelden. De resul
taten daarvan komen samen in modellen.
Ruimtelijke structuren die door de natuur zelf
gemaakt zijn, zijn belangrijk voor het functio
neren van ecosystemen. De patronen van mossels
in mosselbanken verhogen waarschijnlijk de
productiviteit van deze schelpdieren.
Een groot project met de Technische Universiteit
Delft en WLjDelft Hydraulics belichtte de relatie
De ecologen van Yerseke
89