zeeian J1 13.3 Figuur 10. Onmisbaar voor zeeondcrzoek: een onderzoekschip! Het nioo heeft de Luctor. Dit schip van 34 meter heeft twee laboratoria aan boord, maar ook meters voor stroomsnelheid, zuurstof gehalte enzovoorts. Per jaar vaart het vele keren uit in het Deltagebied, maar ook elders in Nederland. gaat niet goed met Antarctica. De temperatuur op sommige plekken is ai foTS gestegen de afgelopen 50 jaar. Zo'n 2 graden Celsius in de zomer en wel 5 in de winter. De originele poolplanten en -dieren komen in de problemen, terwijl nieuwe soorten van buiten binnendringen. En het ozongat wordt ook steeds dieper. Er is meer onderzoek nodig. Delta blijft interessant Het CEME in Yerseke heeft dus een internationaal karakter. Het onderzoek vindt plaats van de Zuidpool tot Spitsbergen, van de Delta tot de Atlantische Oceaan, van Zwarte Zee tot Oostzee. De werknemers van het CEME zijn afkomstig uit vele verschillende landen: Italië, Duitsland, Oekraïne, Zweden maar ook België bijvoorbeeld. Het onderzoek is dus erg internationaal gewor den. Toch blijft de Zeeuwse Delta een goede uitvalsbasis vormen. Het intacte estuarium van de Westerschelde en de voormalige zeearmen blijven goede, uitgebreide mogelijkheden bieden voor ecologisch onderzoek. De ecologie zal ook in de toekomst altijd een deel veldonderzoek inhouden. Dit is het werk van de projectgroep Polaire Ecologie; een samenwerkingsverband van de drie nioo- centra met onderzoek in zowel het Zuid- als het Noordpoolgebied. Een andere projectgroep heet FBI, wat staat voor fungal-bacterial interactions of de relaties tussen schimmels en bacteriën. Figuur 11. Op Anchorage Island in het Zuidpoolgebied slaan zogenaamde open top chambers. Onderzoekers van het Nioo kijken met deze opstelling hoe poolplanten reageren op klimaatveran dering, dat is: op een verhoogde temperatuur. Kunnen ze zich voldoende aanpassen?

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2004 | | pagina 9