Aanwinsten ruilverkeer G.G. Trimpe Burger-Mekking Het jaarboek van het Genootschap Amstelodamum 2003 opent met een lang artikel van 1. Friese man: 'Waar ooit ganzen waren'. Het gaat over de topografische ontwikkeling en sociaal-econo mische situatie van de Nes in Amsterdam in het midden van de zestiende eeuw. De naam Nes werd voor het eerst gebruikt in het bewoners kohier van 1 569. Daarvoor sprak men van Gansoord en deze benaming bleef wel gebruikt tot in de achttiende eeuw. De naam kan ontstaan zijn omdat er ganzen gehouden werden of omdat ganzen er neerstreken op hun trek. De bewoners van Gansoord waren eind veertiende eeuw gegoede burgers. De eerste geestelijke instellingen van Amsterdam ontstonden hier: in de vijftiende eeuw werden er vijf kloosters gevestigd. Ook het Sint-Pietersgasthuis en een school werden in Gansoord gebouwd. In de zestiende eeuw deden zich veel veranderingen voor in topografie en ruimtelijke indeling. De bevolking nam toe, erven werden gesplitst en zo ontstonden veel nieuwe stegen. Kloosters werden belastingplichtig en door de opkomende Reformatie liep de instroom van rijke burger dochters terug. De bewoners van de Nes werden daarna neringdoenden en ambachtslieden, maar er kwamen ook steeds meer ongeschoolden te wonen. De auteur behandelt straten, stegen, en leefomstandigheden in de genoemde buurt. Het jaarboek bevat verder een artikel van M. van Tielhof over de Oostzeehandel en dan met name de graanhandel, die als zeer belangrijk werd beschouwd. De auteur onderzoekt hoe koop lieden, reders en anderen die betrokken waren bij de Baltische graanhandel in de loop der eeuwen, streefden naar kostenreductie en verhoging van efficiëntie en in hoeverre zij daarin slaagden. P. J. Knegtmans schrijft 'Studenten in het Amsterdamse culturele leven', en J. Molema 'Spangen en Spaarndammerbuurt. Verschillen in volkswoningbouw'. Het jaarboek eindigt met een 'Kroniek van Amsterdam over 2002', samenge steld door W. C. Pieterse. Het tijdschrift Amstelodamum (maart/april 2004) is een bijzonder nummer met het grote artikel 'Bommen op de Euterpestraat'. Aanleiding voor dit stuk is het feit dat het bijna zestig jaar geleden is - op 26 november 1944 - dat door de raf een luchtaanval op Amsterdam-Zuid werd ondernomen. Twee schoolgebouwen waarin de bezetter zich had gevestigd waren het doelwit. De materiële schade was aanzienlijk en een groot aantal buurtbewoners kwam om het leven. Het artikel bevat veel fotomateriaal afkomstig van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en het Gemeentearchief van Amsterdam. Van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap ontvingen wij Jaarboek '03. L. Spronck draagt zijn artikel 'Jacob Kritzraedt en de streektaal' op aan de nestor van de Neder landse dialectologen, professor Toon Weijnen. De jezuïet Jacob Kritzraedt (1602-1672) laat in zijn Annates Gangeltenses, Chronick Gangelt en ook in zijn verdere publicaties zoals bijvoorbeeld Stadtbuch Gangelt geregeld blijken grote belang stelling voor de streektaal te hebben. Hij maakt aantekeningen van de dialectuitspraak van bepaalde woorden, ook van toponiemen, wijdt een beschouwing aan de dialectgrenzen in de regio Maas-Rijn en bezingt in zijn 'moerspraick' de lof van zijn geboorteplaats Gangelt. Die waar dering voor en bemoeienis met de streektaal is voor die tijd uitzonderlijk. Naast de bespreking van Kritzraedt als dialectoloog schenkt de auteur aandacht aan zijn dialectpoëzie. In 1640 schreef Kritzraedt twee gedichten in zijn moedertaal. Voor de weergave van de klanken van zijn 'moer spraick' moest hij zich behelpen met de letter tekens uit de Rijnmaaslandse, de (Nieuw)neder- landse en (Nieuw)hoogduitse spellingtradities: voor het schrijven van bepaalde dialectklanken waren geen aparte spellingtekens voorhanden. De teksten van de gedichten zijn afgedrukt volgens de Annates Gangeltenses. Daarnaast is de weergave in modern Nederlands gegeven, gevolgd door tekstcommentaar. Ook bevat het Jaarboek een artikel over de bij ons bekende Habsburgse edelman Van Horn: 'Filips van Montmorency, graaf van Horn (1524-1568). Een Habsburgse edelman tussen vorstenmacht en Aanwinsten ruilverkeer 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2004 | | pagina 29