malaria in de jaren 1930-1940 in Zuid-Europa droeg ook bij tot het afwijzen van dit standpunt. Men ontdekte dat veel soorten muskieten ongeschikt zijn om malaria over te brengen op mensen, sommige vliegen zelfs alleen in de omgeving van hun broedplaatsen. Malaria kan pas goed begrepen en beoordeeld worden door micro-analyses op plaatselijk niveau: geografische gesteldheid, klimaat, competitie tussen verschil lende soorten muggen wat betreft broedplaatsen en menselijke activiteit, al deze zaken oefenen invloed uit. Het effect op de menselijke samen leving in Zuid-Europa gedurende de tijd van het Romeinse keizerrijk is nu wel bekend. Het doel van dit artikel is enkele nieuwe benaderingen te bespreken, nieuwe bewijzen en een nieuwe hypothese aan te bieden omtrent de vroege geschiedenis van malaria in Zuid-Europa. Uit Italië ontving het genootschap van de Nationale Academie van Lincei het boekje L'autorita delle citazioni virgiliane nelle opere esegetiehe di san Girolamo, geschreven door Marco Tullio Messina. De citaten van Vergilius in de exegetische werken van Hieronymus worden hierin geanalyseerd, zodat men hun functie in de context kan be grijpen, vooral in betrekking tot het doei van bijbelonderzoekers. Daarom gaat het alleen om de citaten in exegetische context, dus die waar Hieronymus zich bezighoudt met bijbelverkla ringen. Men heeft ontdekt dat Hieronymus dikwijls de Hebreeuwse tekst verkeerd begrijpt of verdraait om maar de gelegenheid te hebben Vergilius te citeren. Hij ziet Vergilius als autoriteit en gebruikt hem om zijn eigen uitleg van bijbel plaatsen te bevestigen. Uiteindelijk kan men in de exegetische werken van Hieronymus minstens zeven gebieden onderscheiden waarop Vergilius als autoriteit wordt aangehaald: op de riten en geloven van de Roomse religie, op vreemde riten en goden, op de mythen betreffende de sterren, een aardkundige, filosofische, natuurweten schappelijke en een algemeen gebied. Het boekje is in het Italiaans geschreven, met een samen vatting in het Duits. Van de Bayerische Akademie der Wissenschaften kwam onder andere het werkje Neues von der Kaiserkrönung Karls des Grollen, door R. Schieffer (München 2004). Over Karei de Grote is altijd veel geschreven, maar zeker in het jubileumjaar 2000 zagen weer veel nieuwe publicaties het licht. De auteur behandelt in dit boekje drie actuele vragen waarover gediscus sieerd wordt in verband met Kareis keizerlijke staat. Een duidelijk getuigenis voor zijn drang naar het keizerschap uit de tijd vóór 800 ont breekt. Kareis bekende biograaf Einhard geeft in zijn Vita Karoli slechts de mededeling dat Karei bij zijn vierde bezoek aan Rome de titel keizer ontving en daardoor zo boos was dat hij, als hij geweten had dat Paus Leo m hem de kroon op zou zetten niet in de kerk was gekomen, hoewel het een belangrijke feestdag was. Het tweede punt dat volop in de belangstelling staat is de aanslag op de paus en de samenhang daarvan met het keizerdom van Karei. Het derde belangrijke discussiepunt is de vaststelling van de tijd van kroning tot keizer. In alle annalen wordt het jaar 801 genoemd en niet 800, omdat toen het jaar niet op 1 januari maar op 25 december begon. Dan zou Karei dus tot keizer gekroond zijn op de eerste dag van 801. Ook uit Duitsland van de Nordrhein-Westfalische Akademie der Wissenschaften het boekje Wieder- geburt in Rom, door J.C. Jacobs (Vortrage G 391). Het behandelt de Italiaanse reis van Goethe van 1786 tot 1788. Goethes reis is door hemzelf beschreven en de eerste twee delen van het werk zijn uitgekomen in 1816 en 1817 onder de titel Aus meinem Leben. Dikwijls gebruikte men Goethes beschrijving als een soort reisboek: men volgde Goethe in zijn tocht naar de kunstwerken, landschappen en het Italiaanse volksleven, om dit alles ook te ontdekken en te begrijpen. G. von Graevenitz schreef daar in 1904 over: Goethe, unserer Reisebegleiter in Italien. Volgens Jacobs berust die opvatting op een misverstand. Goethe biedt zijn lezers echt geen soort informatieve 'Baedecker' aan, hij geeft met de beschrijving van zijn grote reis een belangrijk deel van zijn auto biografie. De auteur licht zijn standpunt toe aan de hand van veel citaten uit de oorspronkelijke tekst. Aanwinsten ruilverkeer 157

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2004 | | pagina 35