Ondanks de ligging vlakbij het epicentrum van de loterijkoorts, duurde het tot 1540 voordat de eerste Zeeuwse loterij plaatsvond. Deze loterij werd georganiseerd door het stadsbestuur van Goes. Al snel volgden ook andere steden. Walcheren vormde het centrum van de Zeeuwse loterijcultuur; in dit gebied lagen de meeste steden. Loterijen vonden bijna altijd in steden plaats; naast de plaatselijke bevolking waren er immers ook altijd handelaren en reizigers in de stad, die mogelijk loten wilden kopen. Ook in Zeeland viel het loterijwezen rond 1615 stil. Maar het waren ook de Zeeuwen die als eersten de draad weer oppakten: in 1642 vond in Middelburg een grote loterij plaats voor de bouw van een tuchthuis. Door de onvolledige informatie is moeilijk vast te stellen hoeveel Zeeuwse loterijen er daadwerkelijk hebben plaatsgevonden in de zestiende en zeventiende eeuw. Vooral de vaak illegale parti culiere verlotingen zijn om begrijpelijke redenen moeilijk te traceren. Een groot aantal van de geplande vijfentwintig officiële loterijen strandde vroegtijdig, door problemen van diverse aard. Regelmatig verboden de Staten van Holland loterijen, ook als de voorbereidingen reeds in volle gang waren. Andere redenen om een loterij af te blazen waren problemen bij de voorbe reidingen, zoals geldgebrek of te weinig animo voor het kopen van loten. De gang van zaken rond een loterij Het loterijwezen lijkt in de gehele Noordelijke Nederlanden ongeveer hetzelfde van opzet te zijn geweest. Dit was ook bij de loterijen van Arnemuiden (1611) en Hulst (1662) het geval. Allereerst moest octrooi worden aangevraagd bij de Staten van, in dit geval, Zeeland. Ook de plaatselijke overheid moest toestemming geven.5 Daarna begonnen de voorbereidingen, die vaak maanden duurden. De kosten van een lot moes ten worden bepaald, evenals het aantal prijzen en de waarde ervan. In de Hulsterse loterij kostte een lot bijvoorbeeld zes stuivers, een gebruikelijk bedrag. Vaak bestonden de te winnen prijzen geheel of gedeeltelijk uit zilveren voorwerpen, die speciaal voor de loterij werden vervaardigd. De hoofdprijs was meestal een beker gevuld met geld. Het gewicht aan zilver waarvan deze zogenaamde cop was vervaardigd was onderdeel van de prijs. De kleinere prijzen bestonden uit mosterdpotten, zoutvaten, kannen, schalen en lepels. De hoofdprijs in de Arnemuidense loterij was een vergulde zilveren beker met deksel, die tachtig ons woog. Daarbij kreeg de gelukkige winnaar honderd pond in geld uitgekeerd. De winnaar van de Hulsterse loterij kreeg een lampetstel ter waarde van vijfhonderd gulden, met daarbij nog eens vijfhonderd gulden contant. Naast de standaard zilveren voorwerpen waren er onder meer spiegels, zijden kousen en heren hoeden te winnen. Er werd een reglement opgesteld, waarin onder andere de openings- en sluitingsdatum van de loterij werden vastgelegd. Naast het reglement voor de deelnemers, werden hierin ook de kosten van een lot en de te winnen prijzen vermeld. Enkele weken voordat de trekking plaats zou vinden, werden de prijzen tentoongesteld op een prominente plaats in de stad. In Hulst werden ze getoond in een kast die voor het stadhuis hing. Het doel hiervan was natuurlijk om zo veel mogelijk mensen aan te zetten tot het kopen van loten. De loterijkaart Een bijzonder belangrijk onderdeel van de voor bereidingen was de publiciteit. Hoe meer mensen immers op de hoogte waren, hoe meer loten er werden verkocht. Vanaf het prille begin maakte men flink veel publiciteit voor een op handen zijnde loterij. De loterijaankondiging vormde het belangrijkste onderdeel van de publiciteits campagne. De oudste vermelding van een derge lijke aankondiging is die van een loterij uit 1446 te Sluis. Deze werd aangekondigd met houten bordjes, zogenaamde barderkens. Hierop stond ook het reglement vermeld. Uit de stadsrekening van 1446 blijkt dat deze 'barderkens' in de verre omtrek verspreid werden.6 Al in de vijftiende eeuw ging men over op gedrukte loterijaankon digingen, die het beste te vergelijken zijn met de huidige reclameaffiches. Het oudste resterende exemplaar, van een Brugse loterij uit 1496, wordt op de aankondiging zelf aangeduid als 'bardt'.7 Mogelijk vormden de gedrukte loterij aankondigingen een vervanging van de houten bordjes. Van de Brugse aankondiging is alleen een tekstgedeelte bewaard gebleven; het is on bekend of er ook afbeeldingen op stonden. Over het uiterlijk van de 'barderkens' en eventuele andere vijftiende-eeuwse loterijaankondigingen, is niets bekend. Er zijn verschillende soorten zestiende- en zeven- tiende-eeuwse loterijaankondigingen bewaard gebleven. De loterijkaart lijkt de belangrijkste te zijn geweest. In Nederland zijn slechts enkele 126 Reclame voor Zeeuwse loterijen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2004 | | pagina 4