gedrukt; 4000 'in het duytsch' en 2000 'in het
walsch'.'8 Deze loterij moet van buitengewoon
grote omvang zijn geweest. Ter vergelijking: voor
de groots opgezette Leidse gasthuisloterij van
1596 werden 1400 kaarten gedrukt, die 'alomme
binnen de vereenichde landen' werden verspreid.19
Voor de Haarlemse loterij voor het oudemannen
huis van 1606 werden 'slechts' 1200 loterij
kaarten vervaardigd.20
De loterij voor het armkinderhuis in Hulst (1662)
was veel kleiner van opzet. De doelgroep bestond
voornamelijk uit het Zeeuwse en - in mindere
mate - het Hollandse volk. Daarnaast waren
enkele collecteurs aangesteld in plaatsen als Lillo
en Groningen. Uit de resterende administratie
van de HulsteTse loterij blijkt dat er veel mensen
betrokken waren bij het vervaardigen van de aan
kondigingen; dit onderstreept het belang van de
loterijkaart voor het slagen van de onderneming.
Ene Olivier van Briessen werd bijvoorbeeld
betaald voor het ontwerpen van de afbeeldingen
op de loterijkaart. Anderen werden ingehuurd om
een gedeelte van de kaarten op houten borden
te bevestigen; deze waren bestemd als reclame
materiaal voor de lotverkopers. Jacob Pick,
stadsdrukker te Vlissingen, drukte de kaarten.21
Uit de rekeningen blijkt dat men ook bij de Arne
muidense gasthuisloterij gebruik maakte van
loterijkaarten (zie tabel).22 Hoe de loterijkaart er
precies heeft uitgezien, is onbekend; er zijn geen
resterende exemplaren bekend. Duidelijk is wel
dat de kaart een afbeelding bevatte; een van de
onkostenposten van de loterij vermeldt 'het
repareren ende snijen van een stuck vande plate
van de caerte van de Loterie.23
Zoals gebruikelijk werden ook voor de Arnemuidense
loterij van 1611 een aantal kaarten klaargemaakt
om rondgedragen te worden door de stad.24 Dit
gebeurde op dagen waarop veel mensen op de
been waren, zoals marktdagen of kermissen. De
kaarten werden beslagen met zeildoek voor de
stevigheid en aan boven- en onderzijde voorzien
van een ronde stok.25 Zekere Maijcken Thenne
leverde franje voor 'vier caerten die inde
vier steden van Walcheren omgedragen sijn'.26
Hiermee werden de zijkanten van de kaarten
versierd. De Arnemuidense schoolmeester Andries
Crasco was verantwoordelijk voor het 'affsetten
vande caerten'.27 Hier wordt zeer waarschijnlijk
het inkleuren van de kaarten mee bedoeld,
waardoor de loterijkaarten nog opvallender en
aantrekkelijker werden. Het geheel werd vervol
gens bevestigd aan een verticale draagstok. Deze
zogenaamde rolcaerten werden met veel bom
barie rondgedragen door de stad. In Middelburg
werd de drager vergezeld door trommelaars,
zodat al van verre te horen was dat er iets
bijzonders stond te gebeuren.28 In een instructie
voor de generaal van de loterij wordt het rond
dragen van de loterijkaart speciaal genoemd:
'dat hy den caerten alteindt binnen de stadt wil
om laten draghen mette trommel slach ende
insonderheyt inde kermissen ende Jaermarckten
zoo der vallen ende bovenal de drye oft vier
laeste daghen voorden vuytganck vande voors.
Loteiye op dat een yegel daer van kennisse
mach hebben ende te meer tot Inleggen verweet
werden'.29
Zodra de kaarten gebruiksklaar waren, gingen de
generaals van de loterij op reis. Ze stelden collec
teurs aan in Zeeland, Holland, Antwerpen en het
Sticht Utrecht en leverden loterijkaarten af. Een
van de collecteurs in Leiden was Carel Lieffrinck,
een bekende in de loterijwereld. Ongeveer vijftien
jaar eerder schilderde hij namelijk een bijzondere
loterijkaart voor de Leidse gasthuisloterij van
1596.30 Voor sommige loterijen werden speciaal
voor het ronddragen aparte, geschilderde aan
kondigingen gemaakt. Dergelijke geschilderde
loterijkaarten werden gebruikt voor een Haar
lemse loterij uit 1606 en een loterij in Amsterdam
in 1592.31 Er zijn geen vermeldingen van geschil
derde loterijkaarten voor Zeeuwse loterijen
bekend.
Pamfletten, biljetten en nadere notificaties
Naast de loterijkaart gebruikte men andere
loterijaankondigingen, die voornamelijk uit tekst
bestonden. Waarschijnlijk ontstonden deze aan
kondigingen uit praktische overwegingen. De
kosten voor de vervaardiging van kleine aankon
digingen met alleen tekst waren uiteraard lager.
Mogelijk werden ze ook op straat uitgedeeld,
zoals moderne flyers. Bovendien nam vanaf het
begin van de zeventiende eeuw de populariteit
van particuliere loterijen sterk toe. Om deze vaak
illegale loterijen onder de aandacht te brengen,
werden kleine, minder opvallende publicaties
gebruikt.
Er bestaan grofweg twee soorten tekstaankondigin
gen: pamfletten en biljetten. Een pamflet is een
soort boekje in kwartoformaat, met een klein
aantal pagina's. Het voorblad toont een aankon-
Reclame voor Zeeuwse loterijen
129