Genootschapsverzamelingen
'Tot 't planters vaart-wel en 's negers herstel' Katie Heyning
Wie op zoek is naar gegevens over de Zeeuwse
slavenhandel, zal zich niet direct tot de conser
vatoren van het Zeeuws Genootschap wenden.
En terecht, in de verzamelingen bevinden zich
slechts enkele objecten die op dit thema betrek
king hebben. Toch zou in de collecties en de
archivalia van het genootschap het een en ander
te vinden moeten zijn. Veel van de achttiende-
eeuwse leden hadden immers belangen in de
slavenhandel en aandelen in de Zeeuwse plan
tages in de West. Bij nadere bestudering blijken
beide regelmatig onderwerp van gesprek geweest
te zijn.
Figuur 1.
David Henri de Gallandat, geboren te Yvonaud (Zw.J, 8-6-1732,
overleden te Vlissingen, 29-8-1782. Med. doctor, lector in de
vroedkunde, medeoprichter van het Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen. Fotografische reproductie C.W. Bauer.
ZA, KZGW, Zei 111. IV 389.
Al in het eerste nummer van de Verhandelingen,
dat in het najaar van 1769 verschijnt, publiceert
de Vlissingse chirurgijn en mede-oprichter van
het Zeeuws Genootschap, David Henry Gallandat
een artikel getiteld 'Noodige onderrichtingen
voor de slaafhandelaren'.1 In zijn inleiding houdt
Gallandat de handel in slaven tegen het licht en
concludeert hij dat deze alleszins oirbaar is. Hoe
wel hij oorspronkelijk zijn bedenkingen tegen
handel in menselijke koopwaar had, waren hem
bij zijn eerste bezoek aan de Afrikaanse kust de
ogen geopend. Onder de 'onbeschaafde volkeren
van dat waereld-deel' bleken zeer goede wetten
omtrent de slavernij te bestaan. In Guinee werden
- zo stelt hij - misdadigers en onvermogende
schuldenaars op deze wijze gestraft en mochten
aan Europeanen alleen geboren slaven of krijgs
gevangenen verkocht worden. Slavenhandel was
volgens Gallandat goed voor de negervolken in
Afrika die op deze manier van hun misdadigers
afkwamen en goed voor de slaven die in Amerika
een veel beter leven kregen dan in hun vader
land. Daarbij kwam dat deze lieden in de West-
Indische koloniën veel bekwamer in de landbouw
bleken dan de blanken of inboorlingen. Het
profijt dat de Zeeuwse 'volksplantingen' van hun
slaven hadden, ging volgens hem alle 'ongevoeg-
lykheden' ver te boven. Om nu de slavenhande
laar te helpen gezonde, sterke slaven te kopen
en deze tijdens de reis naar Amerika zo goed
mogelijk te behandelen, schetst Gallandat vervol
gens in zeven paragrafen de punten waarop men
dient te letten, variërend van het schatten van
de leeftijd van een aan te kopen slaaf tot het
organiseren van danspartijen aan boord.
In hetzelfde jaar schenkt Ph. Fermin uit Maastricht
het Genootschap zijn tweedelige beschrijving van
Suriname en zijn Traité des maladies les plus
frequentes d Surinam. Een jaar later volgt een
door hem uitgegeven dissertatie over de vraag
in hoeverre het is toegestaan slaven te houden
en deze in de Amerikaanse koloniën te werk te
stellen. In 1770 ontvangt de bibliotheek ook
de tweedelige Historie van Guiana van de heer
Hartsinck.2 Zonder twijfel zullen de leden tijdens
hun bijeenkomsten over bovengenoemde werken
gesproken hebben.
Genootschapsverzamelingen
25