14.3
er het eerste bericht over verkoopadressen. Hoe
groot de oplage was van die niet-genummerde
serie is onbekend, maar er zijn wel aanwijzingen
voor het totaal aantal verkochte exemplaren.
Voor gegevens over de verkoop van de prent zijn er
twee bronnen. De eerste bron is het Zeeuwsch
Dagblad, waarin op 24 juli 1945 in een artikeltje
wordt meegedeeld dat er een tweede betaling
aan Westkapelle is gedaan en dat er op dat
moment in totaal fl. 2750,- is overgemaakt.
Hetzelfde bedrag staat op 26 juli in een adver
tentie over twee kolommen, waarin bovendien
een tweede druk van de prent wordt aange
kondigd.
De tweede bron is een dossier in het Zeeuws Archief7
dat onder andere correspondentie bevat tussen
de uitgever en de waarnemend burgemeester
van Westkapelle, L. Roelse. Uit de vroegste brief
(7 juni 1945) blijkt dat de initiatiefnemers eerder
aan de Commissaris van de Koningin hadden
gevraagd waar de opbrengst van hun actie het
best naar toe zou kunnen en die had Westkapelle
genoemd als zwaarst getroffen gemeente. In die
eerste brief beschreef Weststrate de opzet van de
actie en meldde hij dat er al fl. 250,- voor dit
doel gereserveerd was. In een brief van 20 juli
deelde hij vervolgens mee dat hij de Nederlandse
Middenstandsbank in Goes opdracht had gegeven
om fl. 1400.- over te maken en op 16 augustus
stuurde hij een brief met een cheque voor
fl. 750,- met de toevoeging: 'waardoor het totaal
thans is gestegen tot fl. 3500,-'. Hij besloot die
Figuur 1.
Dc besproken prent; Zelandia Illustrata in, 1250.
Genootschapsverzamelingen 105