eeiana 14.3 De bekende kunsthistorica Saskia de Bodt heeft vorig jaar een schitterend boek gewijd aan veertien Nederlandse kunstenaarsdorpen; in het Singer Museum in Laren werd een grote tentoonstelling over hetzelfde onderwerp gehouden. Het boek is, door tekst en illustratie, een blijvend monument voor de periode van de kunstenaarsdorpen, die overigens in de jaren 1930 ten einde liep. De stad had het ongerepte dorp intussen ingehaald. De veertien hoofdstukken tellen elk zo'n tien bladzij den, die voor de helft gevuld zijn met illustraties. De tekst moest dus noodgedwongen kort zijn, maar is zeer informatief. Voor Zeeland komen uiteraard Domburg en Veere aan de orde. De bloei van Domburg als schildersdorp is, zoals bekend, vooral te danken geweest aan de inspire rende activiteit van Jan Toorop, die het initiatief nam tot gezamenlijke tentoonstellingen en vele kunstbroeders en -zusters 0111 zich heen verzamelde. Domburg was daardoor vooral een zomerkolonie; geen enkele kunstenaar woonde er permanent. De natuur, vooral de zee en de duinen, vormde de grote inspiratiebron, die leidde tot nieuwe experimenten in de weergave van het landschap. Veere was net als Hattem (de enige steden onder de kunstenaarsdorpen) in zoverre een uitzondering, dat de belangstelling van de kunstenaars vooral uitging naar de schoonheid van het stadje zelf, zowel van binnen als van buitenaf gezien. Veere bleek ook in de winter een bron van inspiratie; een flink deel van de kunstenaars woonde er permanent. De keuze van de illustraties bij de Zeeuwse hoofd stukken roept wel vragen op. Voor Domburg zijn gekozen werken van Jan Toorop, Mondriaan en Jacoba van Heemskerck (uiteraard) en van Le Fauconnier en Otto van Rees, die nauwelijks in Domburg hebben gewerkt. Voor Veere viel de keus op Toorop (driemaal) en Van Rijsselberghe (allebei slechts incidentele bezoekers) en op Lucie van Dam van lsselt (tweemaal) en Jan Heyse. Dat levert toch een wat vertekend beeld op. Figuur 2. Achterkamer van de Schotse Huizen te Veere, door Lucie van Dam van lsselt. Boekbesprekingen 113

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2005 | | pagina 35