Noten
1 In wezen zou het begrip West-Zeeuws-Vlaanderen en
West-Zeeuws-Vlamingen in deze bijdrage voortdurend
tussen aanhalingstekens moeten staan; West-Zeeuws-
Vlaanderen als politiek-geografisch gebied bestaat immers
pas sinds 1814. Tot welk gebied we ons beperken zal niet
temin duidelijk zijn. Ter wille van een historisch coherent
verhaal maken we heel af en toe gebruik van of refereren
we aan gegevens, gebeurtenissen, personen van net
buiten de regio. Ook het begrip 'streek' voor West-Zeeuws-
Vlaanderen gebruiken we een enkele keer dus iets minder
strikt dan in wezen is toegestaan.
Het karakter van de betrekkingen is niet te begrijpen
zonder enige kennis van de politieke context in de Arabiseh-
Turkse wereld. Vandaar dat we hier en in het tweede
deel soms moeten ingaan op de staatkundige situatie in
Turkije, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Daartoe
werd voornamelijk gebruik gemaakt van B. Lewis, The
Middle East. 2000 Years of History from the Rise of
Christianity to the Present Day. Londen 2003 (4), J. Gubb,
A Short History of the Arab Peoples. New York 1988 (repr.)
en P. Coles, The Ottoman Impact on Europe. Londen 1968.
De conclusie van beide bijdragen volgt in het tweede en
laatste deel.
2 J.F. Verbruggen, Het leger en de vloot van de graaf van
Vlaanderen van af het ontstaan tot in 1305. Brussel 1960,
67-73. F.L. Ganshof, 'Over Robrecht de Fries en Alexios
Comnenos'. Handelingen der Koninklijke Zuidnederlandse
Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis,
XIV (1960), 150-160.
3 M.K.E. Gottschalk, Historische geografie van westelijk
Zeeuws-Vlaanderen I. Dieren 19832, 33. Het is niet duide
lijk om welke kruistocht het gaat. Het was in ieder geval
niet een van de 'officiële' kruistochten, waarvan de
Tweede in 1147-1149 en de Derde in 1189-1192 plaats
vond. Misschien was het een persoonlijk initiatief om zich
aan te sluiten bij een van de ridderorden in het Heilige
Land. Een andere mogelijkheid is een kruistocht tegen
heidenen in het Polen en Pruisen of tegen ketters in Zuid-
Frankrijk. In deze gevallen hoort Lambertus niet in dit
overzicht thuis.
4 I. Meyerus, Commentarii sive Annates rerum Flandricarum
(Flandricurm Annalium], Antwerpen 1561, 37. J.N. Despars,
Cronijcke van den lande ende graefscepe van Vlaenderen
(405-1492). Brugge 1837-1840, l, 233. E. Warlop, The
Flemish Nobility. Kortrijk 1976, l, 65; III, nr. 184, 1089.
Voor Salomon van Maldegem, ibidem, III, nr. 139/1, 967.
H. Notteboom, 'Kruisvaarder Salomon van Maldegem.
Echt of verzonnen?'. Maldegem-lnfogids (1999) 4, 18-20.
Vriendelijke mededeling van de auteur.
5 G. Ostrogorsky, History of the Byzantine State. New
Brunswick 19622, 427. E. Warlop, noot 4, III, nr. 139/11,
968. Het kan ook gaan om een 'gewone' inwoner van
Maldegem. In 1268 wordt Gerard van Maldegem
(genoemd 1244-1268, t 1281?) baljuw van de Keizer van
Constantinopel genoemd. Of hij deze titel dankt aan per
soonlijke deelname aan de strijd in het oosten of aan
overerving is niet bekend. Ibidem, nr. 139/29, 971. Over de
beeltenis van Boudewijn: J. van Dale, 'Twee opmerkingen
over de Sluizer balksleutels'. De Oude Tijd (1872) 214.
6 M. Sanuto Major, Secreta fidelium Crucis ll, c. 18, in
vertaling geciteerd door P. Meesters, De geschiedenis
van Sluis (1830, bez. A.M. Lauret). Tilburg 1980, 7-8.
7 J.H. van Dale, Zeeland. Een geschied- en aardrijkskundig
leerboekje. Z.p. 1864, 24. Damiate werd belegerd tijdens
verschillende kruistochten; over welke kruistocht de
legende gaat is onzeker.
8 Mogelijk baseerde Van Dale zich gedeeltelijk op Sanuto,
wiens werk hij kende uit het manuscript van P. Meesters
over de geschiedenis van Sluis uit 1830 (zie noot 6).
9 J.G.L. de Broek, Sluis, en het krijgsgewoel 1231-1831.
Sluis z.j., 103-104.
10 J. Kervyn de Lettenhove (ed.), Codex Dunensis. Brussel
1875, 239-243. F. Funck-Brentano (ed.), Annates
Gandenses. Parijs 1896, 94-95. V. Fris, De Slag bij Kortrijk.
Gent 1902, 327. Willems bekering tot de islam: J.-D.
Chastelain, Bloei en verval van de Zwinstreek. Brussel
1957, 36 nootnr. 1. In 1309 verhuisde de militaire Orde
van Sint-Jan, ook de Johannieters of Hospitaalridders
geheten, van Cyprus naar Rhodos. H. Nicholson, The
Knights Hospitaller. Woodbridge 2001, 46. De Heilige
Bloedverering te Brugge gaat rechtstreeks en die van
Aardenburg indirect terug op de Tweede Kruistocht:
Despars, noot 4, I, 329-330. De O.L.-Vrouwekerk te
Aardenburg ontving een deel van het reliek, mogelijk
ca. 1330. J.H. van Dale, 'Heilig Bloed te Aardenburg', in:
H.Q. Janssen, J.H. van Dale, Bijdragen tot de Oudheidkunde
en Geschiedenis van Zeeuws-Vlaanderen (BOGZV) lil (1858),
108-109. Www.meertens.knaw.nl/bedevaartplaatsen in
Nederland (J. van Herwaarden).
11 L.A. Warnkoenig, A.E. Gheldolf, Histoire de la Flandre et de
ses institutions civiles et politiques. Brussel 1835, II,
512-516. J.H. van Dale, 'Reglement voor de scheepvaart
en de heffing der tollen op het Zwin van den jare 1252
ontdekt in de archiven van Sluis', BOGZV (1860) 1-139.
Goederen uit het 'Verre Oosten' reeds bij de vroeg-
dertiende-eeuwer Guillaume de Breton, kapelaan van de
Franse koning Philippe August, al gaat het daar om
Damme. Chastellain, noot 10, 14. Opvallend is het begrip
Zandzee; ook Arabische auteurs gebruikten deze term.
H. Obdeijn, P. De Mas, Ph. Hermans, Geschiedenis van
Marokko. Amsterdam 20022, 10. Of sprake is van recht
streekse ontlening is mij niet bekend.
12 Bijvoorbeeld G. Vandalle, La ville de l'Ecluse de 1386 a
1487 (d'apres les comptes du receveurde cette ville). Lille
1968 (onuitgegeven licentiaatsthese), 114-116.
13 Oorkonde 25 november 1331. J. De Saint Genois,
Inventaire analytique des chartres des Comtes de Flandre.
Gent 1843-1846, 464, nr. 1656. Oorkonden, BOGZVIIl, 146.
Oude relaties
87