De Oudheidkamer te Middelburg Zoals in het bovenstaande al vermeld is, kwam bij het doorlopen van de 'dubbelen' een gravure van het stadhuis getekend door Bast maar gedrukt door Zacharias Roman voor de dag. Het eigenaardige was dat deze gravure vouwen en vuile randen vertoonde alsof hij om een koper plaat gevouwen was geweest. Tevens stond er op geschreven: den 21 augustus 1841. Griffie 20 exempel. Het papier van de gravure bleek uit de eerste helft van de negentiende eeuw te dateren. De eind zestiende-eeuwse koperplaat moest dus in de negentiende eeuw nog hebben bestaan. Het jaartal 1841 gaf voor het onderzoek een aanknopingspunt. In dat jaar besloot het stads bestuur van Middelburg 'tot het oprigten van eene verzameling en bewaarplaats van oudheden en al zoodanige voorwerpen, welke geacht kunnen worden tot de geschiedenis dezer stad in betrekking staan. Nadat de raad de daartoe aanvankelijk benoodigde gelden had toegestaan, belastte Jhr. C.A. Rethaan Macaré, destijds wethouder, zich met het bijeenverzamelen. Herstellen en rangschikken van hetgeen nog voorhanden was of kon worden opgespoort'.5 Nadien verschijnen in 1870, 1876, 1887 en 1910 nieuwe catalogi waarin steeds de koperplaat en de afdruk worden genoemd. Onduidelijk is waar Rethaan Macaré de koperplaat vandaan heeft gehaald. Was hij bezit van de stad, zij betaalden immers het koper en het graveren, of heeft Rethaan Macaré de plaat opgespoord? In ieder geval laat hij er afdrukken van maken. De koperplaat zal tot 1940 deel uitgemaakt hebben van de Oudheidkamer. Bij het bombardement van Middelburg en de daarop volgende brand is zo goed als de gehele inventaris van de Oudheid kamer, inmiddels gehuisvest in een benedenzaal van het stadhuis, verloren gegaan en hoogst waarschijnlijk ook de koperplaat. Hij wordt in ieder geval niet genoemd bij de voorwerpen die naderhand nog geborgen zijn. Nu de koperplaat getraceerd is, zijn de vouwen in de afdruk in de Zelandia lllustrata niet te verklaren. Zij zijn niet van de koperplaat want die werd twee dagen na het drukken al opgenomen in de expositie. Hoe ze dan wel ontstaan zijn blijft een raadsel. Noten Het stadsbestuur stelde een kamer op de eerste verdieping van het stadhuis naast het archief beschikbaar. Rethaan Macaré kweet zich volijverig van zijn taak, zodat besloten werd Koning Willem 11, die in 1841 van 23 tot en met 26 augustus een bezoek aan Zeeland bracht, de openings handeling te laten verrichten. Zijn Majesteit werkte de 23ste een bijzonder druk programma te Middelburg af. Om half zes 's avonds arriveerde hij bij het stadhuis voor een diner. Hieraan voor afgaand opende hij de Oudheidkamer waarna hij volgens de Midclelburgsche Courant met grote belangstelling enige tentoongestelde voorwerpen bezichtigde en zijn handtekening in het bezoe- kersregister plaatste.6 In de eerste inventaris van het tentoongestelde, samengesteld door Rethaan Macaré en versche nen in 1855, staat bij Teekeningen en Etswerk no. 3 'koperplaat voorstellende het stadhuis te Middelburg, geteekend door P. Bast en gegra veerd door Z. Roman met een afdruk daarvan'.7 1 De gegevens over Pieter Bast zijn ontleend aan: Georges Keyes, Pieter Bast. Alphen aan den Rijn 1981. 2 H.M. Kesteloo, 'De stadsrekeningen van Middelburg IV van 1550-1600', Archief. Vroegere en latere mededelingen voornamelijk in betrekking tot Zeeland, uitgegeven door hetZeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1891. 3 Zie voor de bouwgeschiedenis van het stadhuis: W.S. Unger, 'De bouwgeschiedenis van het stadhuis te Middelburg'. Oudheidkundig Jaarboek van den Nederlandschen Bond, maart 1932. 4 Paul van Kempen, Middelburg: opgraving Markt 1998. Rapportage van de archeologische begeleiding van de herinrichtingswerkzaamheden op de Markt, van januari t/m mei 1998. Middelburg, 17 juli 1998. 5 G.N. de Stoppelaar, Catalogus der oud-en zeldzaamheden, schilderijen, teekeningen en portretten aanwezig in de Oudheidskamer ten stadhuize van Middelburg, 1876. 6 Middelburgsche Courant, 24 en 26 augustus 1841. 7 C.A. Rethaan Macaré, Inventaris van voorwerpen betrekkelijk de geschiedenis en oudheidkunde, aanwezig in de Oudheidskamer ten raadhuize van Middelburg, 1855. 162 Genootschapsverzamelingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2005 | | pagina 44