'oen, lomp as een looie deure, rap as een raope,
maeger as een faseêlout, 'oenger as een diek-
delver, vet as een slekke, gróös as een bamboes,
noehter as een vaere koee, moe as een punt,
löpe as een kobie, bloeie as een vaerkje op
keuljesdag, enz. Leuke en informatieve bijdrage
over alle mogelijke vergelijkingen die door de
74 inzenders werden ingestuurd.
Een van de ochtendlezingen werd gehouden door
de Commissaris van de Koningin, drs. W.T. van
Gelder. Zijn lezing kreeg de titel 'as de katte
die een daerm sleept' en is in dit deel opgeno
men. Hij kijkt hierin terug naar zijn oproep
van 1996 om in de gemeenteraden Zeeuws te
spreken en heeft het over de reacties die hierop
gevolgd zijn.
Het Dialectenboek 5. In vergelijking met dieren.
Intensiverend taalgebruik volgens de
SND-krantenenquête (1998).
Groesbeek, 1999. isbn 90-73869-05-6.
Nijholt, Beckers, Scheveneels, De Boever,... familie
namen vertonen heel vaak kenmerken die ook
in het plaatselijke dialect voorkomen. In vijftien
artikelen uit heel het Nederlandse taalgebied
gaan dialectologen voor het zesde dialectenboek
op zoek naar die sporen. Voor Zeeland schrijf
Jan Berns een korte bijdrage 'Van Aalbrechtse en
Breunesse: familienamen in Zeeland'.
Het Dialectenboek 6. Van de Streek. De weer
spiegeling van dialecten in familienamen.
Groesbeek, 2001. isbn 90-73869-06-4
(niet meer te verkrijgen).
Wat is er aan de hand met het Zeeuwse kacheltje
op de diek? Hoe moeten het West-Vlaamse
tètitatuutè en het Limburgse sjoen sjink Sjang
geïnterpreteerd worden? En waaraan hebben de
inwoners van Utrecht de bijnaam t-dieven te
danken? Dit zevende dialectenboek behandelt
sjibbolets, spotzinnetjes die gebruikt worden om
zichzelf of een ander te typeren, en waarin de
typische dialectkenmerken naar voren komen.
Voor Zeeland kon het beroemde kachteltje op
de diek natuurlijk niet ontbreken. Pau Heerschap
schrijft 'Kiek, kiek, een kacheltje op den diek.
Dialectbewustzijn in het Zeeuwse taalgebied'.
U herkent ongetwijfeld enkele typische Zeeuwse
sjibbolets als lemakettalanka of het land van
d'aoge baomen.
Het dialectenboek 7. Aan taal herkend.
Het bewustzijn van dialectverschil.
Groesbeek, 2003. isbn 90-73869-07-2.
Het achtste dialectenboek neemt een kijkje in de
keuken. In elke regio wordt gekeken welke
dialectwoorden er zijn voor allerlei culinaire
begrippen. Hier en daar worden wel streekge-
rechten behandeld, maar het gaat meer om de
talige kant dan om de culinaire hoogstandjes.
Voor Zeeland is de bijdrage geschreven door
V. De Tier 'van jikkemienen, postekop en vosse
soppen. Zeeuws in de keuken'. Je leest er onder
andere iets over boterhammen, slappe koffie
en koffiedik, hoofdkaas, bloedworsten en vosse
soppen, over bolussen en paptaart en wat fruit-
namen. Een van de ochtendlezingen is van
Jan Stroop 'wat u moet weten voor u gaat eten'.
Van hem staat in dit nummer een artikel over het
Zeeuws, gebaseerd op een lezing die hij eerder
dit jaar in Sluis heeft gehouden.
Het dialectenboek 8. Proeven van dialect. Een kijkje
in de keuken van de Nederlandse dialecten.
Groesbeek, 2005. isbn 90-73869-08-0.
In elk van deze dialectenboeken wordt achteraan een
wegwijzer opgenomen. Daarin zijn heel wat
adressen en dialectologische vakliteratuur opge
nomen per regio. De wegwijzer wordt in de mate
van het mogelijke aangepast.
Dialectenboek 1 -5 en 7-8 zijn nog steeds beschik
baar. Dialectenboek 6 is uitgeput. Inlichtingen
over deze reeks krijgt u bij de Stichting
Nederlandse Dialecten, snd@mail.be of via
de consulent streektalen (scez, postbus 49,
4330 aa Middelburg, 0118-670883,
v.de.tier@scez.nl; de prijzen variëren van 10,-
tot 15,- per deel).
Veronique De Tier
Boekbesprekingen
167