Zeeuws? Wat verstaan we precies onder Zeeuws. Het is inderdaad zo dat de term wat dubbelzinnig is. Er zijn enkele mogelijkheden - dialectologisch gezien: Zeeuws kan de naam zijn voor de dialec ten die in Zeeland gesproken worden. Meestal is het echter zo dat dialecten zich niet zomaar aan provinciegrenzen houden, en dat geldt inderdaad ook voor Zeeuwse dialecten. Het dialect op Goeree en Overflakkee bijvoorbeeld, wordt tradi tioneel als Zeeuws bestempeld omdat het vrij veel gelijkenissen heeft met het Zeeuws en iets minder met de andere Zuid-Hollandse dialecten. Een ander probleem is het Oost-Zeeuws-Vlaams. De dialecten daar wijken sterk af van de andere Zeeuwse dialecten, maar tonen veel verwantschap met de naburige Oost-Vlaamse dialecten. Vaak worden ze Oost-Vlaams genoemd. Wij hanteren de term Zeeuws in de breedste zin, nl. de dialec ten die in heel Zeeland en op Goeree-Overflakkee worden gesproken. Heel lang geleden Om te begrijpen hoe de verschillende dialecten in ons taalgebied ontstaan zijn, moeten we een heel stuk teruggaan in de tijd. Taalkundigen heb ben - vooral op het einde van de negentiende eeuw - door taalreconstructies aangetoond dat de ons omringende talen allemaal teruggaan op een veel oudere taal, nl. het Indo-europees, die dan weer onderverdeeld wordt in subgroepen. Het Nederlands en de Nederlandse dialecten zijn Germaanse talen. Het Deens is dat bijvoorbeeld ook. Dat Deens verwant is aan het Nederlands, verbaast Zeeuwen over het algemeen niet. Sommigen beweren zelfs dat ze zich met het Zeeuwse dialect verstaanbaar kunnen maken in de Scandinavische landen, omdat bepaalde klan ken en woorden dezelfde zijn. Deens is inderdaad familie van het Nederlands, en dus ook van het Zeeuws. West- en Noord-Germaanse talen heb ben een aantal klanken en misschien wel enkele woorden gemeen. Deens hoort bij de Noord- Germaanse groep. Onder het West-Germaans plaatsen we het Eries, het Nederlands, het Engels en het Duits. Natuurlijk weten we dat er tussen die vier talen heel veel verschillen zijn, maar niemand zal ontkennen dat in elk van deze talen ook wel gelijkenissen aan te tonen zijn. Soms zijn de verschillen minimaal, en blijkt door ver gelijking dat een bepaalde klank uit de ene taal vaak correspondeert met een andere klank uit de tweede taal. Waar het Duits bijvoorbeeld -ft heeft, heeft het Nederlands vaak een -cht: kraft - krachtluft - lucht, etc. Er zijn in de loop van de geschiedenis een aantal klankverschuivingen geweest waardoor bepaalde talen zich onder scheiden van de andere (West-)Germaanse talen. Het Oudnederlands of onze oudste dialecten kennen we niet zo goed, omdat er heel weinig teksten van toen zijn overgeleverd. In onze streken woonden toen Germaanse stammen - hun aan wezigheid is geattesteerd sinds de tweede eeuw voor Christus. Deze Germaanse stammen trokken westwaarts, in een grote volksverhuizing die haar hoogtepunt had tussen de derde en vijfde eeuw. De Franken kwamen vanuit het oosten en drukten sterk hun stempel op de zuidoostelijke en continentale dialecten. Er bestonden Salische en Ripuarische Franken. De grens tussen hun talige invloedssferen is nu ongeveer de grens tussen het Brabants en het Limburgs. Maar niet alleen de Franken zochten een ander onderkomen. Vanuit het oosten, maar uit de iets noordelijker gelegen streken van Duitsland, kwamen ook Saksen naar onze gebieden. Zij kwamen gedeel telijk over het land naar de oostelijke delen van het huidige Nederland. Een ander deel ging over zee naar Engeland, maar enkelen zijn ook afge weken naar de Vlaamse en Nederlandse kust. Daar koloniseerden zij de kuststreken van Vlaan deren (incl. Frans-Vlaanderen) en Zeeland en ze drongen ook een eind het binnenland in. Er kan wellicht op gewezen worden dat niet alle historici/ taalkundigen het met deze verklaring eens zijn. Wat lang geleden gebeurd is, is immers niet altijd exact te achterhalen. Ook Friezen kwamen iets zuidelijker. Er wordt wel eens gezegd dat er in het Zeeuws nog veel Friese elementen te vinden zijn, maar ook over de Friese taalinvloed is niet iedere taalkundige het eens. Het waren dus vooral Franken en Saksen die in ons taalgebied terechtkwamen. Deze tegengestelde kolonisatiebewegingen zijn er verantwoordelijk voor dat onze dialectlandschap er uitziet als een terraslandschap. De meeste dialectgrenzen lopen immers van noord naar zuid, waardoor er dus vooral oost-west-tegenstellingen zijn. Hoe meer naar het westen hoe meer kenmerken de dialec ten gemeen hebben met het Engels, hoe meer naar het oosten, hoe meer gelijkenissen met het Duits. Sommige oeroude tegenstellingen tussen die Saksische en Frankische talen overleven nog in de huidige dialecten. Voor het zuidelijke deel van het Nederlandse taalgebied wordt veronder steld dat de Franken steeds meer oostwaarts kwamen en de kustgermanen (of de ingweonen) verder naar het westen verdreven, en dat heeft Zeeuws. Dat bestaat toch niet? 123

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2005 | | pagina 5