Zeeuws tussen Vlaams en Brabants van het Poldernederlands. Jan Stroop is oud-hoofddocent Nederlandse taalkunde van de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek betreft ondermeer de Nederlandse dialecten en de spreektaal. Jan Stroop is de ontdekker en naamgever Er zijn weinig delen van het Nederlandse taalgebied waar de politieke geschiedenis zulke duidelijke en veelsoortige sporen heeft nagelaten als in Zeeuws-Vlaanderen: in de middeleeuwen de verdeling tussen Kroon-Vlaanderen en Rijks- Vlaanderen; in de 16de en 17de eeuw de gevol gen van de 80-jarige oorlog en alles wat daar allemaal mee verband hield. Aan het Vlaams, het Zeeuws en het Brabants is nog steeds te horen hoe de strijd uiteindelijk afgelopen is. De Staatsgrens tussen België en Nederland is het resultaat van overleg, dat eindigde met de Vrede van Munster, maar een aantal belangrijke taalgrenzen in dit gebied zijn het gevolg van echte krijgskundige handelingen. Laten we eerst eens kijken wat de drie gebieden gemeen hebben: de /r-loosheid, dat is de afwe zigheid van de h aan het begin van woorden die hem in het abn daar wél hebben. Kaart 1, van de /i-loosheid, vertoont de geografie van vóór de Tachtigjarige Oorlog. Het hele gebied, het zuid westelijke deel van de kaart dus, heeft een ge reduceerde of zelfs helemaal verdwenen h. Ook mijn eigen dialect, dat van West-Brabant. Als we abn willen spreken, maken we vaak dezelfde fouten. We laten de h weg waar die oort te staan en voegen hem toe hals dat niet mag. De vernieuwing houdt in dit geval in: de verzwakking van een medeklinker en op den duur zelfs het verdwijnen ervan. Dat begon al in de voorhistori sche tijd toen de Germaanse talen en dus ook onze dialecten de oude k geleidelijk aan veran derden in een ch: vergelijk het Latijnse octo met ons acht. Nog een stapje verder was de verande ring van de ch in een h; een reductie zou je het ook kunnen noemen. Dat blijkt bij vergelijking van het Latijnse cornu met het Nederlandse hoorn: het Latijn heeft de oorspronkelijke lndo- Europese k (hier geschreven als c) bewaard, de Germaanse talen hebben die k via ch veranderd in een h. De laatste stap die dan nog gezet kan worden is het volledig verdwijnen van de h. Die stap is o.a. gezet in de zuidwestelijke Neder landse dialecten. Onopzettelijk en ongemerkt natuurlijk en heel geleidelijk. Met deze h-deletie staan deze dialecten op dezelfde lijn als het Frans dat zijn h ook heeft weggedaan, althans in de spraak: hopital, hotel, al schrijven ze die h nog wel. Aan de verbreiding van de /(-loosheid in deze streken kun je zien dat dat proces zich voltrokken heeft in de periode dat het gebied politiek en cultureel nog bij elkaar hoorden. Waarschijnlijk is dat proces van /(-deletie al vroeg begonnen, in de vroege middeleeuwen. Denk aan de woorden 'hic anda thu', uit het bekende zinnetje uit de elfde eeuw, waarin hic wel de hypercorrecte vorm van ik moet zijn. Van de latere 'vernieuwingen' in het Nederlandse taalgebied weten we veel meer. Tot 1500 werd in het hele Nederlandse taalgebied ie gezegd in woorden als wijn, kijken, rijp en soortgelijke woorden: wien, kieken, riep. Nu zijn talen geen 145

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2005 | | pagina 27