statische verschijnselen; ze ontwikkelen zich en
veranderen. Dat gebeurt het eerst en het meest
in cultuurcentra, gebieden waar veel mensen
wonen, waar welvaart heerst en aanzien tot
bloei komt. Zulke centra hebben ook altijd grote
invloed op hun omgeving. Antwerpen was zo'n
plaats. De verandering van ie in ei is daar be
gonnen en heeft zich uitgebreid over de omtrek,
zeg maar gerust de wijde omtrek. Dat laat kaart
2, 'ijs', goed zien. Er loopt op dat kaartje een
scheidslijn, die het gebied verdeelt in een behou
dend en een progressief gedeelte. Progressief, dus
met de vernieuwde uitspraak rechts van de lijn,
links de oude situatie. Deze lijn is niet alleen de
grenslijn tussen wien en wein maar ook tussen
de uitspraak van alle woorden met een ie en ei.
Ik kan nog verder gaan want ook bij de ui hoort
hetzelfde verhaal: links van de lijn ie/ei geldt de
uitspraak mm, rechts die van ui. Die laatste is de
nieuwe vorm: huus, muus, bruun, rechts huis
muis, bruin. Precies zo is dat met vrijwel alle
andere woorden met een uu/ui klinker.
Opvallend is het wonderlijke verloop van de lijn in
oostelijk Zeeuws-Viaanderen; de lijn loopt precies
tussen Axel en Hulst in. Dat heeft alles te maken
met de Tachtigjarige Oorlog. Voordat die oorlog
begon was er weinig verschil tussen Axel en
Hulst, niet in taal, niet in gewoontes en niet in
godsdienst, ledereen was katholiek en er werd
een gewoon Zeeuws dialect gesproken. Toen
greep de politiek, dat wil zeggen de oorlog
voering in. Het westelijke deel van Zeeuws-
Vlaanderen en gedeeltelijk ook het oosten tot en
met Axel was vanaf 1576 permanent in Staatse
handen, waardoor ook het opkomende protes
tantisme daar alle ruimte en medewerking kreeg.
De scheiding tussen oost en west werd nog eens
versterkt door de natuurlijke scheidingen die
er lagen, Hellegat, Dullaert en Braakman, en die
regelmatig gebruikt werden voor strategische
inundaties. Bevolking was er in de periode tot
1604 vrijwel niet. Maar daarna werd het gebied
gaandeweg bewoond door mensen die van
Walcheren afkomstig waren.
Het gedeelte met Hulst als belangrijkste plaats had
te maken met een voortdurend wisselende bezet
tingsmacht, nu eens Staats dan weer Spaans,
waardoor het toch zijn oorspronkelijke karakter
grotendeels kon bewaren. Hulst bleef katholiek.
Toen Hulst in 1596 voorgoed voor de Staatsen
verloren ging, kwamen stad en land wat het
dialect betreft steeds meer onder Antwerpse
invloed. Bij de (politieke) hereniging van oost en
west in 1648 waren de twee gebieden en de twee
steden zo van elkaar vervreemd geraakt dat de
scheidslijn van de frontlinie vervangen bleek door
een maatschappelijke scheidslijn, een religieus
gordijn. In dat gordijn zijn de laatste decennia
wel scheuren gekomen maar dat betekent niet
een eind aan de verschillen tussen het Axels en
het Hulsters. Daarom zeggen ze in Axel nog
steeds jij en in Hulst liever gij.
De verschijnselen die we tot nu toe gezien hebben
vormen voor het grootste deel een complex: alle
woorden met een ij in het Nederlands hebben
ten westen van de lijn op kaart 2 een ie: Tied,
kieken, mien. Overigens is die ie in een bepaalde
groep Zeeuwse woorden in mm veranderd: puupe,
bluven, vuuve, wuuf, enzovoorts. Alle woorden
die in het Nederlands met een h beginnen, mis
sen die klank ten westen van de lijn op kaart 1.
De vraag is nu of zulke collectieve grenslijnen ook bij
woorden bestaan. Op kaart 3 met de benamingen
voor 'veulen' staat dat typische Zeeuwse woord:
kacheltje. Over de etymologische herkomst van
dat woord worden we geïnformeerd door het
nieuwe woordenboek van Frans Debrabandere.
Kuchte! is afkomstig uit het Middellatijnse
capitale 'vee, stuks vee', dat via Picardisch captei
*kaftel kachtel (in Vlaanderen) geworden is,
en dat in Zeeland als kachel verschijnt. De voor
laatste ontwikkelingsstap is dezelfde als die bij
graft en gracht. De kaart laat zien dat kachel
een oud woord is dat ontleend is in de tijd dat
Vlaanderen nog volop contact had met het
Romaanse taalgebied, toen Vlaanderen als Kroon-
Vlaanderen een Frans leengoed was en als zo
danig bij het Franse koninkrijk hoorde, met alle
culturele gevolgen vandien. In het WNT vond ik
een citaat uit 1269: 'Die tolne van den Zande,
dat es: van paerden, van merrien, van kachtelen,
van koen enz.' Met ook nog dat opmerkelijke
meervoud koen. De kaart suggereert dat ook
Oost-Vlaanderen het woord kachel eens gekend
heeft. Dat is af te leiden uit het geografische feit
dat ook Zeeland dat woord kent. Dat ogenschijn-
146
Zeeuws tussen Vlaams en Brabants