hooguit hadden we een enkele snipper over hun
leven, een toevallige brief in het familiebezit, of
wat gegevens uit Indische archieven. De belang
rijkste bronnen in Nederland zijn de in het
Nationaal Archief aanwezige stamboeken van de
soldaten, officieren en ambtenaren in Indië. Deze
werden door de legeradministratie en het gouver
nement in Batavia bijgehouden, maar overge
bracht naar Nederland. Hierin staan alle bevorde
ringen, onderscheidingen, gratificaties en pensi
oenaanspraken genoteerd. Door een aantal rele
vante naamlijsten uit het Nationaal Archief te
digitaliseren en te koppelen aan het gegevensbe
stand van de Historische Steekproef Nederlandse
bevolking (hsn) is de mogelijkheid gecreëerd om
meer over de gewone lndiëgangers te vertellen.
In dit artikel kijken we eerst op Java naar Zeeuwse
sporen die de Verenigde Oost-Indische
Compagnie (voc) hier in de vroege negentiende
eeuw mogelijk heeft nagelaten. Van hieruit
beschrijven we in grote trekken de negentiende-
eeuwse Zeeuwse migratie naar Indië. Daarbij valt
het licht even op de Indische carrières van een
tweetal interessante Zeeuwen. In de laatste para
graaf werpen we met behulp van hsn-gegevens
een blik op het microniveau: welke Zeeuwen ver
huisden naar Indië en in hoeverre onderscheidden
ze zich van de rest van de Zeeuwen? Waar kwa
men ze precies vandaan, uit wat voor families
stamden ze, en hoe verging het ze?
Zeeuwen in Indië aan het begin van de
negentiende eeuw
Het is vrij precies bekend hoeveel Nederlanders er
in de negentiende en twintigste eeuw naar Indië
zijn gegaan. Tussen 1815 en 1900 gingen er
58.000 burgers, van wie 17.000 vrouwen.5 Zeker
de helft hiervan was echter in Indië geboren of
retourmigrant, dat wil zeggen dat hij of zij alleen
voor verlof of studie in Nederland was geweest.
Per saldo zijn er niet meer dan maximaal 37.000
nieuw naar Indië vertrokken. In de periode daarna
(1900-1940) zijn er 267.000 Nederlanders naar
Indië gegaan, maar daarvan was zeker tweederde
ook weer retourmigrant. In de gehele periode
1815-1940 zijn er uiteindelijk hooguit 125.000 in
Nederland geboren personen als burger naar Indië
getrokken. Hetzelfde aantal is als gewone militair
gegaan en een onbekend aantal, maar waar
schijnlijk niet meer dan 6.000, als officier.6
De bevolking van Zeeland maakte in de negentiende
eeuw ongeveer vijf procent van de Nederlandse
populatie uit. Als Zeeuwen hetzelfde migratiege
drag vertoonden als andere Nederlanders dan
zouden er 4.500 Zeeuwse militairen en 5.000
Zeeuwse burgers naar Indië zijn gegaan.' We zul
len echter verderop in dit artikel zien, dat de
Zeeuwse burgermigratie op ongeveer de helft van
het Nederlandse gemiddelde lag. Omdat de
steekproef van de hsn een half tot driekwart pro
cent van de Nederlandse bevolking omvat,
mogen we er vanuit gaan dat er om en nabij de
28 militairen en 1 5 burgers als onderzoeksperso-
nen in de hsn zitten. Deze lage aantallen stellen
natuurlijk enige beperkingen aan de informatie
over Zeeuwse lndiëgangers die we uit de hsn
kunnen putten. We baseren ons daarom ook op
eerder verricht onderzoek om een beeld van de
migranten te schetsen. Vooral van belang is
Bossenbroeks uitgebreide steekproef in de stam
boeken van de Indische militairen. Daarnaast is er
in het kader van het hsn-onderzoek een volledige
lijst gemaakt van alle burgers die tot Indië wer
den toegelaten door middel van een formeel
besluit omtrent toelating en vestiging dat tussen
1819-1875 door het Indische gouvernement is
genomen. Ten slotte hebben we voor het doel
van dit artikel onze onderzoeksgroep uitgebreid
met alle Zeeuwen die in de hsn voorkomen. Het
gaat hierbij om alle personen die hetzij zelf, het
zij in hun, meestal naaste, familie een Indische
connectie hebben."
Eigenlijk hadden we verwacht dat Zeeland een actie
vere rol zou spelen in de negentiende- en twin-
tigste-eeuwse koloniale migratie. Tenslotte waren
de Zeeuwen er al bij toen kort voor 1600 de eer
ste reizen naar Indië werden gemaakt.9 Zoals
bekend speelde Zeeland een belangrijke rol in de
voc en vooral ook in de West-Indische
Compagnie (wie). De Kamer van Middelburg was
goed voor een kwart van de door de Compagnie
ontplooide activiteiten. Tussen 1602 en 1799
verlieten 1.147 schepen de Zeeuwse wateren
richting Indië. Hierop voeren in totaal ongeveer
50.000 Zeeuwen en ongeveer 225.000 zeelieden
afkomstig uit heel Europa.'" Al in de loop van de
achttiende eeuw blijkt de Zeeuwse inbreng sterk
terug te lopen, aldus voc-historicus Femme
Gaastra." Aan het begin van de negentiende
eeuw valt er van de prominente Zeeuwse rol wei
nig meer te bespeuren. Er leefden in die tijd ook
10
Zeeuwen naar Indië