Migratie en huwelijkssluiting van Zeeuwse
vrouwen, 1850-1940.
Broers en zusters: helpers of rivalen?1
Hilde Bras
is verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
In het kader van een door de Nederlandse
Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (nwo)
gesubsidieerd project houdt zij zich thans bezig met
de relaties tussen broers en zussen in de 19de en
20ste eeuw. Zij publiceerde o.a. over dienstboden,
levenslopen, migratie en sociale mobiliteit.
Tijdens de negentiende en de eerste helft van de
twintigste eeuw groeiden veel Zeeuwen op in
grote gezinnen. Broers en zussen deelden geza
menlijke herinneringen en familietradities, maar
ze verschilden ook van elkaar. Op basis van hun
sekse, leeftijd en geboortepositie kregen kinde
ren verschillende taken toegewezen. De aanwe
zigheid van broers en zussen in het gezin ver
anderde echter voortdurend. Nieuwe kinderen
werden geboren, anderen overleden. Broers en
zussen verlieten tijdelijk het huishouden om te
gaan werken, of keerden er juist weer terug.
Sommigen trouwden en verlieten het ouderlijk
huis voorgoed.
Aan de hand van de Zeeuwse HSN-gegevens onder
zoeken we in hoeverre de levensloop van
Zeeuwse vrouwen werd bepaald door hun
geboortepositie en door de ervaringen en
gedragingen van hun broers en zussen. We con
centreren ons daarbij op migratie en huwelijks
sluiting.
Inleiding
Irma werd in 1903 geboren in de buurt van Sint
Jansteen. Over haar jeugd als boerendochter in
de jaren twintig vertelde ze aan Kees Slager: 'Op
den duur hadden we zoveel kinders dat we niet
meer allemaal tegelijk aan tafel konden zitten.
We hadden zo'n uittrektafel en een lange bank
erachter, dus er konden er wel veel aan tafel,
maar meestal aten we toch in twee ploegen,
's Morgens waren de oudsten al naar het land als
de kleintjes gingen eten, tussen de middag was
er altijd een stel die op school bleven eten en
's avonds waren de kleintjes al naar bed als de
groten gingen eten.2
Het gezin waar Irma in opgroeide, telde maar liefst
zestien kinderen. Dit mag dan een uitzondering
geweest zijn, vast staat wel dat gezinnen in de
negentiende en de eerste helft van de twintigste
eeuw groot waren. Dat was landelijk het geval -
van de Nederlandse schoolkinderen in 1945
kwam nog tweederde uit een gezin met vier of
meer kinderen' - en gold ook voor Zeeland. Jong
trouwen met als gevolg een lange periode van
huwelijksvruchtbaarheid en een snelle opeenvol
ging van geboortes zorgden voor grote groepen
broers en zussen.4
Broers en zussen waren niet alleen in getalsmatig
opzicht goed vertegenwoordigd in het verleden,
maar speelden ook een belangrijke rol in de
levens van veel mensen. Ten eerste behoorden ze
tot het primaire sociale netwerk, tot de kring
waarmee men vanaf de jongste kinderjaren het
meest vertrouwd was. Daarnaast waren de ban
den tussen broers en zussen, of die nu vriend
schappelijk, vijandig of onverschillig van aard
waren, vaak langdurig. Ten slotte vormde het
gezin dé plaats waar kinderen gesocialiseerd wer
den. Eén van de meest intrigerende aspecten in
dit opzicht is de gelijktijdige eenheid en verschei
denheid van groepen broers en zussen.5 Aan de
ene kant groeiden broers en zussen op als gelij
ken in de zin dat ze een gezamenlijke achter
grond, herinneringen en familietradities hadden.
Tegelijkertijd verschilden broers en zussen van
elkaar wat betreft sekse, geboortepositie en leef
tijd.' Op basis van die verschillen nam ieder kind
een andere plaats in het gezin in en kreeg het
bepaalde taken toegewezen of specifieke moge
lijkheden aangeboden.
Sociale ongelijkheid binnen het gezin was dus moge
lijk van belangrijke invloed op de manier waarop
levenslopen in het verleden vorm kregen.
Desondanks hebben gezinshistorici nog maar
weinig aandacht gehad voor de invloed van
broers en zussen (en hun onderlinge verschillen)
op de levensloop. Van oudsher is de wetenschap
pelijke belangstelling vooral uitgegaan naar de
relaties tussen ouders en kinderen en naar de
invloed van kenmerken van de ouders, zoals hun
sociaal-economische achtergrond of het overlij
den van één van hen, op de levenslopen van kin
deren. Zonder afbreuk te doen aan het belang
van ouders richten we ons in deze bijdrage pri
mair op de vraag in hoeverre en op welke wijze
ook broers en zussen van invloed waren op
levenslopen in het verleden. We onderzoeken hoe
de geboortepositie, de plaats tussen andere kin-
18
Migratie en huwelijkssluiting