Dc gezusters Bodbijl, v.l.n.r. (met geboortejaar):
Dina (1893), Pieternella (1883), Maria
(1894) en Klazina (1891), ca. 1915.
Dochters van Andries Bodbijl en Janna
van Dussen. Genealogisch Centrum
Zeeland, fotocollectie.
van een vrouw om zelfstandig naar de stad te
trekken. Opvallend genoeg trokken vrouwen van
wie de moeder overleden was vooral naar de ste
den. Bij vertrek naar een dienstbetrekking op het
platteland, waren er geen significante verschillen
naargelang het al dan niet overlijden van de
moeder. Verweduwde mannen hertrouwden in de
negentiende en het begin van de twintigste eeuw
over het algemeen snel."1 Spanningen als gevolg
van de intrede van een stiefmoeder en stiefkinde
ren kunnen een reden geweest zijn voor meisjes
om juist verder weg, in de stad een nieuw
bestaan op te bouwen.35 Migratie naar de stad
betekende een grotere breuk met het gezin van
herkomst dan een betrekking in de nabije omge
ving. In contemporaine overheidsrapporten wordt
dan ook aangegeven dat een oorzaak van de
veelvuldige migratie naar de steden gelegen lag
in de wens van vrouwen om zich te onttrekken
aan de supervisie van de ouders.3t' Bovendien
droegen dienstboden die naar de steden waren
getrokken, zoals we eerder al opmerkten, over het
algemeen nauwelijks nog bij aan het gezinsbud
get." Migratie naar de steden bood meisjes dus
de mogelijkheid om los te komen uit een gespan
nen gezinssituatie en meer vrijheid en zelfstan
digheid te verwerven.
Een versterkende factor voor mobiliteit blijkt de
mobiliteitsgeschiedenis van het gezin waaruit de
vrouwen afkomstig zijn. Zowel bij plattelandsbe
stemmingen als bij stedelijke bestemmingen blijkt
dat vrouwen met een betrekkelijk mobiele gezins
situatie als achtergrond meer mobiel zijn dan
vrouwen afkomstig uit minder mobiele situaties.
Wat betreft de invloed van broers en zusters op ste
delijke migratie blijken, net als bij plattelands-
26
Migratie en huwelijkssluiting