z.eeian
15.1
verhuizingen, vooral zussen relevant. Naarmate er
meer jongere zusters in het huishouden aanwezig
waren, des te groter werden de kansen van
Zeeuwse vrouwen om het ouderlijk huis te ver
ruilen voor een stadse betrekking. Er lijkt sprake
te zijn geweest van seksespecifieke arrangemen
ten gebaseerd op leeftijd, waarbij jongere meisjes
hun oudere zusters het huis uit 'drukten'. 'We
waren met vier meiden thuis, we konden niet
allemaal thuisblijven', zo verwoordde een
Zeeuwse arbeidersdochter de oorzaken van haar
vertrek uit het ouderlijk huis in een interview met
Jan Zwemer.38 Daarnaast was het van belang in
hoeverre zussen migreerden. Onze resultaten
laten zien dat naarmate er meer zussen naar de
steden waren vertrokken, des te groter de kansen
van Zeeuwse vrouwen werden om ook naar de
steden te migreren. Het lijkt er op dat zussen
elkaar vervingen in betrekkingen en/of dat ze
elkaar volgden naar de steden en hielpen aan
werkgevers en baantjes. De aanwezigheid en
ervaringen van broers oefenden daarentegen wei
nig invloed uit op de kansen op stedelijke migra
tie van Zeeuwse vrouwen.
Huwelijkssluiting
Ten slotte bekijken we of en op welke leeftijd
Zeeuwse vrouwen huwden, de zogenaamde
timing van huwelijkssluiting. Aangezien de mees
te Zeeuwse vrouwen huwden, hebben we het hier
vooral over de huwelijksleeftijd. Uit de resultaten
in de tabel (appendix) blijkt dat de huwelijksleef
tijd in de eerste plaats sterk verschilde naar socia
le groep. Vrouwen uit de hogere burgerij en uit
gezinnen van ambtenaren, onderwijzers en
opzichters trouwden op latere leeftijd dan vrou
wen uit andere sociale groepen. Verder blijkt dat
vrouwen van gereformeerde en ultraorthodoxe
huize later huwden dan vrouwen van andere
gezindten. Waarschijnlijk zal de eis van een reli
gieus monogaam huwelijk hierbij een rol hebben
gespeeld. Wanneer beide ouders overleden waren,
traden vrouwen bijna tweeëneenhalf keer zo snel
in het huwelijk. Trouwen en het opzetten van
een eigen gezin werd door de meeste vrouwen
actief nagestreefd. Het wegvallen van de autori
teit van de ouders kan dit proces versneld heb
ben. We zagen eerder al dat vrouwen uit mobiele
gezinnen een grotere kans hadden om zelf te
migreren. De waarschijnlijkheid dat zij huwden
was in dergelijke gezinssituaties echter kleiner.
Het minder geworteld zijn in hun omgeving kan
hen parten hebben gespeeld bij het vinden van
een huwelijkspartner. Opvallend genoeg blijkt
zelfstandige migratie de huwelijkskansen juist te
verbeteren. Door alleen rond te trekken op jong
volwassen leeftijd leerden vrouwen meer potenti
ële huwelijkskandidaten kennen en werd hun
huwelijksmarkt vergroot, met als gevolg een op
jongere leeftijd gesloten huwelijk.
Naarmate er meer jongere zussen aanwezig waren in
het huishouden, werden de kansen om te trou
wen kleiner. Een gezin met veel kleine kinderen
had hoge kosten. Eerder in deze bijdrage zagen
we al dat de aanwezigheid van veel jongere zus
sen de migratiekansen van vrouwen verhoogde.
Waarschijnlijk konden ouders in deze fase van de
gezinscyclus de bijdrage en hulp van hun jong
volwassen dochters nog niet missen en mochten
ze nog niet trouwen.
De huwelijkskansen van vrouwen namen echter toe
naarmate er meer zussen naar plattelandsbestem
mingen waren gemigreerd. Waarschijnlijk speelde
(seksespecifieke) substitutie bier een rol; de bij
drage van gemigreerde zussen schiep de 'finan
ciële' ruimte voor vrouwen om te kunnen trou
wen. Ook terugkerende broers vergrootten de
huwelijkskansen van vrouwen. Jongvolwassen
broers in het huishouden waren een bron van
inkomen; zij vonden gemakkelijk werk als arbei
der in de omgeving of hielpen mee op de boer
derij.
Ten slotte blijkt dat de kansen van Zeeuwse vrouwen
om zelf te trouwen toenamen naarmate er meer
zussen getrouwd waren. De fase in de gezins
cyclus waarin de meeste kinderen bet ouderlijk
huis hadden verlaten en 'onder de pannen'
waren, hield in dat er weliswaar minder door kin
deren werd bijgedragen aan bet gezinsbudget,
maar ook dat de kosten van levensonderhoud
veel minder hoog waren en dat er minder huis
houdelijke hulp en kinderzorg nodig was.
Hierdoor konden de resterende dochters ook
gemakkelijker trouwen en een eigen gezin opzet
ten. Klaarblijkelijk speelde in deze intrafamiliale
kostenberekening voor vrouwen alleen het aantal
gehuwde zusters een rol. Jongens lijken minder
een financiële kostenpost te zijn geweest; ze
konden gemakkelijker worden ingezet op de
lokale arbeidsmarkt of in het eigen bedrijf.
Wellicht dat vrouwen via het netwerk van hun
Migratie en huwelijkssluiting
27