dat vooral voor historisch onderzoek is opge
bouwd en dat de ontwikkeling in de jaren 1850-
1930 beschrijft. In de tweede plaats een voor
actuele sociaal-wetenschappelijke doeleinden
opgebouwd bestand dat de situatie vanaf 1923
beschrijft. Het eerste bestand richt zich exclusief
op Zeeland, het tweede bevat gegevens voor
Nederland als geheel. Dat heeft een nadeel
omdat Zeeland bij sommige veranderingen in het
gezin iets achter andere provincies aanhobbelt en
we daardoor voor de huidige tijd iets sterkere
veranderingen suggereren dan in Zeeland feitelijk
hebben plaatsgevonden. De gegevens bieden ons
echter de enige kans om de lange-termijn-ont-
wikkelingen te volgen. Beide soorten van gege
vens hebben gemeen dat ze de levensloop en de
veranderingen daarin vanuit het perspectief van
het kind beschrijven. Ze maken het beide ook
mogelijk van dag tot dag na te gaan met wie en
wat voor soort mensen het kind in de eerste
levensfase samenleefde. Bovendien zijn beide
bestanden zo opgebouwd dat we onderscheid
kunnen maken naar de sociale klasse waartoe het
kind behoort.
Hoe bepalen we de gezinssituatie van kinderen?
De voornaamste gegevens waarvan we voor
Zeeland gebruik maken zijn verzameld door de
Historische Steekproef Nederlandse bevolking
(hsn).10 In Zeeland is de levensloop gevolgd van
een groep van 2.475 kinderen, geboren in de
periode 1850-1922. Van hen worden alle belang
rijke gebeurtenissen uit hun levensloop in een
bestand ingevoerd. De gegevens zijn afkomstig
uit de akten van de Burgerlijke Stand en vooral
uit het bevolkingsregister.
Zoals in de introductie al uitgebreid uit de doeken is
gedaan, wordt de levensloop gereconstrueerd op
basis van de opeenvolgende bevolkingsregisters,
in dezelfde gemeente en, in geval van vertrek,
ook in de nieuwe gemeente van vestiging. Op
basis van de bevolkingsregisters kunnen de ver
schillende gezinssituaties gereconstrueerd worden
waarin personen zich hebben bevonden. Ook
wordt de dynamiek, de verandering binnen de
gezinnen zichtbaar waardoor informatie over alle
rollen die een persoon gedurende zijn leven in
gezinnen heeft vervuld beschikbaar is.
In verschillende opzichten is de aard van de informa
tie die uit de bevolkingsregisters wordt gehaald
vergelijkbaar met die welke afkomstig is uit de
studies die sociologen en demografen de afgelo
pen decennia hebben verricht naar de veranderin
gen in de gezinssituatie. Ook in deze onderzoe
ken wordt van elk individu over de gehele levens
loop nagegaan in wat voor gezin hij of zij heeft
geleefd. Deze informatie wordt echteT door mid
del van interviews verzameld.
Voor recente generaties, dat wil zeggen kinderen
geboren vanaf 1923, kunnen we informatie over
de gezinssituatie van opgroeiende kinderen halen
uit de Netherlands Kinship Panel Study (nkps)."
De nkps is een onderzoek op basis van een wille
keurig getrokken steekproef onder meer dan
8.000 individuen. De respondenten waren tussen
de 18 en 79 jaar oud op het moment van inter
view, en waren geboren tussen 1923 en 1986. In
dit bestand ontbreken personen die in zorginstel
lingen verbleven. Door middel van een herweging
van de uitkomsten voor huishoudens zijn de
gegevens omgezet naar uitkomsten die represen
tatief zijn te achten voor de Nederlandse bevol
king als geheel.12
In interviews zijn aan de hoofdrespondenten vragen
gesteld over de vroegere levensloop, de huidige
leefsituatie en vooral over allerlei aspecten van de
relatie met andere familieleden. De interviews
leveren ook retrospectieve informatie op over de
jeugdjaren van de ondervraagden: net als de hsn-
data maken ze duidelijk met wie de respondenten
de eerste vijftien jaren van hun leven hebben
doorgebracht. We kunnen op basis van de ant
woorden op andere vragen nagaan wat voor
belangrijke gebeurtenissen de respondenten in
hun jeugd hebben meegemaakt: echtscheiding,
overlijden van de ouders, verhuizingen etc. Ook
weten we de geboortedata van hun broertjes en
zusjes, de datum van huwelijk, echtscheiding,
hertrouw en overlijden van hun biologische
ouders, eventuele verhuizingen naar het gezin
van stiefouders etc. Helaas zijn de aantallen
ondervraagden niet zo talrijk dat we de Zeeuwse
respondenten kunnen onderscheiden van die van
de overige Nederlanders. De vergelijking tussen
de Zeeuwse data van vóór 1922 en de
Nederlandse van na 1922 gaat dus enigszins
mank, maar voor de grote lijnen zijn de gegevens
wel geschikt.
Voor ons overzicht van de gezinssituatie van kinderen
beperken we ons tot de eerste vijftien levensjaren
van het kind. We gaan na of het kind opgroeit
Opgroeien in Zeeland
35