JM.f 1^1
buiten het huwelijk, soms buiten een relatie,
wordt geboren: in het midden van de jaren
negentig zo'n 12 procent in Zeeland, 18 procent
in Nederland.
Er werden rond 1850 dan wel grotere aantallen kin
deren geboren, velen daarvan leefden maar zeer
kort. De kans dat een kind al voor het vijftiende
levensjaar overleed was vooral in Zeeland enorm
hoog, in de orde van grootte van 45 procent,
veel hoger dan in Nederland.'5 Met name na
1890 neemt de kindersterfte sterk af en al rond
1930 is het overlijden van een kind een relatief
zeldzame gebeurtenis geworden. In het midden
van de jaren negentig is de sterfte bijna tot nul
gereduceerd.
De kans dat een kind één of beide ouders al in zijn
jeugd verloor berekenen we door middel van de
kans dat een vrouw tussen haar 25ste en 55ste
jaar overleed. Ook hier bevond Zeeland zich bij
aanvang in een minder gunstige positie dan
Nederland als geheel: zo'n 40 procent van de
vrouwen stierfin dit 1 eeftij d si n terva 1Vijftig jaar
later waren die kansen gehalveerd, terwijl de
daling ook daarna nog doorging. Tegelijk nam de
kans dat een huwelijk door echtscheiding werd
ontbonden zeer sterk toe. Zeeland liep daarbij
echter, behalve in 1850, achter op de ontwikke
lingen in Nederland als geheel.
De gezinssituatie van kinderen: trends in de tijd
Wat voor effect hadden demografische factoren
nu op de gezinssituatie waarin kinderen opgroei
den? Om daarvan een beeld te geven gaan we
voor alle kinderen na of ze bij de geboorte en op
iedere volgende verjaardag met hun beide biolo
gische ouders leefden, dan wel in een andere
situatie verkeerden.
Figuur 4 brengt de gezinssituatie in beeld voor de
geborenen uit de jaren 1850-1899. Hieruit blijkt
dat deze groep in overgrote meerderheid met
beide biologische ouders opgroeide. Bij de
geboorte gold dat voor circa 93 procent van de
kinderen. Naarmate kinderen ouder werden, ver
anderde deze situatie. Op 15-jarige leeftijd leefde
nog maar 70 procent van de kinderen bij beide
biologische ouders. Van het begin af aan groeide
een niet gering aantal kinderen in een vaderloos
gezin op. Voor het merendeel betrof dat kinderen
van ongehuwde moeders, die zelfstandig leefden
dan wel in het gezin van hun ouders waren
opgenomen. Naarmate kinderen ouder werden
Figuur 4.
Gezinssituatie Zeeuwse kinderen, geboortegeneratie 1850-1899. Bron: hsn release esm Zeeland 03.
100%
□Zonder ouders
□Vader en stiefmoeder
Moeder en stiefvader
■Alleen vader
Alleen moeder
Beide ouders
Leeftijd
Opgroeien in Zeeland
37