Figuur 5.
Percentage kinderen dat met beide ouders leeft, naar leeftijd van het kind, per geboortegeneratie, Zeeland 1850-1922 en Nederland
1923-85. Bron: hsn release esm Zeeland 03; nkps.
100
Leeftijd
nam het percentage kinderen dat in een éénou
dergezin leefde toe. Dit kwam vooral doordat
vrouwen hun huwelijkspartner verloren en niet
hertrouwden. Een veel geringer percentage kinde
ren leefde alleen met de vader; hier was vooral
Figuur 6.
Percentage kinderen dat met vader en stiefmoeder leeft, naar
leeftijd van het kind, per geboortegeneratie, Zeeland 1850-
1922 en Nederland 1923-85. Bron: hsn release esm Zeeland
03; nkps.
het overlijden van de moeder de achterliggende
oorzaak. Dat kon al snel na de geboorte van het
kind plaatsvinden. Hertrouw was onder weduw
naars weliswaar meer gebruikelijk dan onder
weduwen, ook bij de mannen bleef een aanzien
lijk deel van de mannen die hun partner verloren
ongehuwd.
Uiteindelijk leeft op 15-jarige leeftijd zes procent van
de kinderen onder één dak met vader en stief
moeder. Veel minder gebruikelijk was het om als
kind een stiefvader te heb
ben: op 15-jarige leeftijd
trof dat lot maar zo'n twee
procent van de kinderen.
Tot slot is er de groep die
een deel van de jeugd zon
der ook maar één biologi
sche ouder doorbracht. Dat
percentage neemt toe naar
mate kinderen ouder wor
den; uiteindelijk zal zo'n
zeven procent van de kin
deren de drempel naar de
volwassenheid overschrijden
zonder vader en zonder
moeder.
38
Opgroeien in Zeeland